KENTANG EN PISANG
Wanneer ik een aardappel eet of een
kopje koffie drink, dan vraag ik me
altijd met ongeveinsde verbazing af,
hoe de man of de vrouw, in elk geval
een onzer voorouders, die, het eerst
van alle andere mensen, dat deed,
ertoe gekomen is. Stel u voor: nie
mand ter wereld had ooit ook maar
eraan gedacht een van de onderaardse
knollen van een aardappelplant (en
waar kwam die vandaan?... but that is
an other question) uit de grond te ha
len, hem te wassen, te schillen, te ko
ken met een mespuntje zout tot de
aldus behandelde knol door-en-door
zacht en smeuiig was, maar nog niet
tot moes uiteenviel, en hem dan in zijn
mond te nemen niet al te heet, maar
vooral ook niet koud! en verrast te
zeggen: "Verdikkie, dat smaakt niet
kwaad! Ik heb de wereld een genot
rijker gemaakt!"
Hoe was, in hemelsnaam, die man of
die vrouw op het idee gekomen, het
zo en niet anders te doen?...
Toen hij eenmaal bevonden had, dat 't
lekker was, was de kogel natuurlijk
door de kerk en begon langzamerhand
iedereen aardappels te eten, liefst met
wat sju van gebraden vlees. Maar die
allereerste mens, die de moed had de
tanden en kiezen erin te zetten (de
plant boven de grond was nota bene
vergif!) ik bewónder hem.
Met het kopje koffie is 't nog gekker.
Het idee te hebben een handvol tro
pische koffiebonen te plukken, te schil
len, te branden (I), te malen, met be
hulp van kokend water een aftreksel
ervan te maken, een beetje suiker
(juist suiker, hoor, geen zout, of peper,
of kaneel!) en melk erbij te doen en
dan dat zaakje warm op te slurpen! Je
moet toch maar een geniaal ontdekker
of uitvinder zijn om op de gedachte
te komen.
Zo zijn er nog honderd andere dingen,
denk ik weieens. Thee, chocola, drop,
ons doodgewone brood, ontbijtkoek,
gerookt vlees en vis... tot en met bo
terletter en spekulaas!
En zo vraag ik mij ten slotte af,
in slapeloze nachten hebben we nu
wel ALLES ontdekt of uitgevonden wat
smulbaar is? Is er in ons midden niet
een mens, die voor de allereerste maal,
met schillen, met koken, met braden of
in de schoorsteen hangen, met zouten
of peperen, met toevoegen van wat
melk of wijn, in zijn tuintje een knol of
een blad ontdekt, die niemand nog ge
proefd heeft, en die, aldus of op een
andere manier, toebereid, heerlijker is
dan het zaligste van alles wat we thans
mogen genieten? Zijn we dan einde
lijk, op het gebied van eten en drinken,
"au bout de notre latin" gekomen?
Of zijn we allemaal zo dom en zo druk
bezig met ander werk, dat we geen
gelukkige invallen meer hebben?
Quien sabe? LEO FAUST
Zoals er Vier Ruiters zijn van de Apo
calypse, zo zijn er ook Vier Ruiters
van het Nieuwe Leven: de ontdekking
van nieuwe voedingswaarden als de
oude verloren zijn gegaan: de wilde
natuur, honger, armoede, verlatenheid.
Voor vele krijgsgevangenen is na de
eerste en wreedste drijfveer, de Hon
ger, de eerste stimulans, de Natuur
een onvergeetlijke sobat geworden.
Als de jap voor de krijgsgevangenen-
maaltijd alleen een conservenbusje
rijstepap opbrengen kon en een dito
busje groentennat, dreef de honger je
het vrije veld, het ravijn en de moeras
sen in. En at je ALLES: jonge gras
sprieten, onbekende planten (blad
knoppen; uittrekken: wortels?), padde
stoelen (even proeven; bitter? Neen?
