Rie Cramer VERMAAT ZONEN maandagochtend kijkochtend Rie Cramet Wanneer mij gevraagd wordt voor Tong Tong Rie Cramer om een inter view te verzoeken, heb ik zo mijn be denkingen: geen indrukwekkende dag- bladnaam kan ik noemen, zij zal zeker veel te bezet zijn door belangrijker dingen, is nog niet zo lang geleden voor T.V. geweest..maar als ik stot terend opbel zegt zij lachend: "Wat deftig! Wanneer kunt U?" En dan zit ik ineens in een verruk kelijk ouderwets huis, met uitzicht op een "kleine Johannes-tuin" en bedenk dat die naam Rie Cramer al generaties lang een begrip is. Wie kent haar boe ken en versjes niet, de tekeningen, die behalve boeken ook kinderkamers sierden? Mijn moeder las mij de ver haaltjes en versjes voor en nóg roe pen ze herinneringen bij me op. Later leerde ik ze aan mijn zoontje, in het kamp, ze behoorden bij het ritueel voordat hij na alwééér een dag achter de klamboe verdween. Zo kregen die versjes weer een heel andere beteke nis en waarde en velen van ons zal het zo vergaan zijn. De deur gaat open en Rie Cramer komt binnen, een warme hartelijkheid gaat van haar uit, een zo natuurlijke en eenvoudige vrouw, zonder enige ijdelheid of gewichtigdoenerij, het lijkt of de kamer ineens veel lichter wordt. Haar gezicht komt me zo verrassend bekend voor; ofschoon ik haar toch nog nooit ontmoet heb. Een gelaat waar een intens beleefd leven met tal loze groefjes op geschreven staat, die men echter vergeet zodra men haar ogen ziet. Bruine, guitige ogen, stra lend jong en levendig. Wanneer zij begint te vertellen valt direct een zó onmiskenbaar Indisch armgebaar op, dat ik even afgeleid ben, maar het woord Soekaboemi trekt meteen weer de aandacht. Rie Cramer is in Soekaboemi gebo ren. Met haar moeder en nog drie zus jes woonde zij er tot zij ongeveer an derhalf jaar oud was, toen reisde de familie naar Holland. Die Hollandse periode heeft nog zo veel verwarrende indrukken nagelaten, dat zij zich er veel van herinnert. Toen zij drie jaar was reisde zij weer naar Indië, ditmaal gingen zij in Batavia wonen tot haar negende jaar, waarna zij voor goed naar Holland terugkeerden. Op de vraag of zij zich dingen her innert uit haar Indische jeugd, vertelt zij: "Soms, door een geur, van een houtvuurtje bijvoorbeeld, of door een bloem, komen er weer talloze beelden bij me op. Dat is zo onverbrekelijk met je verbonden, dat vergeet je nooit. In Mallorca, tegenover mijn huis, was een winkeltje met een soort atappen dakje, er onder hing een lampje aan een draad en 's avonds leek het precies een waronkje... nu niet meer, ook daar is nu veel veranderd, maar twaalf jaar geleden was het nog zo veel primitie ver, zoals toen in Indië. En de plantentuin weet ik nog, ons huis met de oprijlaan en de schriele rozen in potten op voetstukken. Mijn moeder zie ik nog voor me, gekleed in sarong en kabaja met slofjes aan. En mijn vader, wanneer hij thuis was, droeg een slaapbroek en kabaja. Dan zat hij in een stoel met van die uit klapbare latten, waar hij z'n benen op legde." "Heeft Uw Indische jeugd invloed gehad op Uw verdere leven?", vraag ik. Zeer gedecideerd zegt zij: "Natuur lijk! We waren niet rijk, mijn vader was gezagvoerder bij de pakketvaart, maar we leefden in een ruim huis, met een groot erf, met zes bedienden. Dat le ven was zo heel anders dan later in Holland, zo veel meer vrijheid, de ruim te, de natuur om je heen, dat heeft zeker een enorme invloed gehad." Zij was graag nog eens terug gegaan, maar er heeft zich nooit meer een gelegenheid voorgedaan. "Steeds is wel bij mij die trek naar het zuiden, het licht, gebleven. Ik heb altijd veel gereisd." Voor de thee gaan we naar de serre, vol bloeiende, welvarende planten, rie ten stoelen en boeken. Twee poezen komen eens inspecteren wie er nu weer is, de vrouw des huizes schenkt de thee en even later spaart zij tijd noch moeite om boeken, foto's en knipsels te gaan zoeken. Rie Cramer vertelt dat zij in 1954 met twee vriendinnen naar Mallorca is verhuisd. Tekenen en schrijven doet zij niet meer, behalve ontwerpen maken voor tegeltjes die in Mallorca gebak ken worden en vooral aan Nederland se toeristen verkocht. "En bij wijze van grapje heb ik ter ere van de geboorte van het Prinsje een tegeltje gemaakt", zegt zij, wijzend naar de wand waar een juweel van een tegeltje, gevat in smeedijzer, hangt. Onderwijl is de vriendin terug ge komen met boeken, foto's en knipsels. Er zijn enige foto's bij van toen zij nog heel klein was, dan als jong meis je in Holland, nog een paar als jonge vrouw met poes Hassan op de arm, en weer die schalkse ogen vallen op. "Vindt U het prettig in Mallorca te wonen, bent U daar niet erg een zaam?" Zij kijkt me verwonderd aan. "In de lente is het hier heerlijk, al dat groen en die vogels, dat heb je daar niet zo, het is er grijzer en de vogels eten ze er op, je hebt eigenlijk alleen maar mussen." Van eenzaamheid heeft zij bepaald geen last, zij heeft erg veel vrienden en op haar vriendin wijzend: "soms komen er ook mensen uit Hol land overwaaien." In het toeristen sei zoen komen er soms drommen men sen, wel tien op een ochtend, hier in Holland zouden ze er niet aan denken, maar daar ben ik een bezienswaardig heid. We praten nog wat over moderne kunst, Henry Moore (77) en met een lach zegt zij: "Die man is me zo ver voor, zo veel jonger dan ik. Ik heb hem eens ontmoet... hij heeft een sympathieke kop." Bij het afscheid krijg ik een exem plaar van "Flitsen van Rie Cramer" te leen, plus een foto voor Tong Tong. Thuis kijk ik snel in het boek "Flitsen" en ben meteen zo geboeid dat ik alle plichten vergeet. Later, al huishou dend, mijmer ik vaag over het verschil tussen kinderlectuur en amusement dat zestig jaar standhoudt, en wat de kin deren nu geboden wordt. Er wordt zo prachtig geschermd met "functioneel en verantwoord", een fraaie kreet die helaas zo weinig toegepast wordt in werkelijkheid. Met spijt bedenk ik me dat ik vergat te vragen of zij ooit een prijs, of een gouden plaat gekregen heeft. Mis schien zou zij alleen maar gelachen hebben. RINI Juweliers - Horlogers 3x Den Haag THOMSONPLEIN 18 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 7