tonig fülïl
BIJ DE VOORPLAAT
VAN HIER EN GUNDER
Reeds in de 12de eeuw (in Tana-
kung's "Wrtta Sancaya") komt de vol
gende landschapsbeschrijving voor:
"De bergen maakten op dat ogenblik
de indruk alsof ze de bomen tot toneel
figuren en de doorschijnende nevel tot
scherm hadden", en wie wel eens
voorstellingen heeft gezien van "Het
Javaanse Schimmenspel" en wie het
oude Indië gekend heeft hoog boven
in de bergen, die zal de treffende over
eenkomst tussen deze cultuurvorm en
de natuur niet ontgaan zijn.
Het Dieng Plateau. Tweeduizend me
ter boven de zeespiegel waar Neder
land grotendeels onder ligt, en een
cultuur die 2000 jaar oud is (toen Ne
derland nog lang niet bestond!), wat
een ontzaglijke dimensies!
Alleen 'n achttal tempelruines (Tjandi
Ardjoena, Tjandi Sewar, Tjandi Sri-
kandi, enz.) herinneren aan een mach
tige cultuur die destijds Midden Java
beheerste.
Solfataren. Littekens van vulkani
sche rampen.
De Diëng-hond met zijn wollige
vacht. Net als de Tenggerees en in
Mexico de Chihuahua niet meer dan
"historische huisdieren", eigenlijk in
sprookjes of legenden thuishorend...
Van de honderdduizenden Indisch-
gasten heeft maar een handvol het
Diengplateau ooit gezien, zó ver ligt
het buiten de normale routes en zó
moeilijk bereikbaar. Van de honderd
duizenden Indischgasten heeft- maar
een handvol de mysteriën en de wel
dadige filosofie van de wajang ooit
doorvorst en begrepen. Al zijn er vele
duizenden in de lezerskring van Tong
Tong die daarginds dieper doordron
gen zijn van beide dimensies in het
oude Indië (de geografische en wijs
gerige) dan ze zelf bewust beseffen.
Daarvan getuigt menige alinea in hun
brieven, ook over soms de simpelste
gebeurtenissen van alle dag.
Deze mensen, daarvan ben ik over
tuigd, denken en leven niet via dat
kleine kijkgat in de besloten huiskamer
dat "televisie" heet. Ruimteloos. En
wat voordien de som van boekenkast
en krant was. Ook: ruimteloos.
De wereld kennen, het leven ken
nen, deden die mensen van het Dieng
plateau door zelf te leven. En zo deden
wijzelf in Indië ook. Als wij in de de
sa's rondzwierven en wat babbelden
met precies dezelfde mensen als van
het Diengplateau 2000 jaar geleden. Of
met de Sauer op de nek de rimboe in
gingen, alleen, onbeschermd en primi
tief. En gelukkig. Als 2000 jaar gele
den. Of na een stormende autorit hoog
in de bergen stopten en op de berm
gingen zitten om naar zo'n landschap
te kijken als op de voorplaat. Om in
een half uur bij nul kilometer snelheid
per uur rijker te zijn dan in do drie
uurs rit van tachtig kilometer per uur.
Neerkijkend op de schimmen van de
bomen als de schimmen van Ardjoena.
TE LAAT!...TE LAAT?
"Vandaag ontving ik Tong Tong
No. 1 (van 15 juli) met op pagina 6
't stuk van mijn vader dat hij nog
vlak voor zijn dood schreef ("De
banneling"). Ik vind het erg attent
van U, om 't stuk reeds nu in Uw
blad te plaatsen. Er zijn geen woor
den te vinden om uit te leggen wat
Tong Tong voor Pa was. Hij beleef
de alle stukken mee...
A. E. Suyderhoud
Ja, menig stuk verschijnt in Tong
Tong als de schrijver(ster) reeds over
leden is. Dat is telkens weer een ver
driet voor ons dat wij in alle stilte
verwerken. Vaak met zelfverwijt: had
den we maar eerder...
En elke dag weer, als we onze
schrijftafel met correspondentie over
zien, en de mappen met ingezonden
stukken, vragen we ons weer af, welke
beperkte keuze we voor het komende
nummer weer maken moeten (ons blad
is zó klein!) en wat we weer moeten
laten liggen. Terwijl elke dag weer
nieuwe artikelen en nieuwe brieven
brengt, die we toch eigenlijk op zijn
minst moeten lezen, voor we aan or
dening naar onderwerp, stijl en lengte
kunnen beginnen.