Eten!), het hart van de pisangboom,
onrijpe oneetbare pisangs (poffen, ko
ken), larven, krekels, kreeftjes en vis
jes, bloemen, veldmuizen... Koken en
roosteren getuigen alleen van koppig
heid: als de vrucht (of welke andere
gewas-vorm of dier) oneetbaar was:
kook, rooster! Geef niet op!
Armoede: wie zelfs geen kruimkens
vinden kan, die afvallen van de tafels
der rijken, delft in vuilnisbakken en
afvalhopen, onderzoekt bedorven, gis
tende of beschimmelde "weggooisels".
Hoe zou anders de onooglijke tempeh
ontdekt zijn? De ontjom? De gaplek?
En tevreden zijnde met weggeworpen
visresten als b.v. haaienvinnen, wordt
het op één na proteinrijkste voedsel
ontdekt: de haaienvinnensoep!
Verlatenheid: wie uitgestoten is uit
een gemeenschap, aangespoeld is op
een onbewoond eiland of gevangen
zit in een spelonk, wie dus niets meer
te verwachten heeft van welke ge
meenschap ook en wil blijven leven,
ontdekt b.v. de eetbare vogelnestjes,
het proteinenrijkste voedsel ter wereld.
Maar de basis van alle nieuwe ont
dekkingen is de Natuur. Als een be
schaving ondergaat, kan de mens in
de stenen stad geen (nieuw) leven vin
den. Dan ontstaan op zijn hoogst op
het eind van het bestaan: diefstal, ro
verij, moord en kannibalisme. Vergeet
de Natuur NOOIT!
De grootste vijand van Het Verze
kerde Leven, de "Establishment", is de
verstening van basiswaarden, b.v. dat
rijst of brood (de granen) ons onmis
bare hoofdvoedsel is. En waarbij men
door veredeling van dit gewas, door
ontwikkelder agricultuur (irrigatie, be
mesting )en verfijnder bewerking, de
mens vastlegt aan een dure cultuur
vorm. Hoewel b.v. de Indianenculturen
ons geleerd hebben dat de maïs ook
een goede basis kan zijn. Maar men
zoekt niet naar geheel nieuwe voe
dingsculturen.
Ikzelf betreur het dat de mens niet
blijft uitkijken naar nieuwe mogelijk
heden van voortbrenging van hoofd
voedsel. Een oude bekende, de pisang,
blijft daardoor steeds aan onze aan
dacht ontsnappen. Maar de pisang kan
door een relatief goedkoop procédé
van dehydrating (wateronttrekking) een
fantastisch goedkope meelsoort ople
veren die volkomen gelijkwaardig is
aan andere soorten meel.
In Indonesië zouden enorme arealen
(zowel in de bergen als de moeras
streken) beplant kunnen worden met
pisang zonder dat dure irrigatiewerken
nodig zijn. En voor wie zelfs de be
werking van de pisang te veel is,* is
daar altijd de pisang zelf als volwaar
dig voedingsproduct. En tenslotte blijft
de pisang ook altijd een voordelig ex
portproduct.
Pisangcultures zouden elke hongers
nood in Indonesië binnen vijf jaar vol
komen opheffen. Maar ik heb er met
vele voedseldeskundigen over- gepraat
zonder enig succes. Tjalie is gek. Tja-
lie is gek. Tjalie is gek. Zoveel mensen
met ongewone ideeën zijn alleen maar
gek in deze van conservenbussen le
vende beschaving.
Hoeveel moeten wij verliezen, hoe
ver moeten wij terugkeren tot de oor
sprong van alle primitieve leven, vóór
wij verstandig worden?
Sabar, njo...sabar!
''wëS
•fcSV' v
V" »f
Pondoks zijn "dingetjes" die alleen jagers
kennen en stedelingen die geld genoeg had
den om hoog in de hergen een vacantiehuisje
te houwen. Maar ook in Holland is hier en
daar wel zo'n pondok te vinden. Zoals in
Wieringerwerf hij de padvinders. Nu is het
nog spel allemaal, maar menige welpenleider
gaat van hier de wijde wereld in: Suriname,
Liberia, CanadaRandstad Holland is
niet voor alle jongelui het eindpunt van alle
geluk