Autotocht van Bandoeng-Djokja via Soemedang Hotel Ambarrukmo in Djokja. Via de Oei Tjong Bing-weg (vroeger noemden we deze weg de hangmat) kwamen we op de grote weg naar Sa- latiga...dan Djatingaleh de nog al tijd zo steile Gombel, die ik vroeger al griezelig vond. Nu bestaan er practisch helemaal geen verkeersregels meer en Tahir de chauffeur moet nu extra voor zichtig rijden. De weg is echter goed. Dan rijden we langs Srondol (nu goed opletten of ik ons huis nog kan vinden) Banjoemanik naar Oengaran. Op het laatste nippertje zag ik nog net het huisje waar we vroeger een jaar ge woond hebben en waar het soms zo verschrikkelijk warm kon zijn. Banjoe manik deed me denken aan onze ge zellige en goede tekenlerares van de H.B.S., mevr. Birckenhauer, die daar toen woonde. Bij Oengaran zit ik al wat gespannen op de autobank want in dit plaatsje was ik tot mijn 10e jaar op de Lagere School tegenover de oude Benteng. Op de kleuterschool was ik daarvoor ook en wel bij de school van de Dames Knoop, die lieve dames in hun lange soepjurken. Staat alles er nog net zo??? Ja, de school is nog precies zo, ook het huis van de hoofdonderwijzer. De ben teng (oud fort) is nu tot gevangenis gemaakt en al de oude waringin- en oude ficus bomen zijn weggekapt. "Nu dadelijk het enorme mooie grote huis van Tan te Roos Monod de Froideville "Villa Rosa" met zijn overdekte zwembad in de bijgebouwen met wel 9 bedienden kamers, prachtige voorgalerij van mar mer", denk ik...hèèèè, het is er niet meer, We zijn er al weer voorbij en achteromkijkend zie ik nog net dat achter het mooie hoge smeedijzeren hek nu een kerkje staat. In die pracht villa, die me later (toen ik zo'n 17 jaar was) deed denken aan het ouderlijk huis van Scarlet O'Hara de heldin van het beroemde boek "Gone with the wind" liggen zoveel heerlijke jeugd herinneringen. Tante Roos Monod is voor mij nog steeds the most unfor- getable character van mijn heerlijke Indische jeugd. Doch we rijden als maar verder en in snel tempo flitsen nu steeds zicht bare jeugdherinneringen aan me voor bij. Zichtbaar omdat ik deze weg Sa- latiga - Semarang dagelijks op en neer gereden heb met de Non Stop-bus van de "ADAM" bussen Co. De Non Stop bus was speciaal voor de leer lingen van de Semarangse H.B.S. en A.M.S., die in Salatiga woonden. Niets is er veranderd aan deze weg, vele vertrouwde kenmerken als kleine brug getjes, alleenstaande kamponghuisjes, ja zelfs grote mooie regenbomen meende ik weer te herkennen. Het was donker toen we door Ambarawa reden; de tijd: plus minus 7.30 uur 's-avonds. Ambarawa met herinneringen van heer lijke vacanties in Bandoengan, het heerlijke vacantieoord boven voor noemde plaats. Wanneer we logeerden in Bandoengan stopten we vaak nog even bij Toko Bie Sin Ho waar je zo heerlijk zoete broodjes kon krijgen, lekkere kaas, beleg voor de boterham en van die verrukkelijk Chinees-Indi sche koekjes. Ambarawa met droevige herinneringen: interneringskamp van Jappen en waar wij 1 jaar lang ver toefden in kamp 9. Waar op de aller eerste dag van onze bevrijding 25 augustus 1945 mijn lieve Moeder stierf van uitputting en hongeroedeem en diezelfde dag ten grave werd gedragen bij het flakkerende licht van flambou wen omdat het al donker geworden was. Waar wij toen uit verdriet en eenzaamheid stopten bij het huisje van Indische kennissen die buiten 't kamp gebleven waren en waar wij hartelijk ontvangen werden. Lieve mensen, die onze hongerige kampmagen tracteer- den op een bordje heerlijk warme rijst met ketjap en een versgebakken ome let en een beetje sambal oelek. Hoe heerlijk smaakte dat! Blije en droevige herinneringen van Ambarawa... Nadat we Ambarawa verlieten reden we langzamerhand bergopwaarts ho ger en hoger totdat ongeveer na een half uur rijden de auto ineens stopte voor een gezellig verlichte Rumah Ma- kan genaamd "Coffee Eva". Dit "cafe" ligt daar prachtig rechts van de weg in een hele brede bocht van de berg pas. De avondlucht was heerlijk koel daar boven op die heuvel. "Mevrouw en meneer zullen we hier een kopje koffie drinken... ze hebben erg lekkere kopi toebroek weet U, die koffiebonen branden ze zelf". "Nou wat graag me neer Tjong, ik heb erge trek in wat lekkers", zeiden we beiden gretig. Even later zaten we met z'n vieren om een tafeltje heerlijk te genieten van onze overheerlijke koffie met heerlijke pisang goreng, gebakken soekoen (broodvrucht), wadjik (ketan gekookt in santen en goela djawa). Al deze kwee kwee was op 2 schoteltjes ge legd. In die waroeng hebben ze ook een klein winkeltje waar je volksnij verheid-artikelen uit die streek krijgen kunt en ook allerlei Indische koekjes en manisans in nette plastic verpak king en natuurlijk zakken Eva-koffie vanaf 1/2 kg. Voordat we in de auto stapten ble ven we nog even vol bewondering kijken naar het dal beneden ons waar in we de volle maan zagen spiegelen in de Rawah Pening bij Banjoebiroe. Dick en ik verlangden nu wel naar ons einddoel het "Hotel Ambarrukmo" in Djokja. Gelukkig om 9 uur kwamen we in Djokja, stopten bij een groot Chi nees restaurant, ik weet niet meer hoe het heet, om een hapje te... ja weer eten! Het is al een heel oud Chinees restaurant en bestond al meen ik voor de oorlog. Het staat in ieder geval vlak naast een bioscoop. Misschien weten Djokjanezen dat wel? Meneer Tan houdt heel veel van lek ker eten en het idee om zonder be hoorlijke avondmaaltijd naar bed te gaan dat stond hem helemaal niet aan want in "Coffee Eva" had hij tenslotte alleen maar gesnoept. Hij had heus nog honger na die kopi toebroek. Dick, die eigenlijk al meer dan genoeg had, toonde zich echter a good sport en deed dapper mee aan het verorberen van een heerlijk knappend gebraden vis in zoetzure saus (Ang Sioe Hie?), verder wat Tjap tjai en nog iets anders. Ik pikte een heel klein beetje mee... 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 8