Op dit moment b.v. liggen hier vijf
mappen met opstellen, elk van dertig
a vijftig stuks, die we alleen maar
sporadisch kunnen doornemen. En dan
nog de vette map met brieven, waarin
En Semar. En Dewaroetji. Als de
schimmen die alle levende mensen zijn
in de "Nibelungen" van het eeuwig
onbegrepen Leven. En opeens niet
meer bang zijn voor de dood. En niet
meer begerig zijn voor rijkdom. En te
vreden en gelukkig zijn met die won
derlijke en eeuwige sereniteit van de
mist in de bergen.
Op de bergen ben je dichter bij God
zeiden de mensen vroeger. Tweedui
zend meter dichter bij God hier op
het Dieng-plateau. "Belachelijk!" zei
den pientere gelovigen, "of die twee
duizend meter er nu wat toe doen bij
de onmetelijkheid van God!" En in
deze tijd, nu "aangetoond is dat God
niet bestaat" zijn bergen natuurlijk he
lemaal "flauwe kul". Op zijn hoogst
alleen maar dingen waar je op klimt
voor de sport. Met spijkerschoenen en
klimhaken en touwen.
En alleen de Indischman die op In
dische wijze de bergen gezien heeft,
en beleefd en GEIeefd heeft, en die
deze voorplaat begrijpt, weet dat er
zoiets is als "op de bergen dichter
bij God zijn". Niet dat begrip dat onder
naamplaatjes als God, Allah, Jehova,
enz. het onderwerp is van kleine ru
zies van kleine mensen, maar een
Wonder en een Onmetelijkheid en een
Rust, die je maar eens meegemaakt
hoeft te hebben om het nooit meer
te vergeten. T.R.
vaak uitstekende fragmenten zitten,
die plaatsing verdienen. Of waarop we
"als mens tot mens" wel een heel
lange brief terug zouden willen schrij
ven. Geen tijd, geen tijd, geen tijd! En
wat blijft er dan wéér liggen tot een
volgende keer... En vaak is het te
laat"!
Niet radeloos worden. Niet boos wor
den om verwijten van "gepasseerd"
zijn. Niet verdrietig zijn om wat nooit
aan de beurt schijnt te kunnen komen.
Gewoon doen wat je kan. Meer niet.
En dat is genoeg. T.R.
DE VOORPLATEN
"Is het geen goed idee om een
aantal mooie voorplaten met het bij
behorende verhaaltje van T.R. te
bundelen en in boekvorm uit te ge
ven?" de Vleer
Neen, het zou niet goed genoeg
verkopen om een minimale oplaag van
2000 te kunnen betalen. Ook onze
voorplatenkalender heeft zó slecht
verkocht dat we er een strop aan ge
had hebben. Ook het boekje "Het
Meisje uit Indië" heeft slecht verkocht.
Ook het "Wajangboek" had zó weinig
inschrijvers, dat we niet aan de druk
ervan durfden te beginnen. Ook de
Tropische Leeskring Tong Tong is op
de fles gegaan.
We leven in een te rijke tijd, waarin
zoveel markten zoveel begerenswaar
dige zaken aan ons leveren dat we
niet nóg een marktje hoeven op te
zetten. Wie kijkt in een wereld vol
luxe-restaurants nog om naar een
loemboeng padi? T.R.
ONAFH. IND. TIJDSCHR. 13e JAARG. No. 4
Pr. Mauritsl. 36, Den Haag - Telegramadres: Tong
Tong DenHaag - Tel. 070-54.55.00/54.55.01 - Giro 6685
Uitgave: Publ. en Handel Mij Tong Tong N.V.
Directie en Hoofdredactie: Tjalie Robinson.
Verschijnt de 15de en 30ste van iedere maand.
Prijs per nummer f 0,90. Abt. Nederl.: kwart, f 4,50;
halfj. f 9,jaar f 18,Abt. Europa: jaar f 23,
Abt. buitenl. (p. jaar en p. luchtp.): Australië en
Nw. Zeeland f 63,Indonesië f 58,Z.-Afrika
en Z.-Amerika f 48,Canada en V.S. f 39,
Suriname en Antillen f 33,Abt. buitenl. (p. jaar
en p. zeepost): voor alle landen f 28,
ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVARIN
GEN IN DE GORDEL VAN SMARAGD NIEUWE
INTERESSEN IN NEDERLAND TE WEKKEN VOOR
DE TROPENGORDEL.
De directie behoudt zich het recht voor hen die
schadelijk geacht worden voor het welzijn van
Tong Tong als abonnee te weigeren of af te
ALLE ABONNEMENTSGELDEN ZIJN BIJ
VOORUITBETALING VERSCHULDIGD.
ADVERTENTIES KUNNEN ZONDER OPGAAF VAN
REDENEN GEWEIGERD WORDEN
2