LALLAP (II) Dierenboeken verkrijgbaar bij boekhandel TONG TONG In ons vorige nummer was reeds opgenomen Lallap (1), en dit tweede gedeelte vormt dus de afsluiting van dit leerzame artikel. Zo uitgebreid als het is, zijn we er toch wel van over tuigd dat andere lezeressen minder be kende lallaps uit Indonesië of Neder land kennen. Laat maar eens horen De vruchten-lallap, wordt behalve rauw, ook wel gestoomd of gekookt gegeten of in de sajoer of als toemi- san. Ziehier: de terongsoorten zoals tekokak, auber gine, witte terong (ook voor tjelantjam) gandaria, ook voor s. gandaria of gan daria asin; jonge mangga, ook voor tjelantjam, lekkerrrr; jonge nangka (ketèwèl), gekookt met s. katjang of voor sajoer goedek; de (bittere) peparé, heel fijn met s. taotjo; de gambas of ojong voor toemisan; de laboe siam, voor petjei, en voor "pudding" zegt men; de klentang, in de sajoer asem; de komkommer (ketimoen of kraai), gekookt voor sajoer toemis, gestoomd met s. katjang, rauw ook voor atjar of asinan; de tomaat, welbekend, daar vaak zo groot als een vuist; de jonge djagoeng (mais-)spruiten, heerlijk zoet indien gekookt, en ge zond; de befaamde blimbing sajoer, ook voor manisan; de jonge papaja voor sajoer lodeh. Van de peulvruchten noem ik: de gewone spercie-boon, prinsesse- boon; de katjang pandjang; de peté-boon, rauw, gebakkar, of voor peté-ketjap, overheerlijk, maar die geur hè; de djenkol id. id. de peteh tjina; de ketjipir, voor de petjei; de togé (uitgelopen katjang idjo), wel bekend; de katjang bogor of kapri (lijkt veel op de kapucijn) vooral in sajoer asem; de katjang kedeleh, gereboes. Van de bloemen noem ik in 't bijzon der: de bloem van de pisang, ge stoomd met s. katjang, heel erg fijn; de toeri, voor petjei; de traté (waterlelie); de reeds genoemde bloemen v.d. pa paja gantoeng; de sedep malem, voor sajoer kimblo. Van de knollen noem ik: de jonge temoe koentji, de jonge koe- nir (er zijn meer van dit soort knolle tjes, geneeskrachtig); de radijs; de lobak; de kentang djawa, voor sajoer asem; de lokio, voor asinan; de bangkwang, vooral met s. tjoeka; de aardappel met s. ketjap, rauw; de gewone peentjes; ook de jonge rode uitjes worden wel eens rauw gegeten met s. ketjap; de lompong van de tales, vooral in de sajoer asem, heerlijk; de bietjes. Tot slot van dit groentenpraatje zou ik graag 't volgende willen vragen: Zijn er in Nederland ook lallap-soorten te vinden, die minder bekend zijn, en ook zo aan de waterkant, op de wei of op 't grasland zijn te vinden? En die niet op vorenstaande lijst voor komen? Ik zelf weet er slechts enkele op te noemen: de jonge paardebloemblaren (gekookt, smaak: als daon papaja), de jonge spruiten van de brandnetel, rauw gegeten, en de snijbiet (deze smaakt gestoomd heerlijk, maar wordt niet in de handel gebracht, loont de moeite niet, te goedkoop). Meer weet ik he laas niet. Ik hoop dat u van deze lijst mee heeft gesmuld! Mevr. A. H. Kl.-Schl. MIEREN 1. We hadden in onze tuin in Djangli, Semarang, o.a. een paar rambutanbo- men. Toen een keer de vruchten rijp waren, moest onze kebon in de boom klimmen en ze oogsten. Tros na tros van die heerlijke vruchten kwam naar beneden en wij kinderen raapten ze juichend op. Opeens de stem van onze djait, een lieve, oude adellijke weduwe van een wedono: "awas non, djangan dibawa pohon, nanti kedjatuan" (pas op meis je, niet onder de boom, straks vallen ze op je). Maar welk kind luistert dadelijk? Ik ging door met de afgeworpen vruch ten op te rapen, tot opeens "plok", ik een hele tros pal op mijn hoofd kreeg. De tros zat als 'n muts om voorhoofd, ogen en neus. En deze heerlijke ram- butans zitten altijd onder de rang-rangs (wij zeiden "njangkrangs"). Dus adoeh, tjekat, tjekiet, de ellendelingen beten waar ze konden, ze zaten tot in mijn haar. Ik brulde natuurlijk "adoeh, adoeh, toeloeng, njangkrang". De djait kwam aanlopen en zei: "nah kan, sudah dibilangi, tambeng ja". En mijn jongere broer proestte van het lachen en zei nog bovendien: "zie je wel, kapoh, kapoh" (zie je wel, juist goed). Ze hebben de njangkrangs met een kam uit mijn haar moeten halen. 2. Mijn broer was een hartstochtelijk jager. Elke zaterdag en zondag toog hij erop uit om een varken in de rim boe te verschalken, en het lukte hem meestal met een lekker boutje thuis te komen. Hij posteerde met een oer- geduld urenlang op een afgeknapte boomstam gezeten. Ik heb hem vaak om dat geduld bewonderd. Op een nacht zat hij weer op zo'n stronkie te wachten. Na een paar uren hoorde hij plotseling ritselen, nogal ver van hem vandaan. Zijn jagers instinct zeide hem "dat's een varken". "Itu dia" mompelde hij en begaf zich in de richting van het geritsel. Het varken bevond zich daar inderdaad, helaas in een kuil van het terrein, met struikgewas begroeid. Omdat hij het dier niet zo goed kon zien, ging mijn broer op een heuveltje staan. En dan mikken maar, jongens. Hij nam het var ken op de korrel en net dat hij wilde aftrekken "Adoeh, tjekiet, tjekiet", adoeh adoeh!" riep hij. Varken weg tuurlijk. Mijn broer vloekte en belichtte met zijn zaklantaarn de verhoging waarop hij stond en wat zag hij? Hij stond pal op een nest van semoet-geni (die gemene kleine rode mieren, die bijten, zodat het is, of je op kolen vuur trapt, waaraan ze ook hun naam ver diend hebben). Ze kropen tegen zijn benen en armen op en de jager maar wapperen met zijn armen en krabben, krabben. Hij kwam die nacht thuis met een ge zicht als een oorwurm en een humeur ...djangan main. Maar de volgende ochtend, toen hij het ons in kleuren en geuren vertelde, moesten wij toch har telijk lachen en hij uiteindelijk zelf ook. F. E. B. Retel Helmrich Dieren in de wildernis - door F. A. Roedelberger 27,50 De grote encyclopedie van het dierenrijk - door Dr. V. J. Stanek 21,50 Planten en dieren van Europa - door H. Garms nu slechts voor 25,— speciaal voor natuurliefhebbers. Het leven van plant, dier en mens - nu slechts voor f 22,50 Fraai verzorgde uitgave met 300 ill. merendeels in kleuren. Vogels van Azië - Deel I en II - door A. Rutgers f 23,90 per deel, met vele kleurenreproducties. Gara Yaka's domein - door Des- mond Varaday 12,90 Het verhaal van 'n jachtluipaard. 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 16