/AMSTEl^ PRACHTPILS "The thin red line" OOK HARRY In het weekblad TIME van 19 juli (en natuurlijk in alle Britse bladen) was met bovenstaande foto een kort artikel gewijd aan de opheffing van het beroemde Regiment Argylls en Sutherland Highlanders na een met roem overdekt leven van 168 jaren. De foto brengt een episode in beeld van de Krimoorlog tussen Engeland en Rusland en wel op het moment dat dit Britse regiment, slechts twee rijen dik, in gesloten formatie de moorddadige charges van de Russische cavalerie met een tegenaanval beantwoordden. Een "krankzinnige" en nochtans diep aangrijpende daad, die in de Britse historie bewaard is gebleven als "the thin red line of Balaklava": de dunne rode lijn (door de uniformen waarin het rood domineerde) van het slag veld van Balaclava. Waar de geschiedenis van de mens heid één onafgebroken strijd om het bestaan is, zullen er alle eeuwen door "dunne rode lijnen" bestaan hebben (en weer komen ook!), al vloeit er soms in het geheel geen bloed en komen er geen romantische uniformen en heldendaden aan te pas. Ook het oude KNIL vormde in de laatste jaren van zijn bestaan zo'n dunne lijn, eerst in de strijd met de onweerstaanbaar oprukkende Japanse legermacht, en daarna in de gestadige verbrokkeling tot NIL (Ned. Indon. Leger men moet wel steenhard geweest zijn om deze naam te hebben durven voor stellen nil is nul!) en daarna de geleidelijke afvoering van zijn krijgers met het gejouw om het "koloniaal ver leden" na. En het Corps BB is in zijn laatste jaren zo'n dunne lijn geweest, waarin genadeloos gehakt, bezuinigd en ont slagen is, om tot slot zelfs de herin nering eraan alleen te omhangen met minachtende koloniale veroordeling en "dus" vergetelheid. Maar laat ons wel wezen: ook Tong Tong is zo'n "thin red line" een smalle linie van maar 6000 abonnees (van een repatriantenmassa van een half mil joen) die vertikt te vergeten, die ein deloos al het goede uit het Indische leven in ere probeert te houden, met een klein krantje dat volgens de sim pelste wetten van bedrijfseconomie niet eens bestaan kan! Een papieren speelgoedgeweertje! Reeds hebben miskenning, veroor deling, onbegrip en doodgewone dom heid ontzaglijke gaten geslagen in on ze dunne, rode lijn. En ouderdom en dood doen de rest. Geen nieuwe re serves komen in de achterhoede. Deze dunne rode lijn of laat ons beter zeggen: de dunne groene lijn Tong Tong is met zijn laatste opmars bezig, koppig dag in dag uit zijn ge lederen opnieuw sluitend... "Serrez les rangs, Oude Garde! Serrez les rangs!" En: Maniseeü T.R. I I Voor alle lezers die in het oude In- die met de voetbalsport te maken heb ben gehad spreekt deze simpele titel boekdelen: dezer dagen is nml. ook overleden Harry Nitzschke, één der vier broers Guus, Fred, Vic en Henri, die eens de voetbalclub VIOS groot maakten en door hun karaktereigen schappen en technische superioriteit het voetbal in Indië hoog opvoerden. Zij hielpen VIOS opstijgen van een schooljongensklupje dat voetbalde "aan de overkant" van de Tjiliwoeng op een karbouwenveldje, dat later door de uitbreidende stad door nette wijken werd omspoeld en bleef voortbestaan als Vios-plein, terwijl de verdreven en inmiddels beroemd geworden club een eigen sportveld leterlijk uit de rawa stampte tot het nieuwe Vios-terrein aan de Javaweg, later opnieuw om spoeld door nieuwe wijken in een steeds groter wordende stad. En de internationale politiek over spoelde de stad en de moderne be schaving overspoelde het oude voet bal. Maar voor de oud-gardisten zullen de gebroeders Nitzschke onvergetelijk blijven. Evenmin als de gebroeders Hooydonk, de gebroeders Overbeek Bloem en zovele andere broedersgroe- pen en broertjes-paren... Want weet U, vijftig jaar geleden was sport (dus ook voetbal) écht "adik" zijn: broeder-des-bloeds niet alleen, maar ook broeder-naar-de- geest. Toen betekende naar het voet balveld gaan KAMERAAD zijn, hoe vér en beroerd het veld ook was, hoe arm we ook waren. En ongeacht of we Europeaan, Indonesiër of Chinees waren. Toen Harry's adiks hem ten grave droegen, namen ze geen afscheid van een voetballer, maar van een broer en van een adik. En van een tijd dat men sen broers van elkander konden zijn met een warm kloppend hart, met op offeringsgezondheid, trouw en moed. Hoe hoog moderne stadions ook rijzen mogen, hoe duur voetballers ook be taald mogen worden, dat andere, die broederschap, vergeten wij nooit. Want diep binnenin, weet U, is voet bal geen zaak van geld en van tech niek, maar van de harteklop van warm, menselijk bloed. En dat bloed schijnt met adiks als Harry Nitzschke ook be graven te zijn. Sajang kanee sajang kanee! MALEIS RIJMSPREEKWOORD Abang kaja, abang saja, Abang pajah, bukan punja saja. (Als mijn broeder rijk is, dan is hij van mij, Als hij arm (pajah) is, dan is- hij niet van mij). Ambons spreekwoord: tjili kata ha- lia; tjili is lombok en halia is peper: de pot verwijt de ketel. A.M.G.K. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 10