AFSCHEID oooooooooooooooooooooooooooo n O Van de duizend-en-een-beelden, die ik in mij opnam in de dagen vóór ik uit Indonesië vertrok, wilde ik er één neerschrijven, dat mij tot aan mijn dood zal bijblijven. 't Afscheid van 't land, waar ik niet geboren, maar wel getogen ben (en hoe!) stond voor de deur. Na 5 maan den door de T.N.I. gevangen gehouden te zijn op Ternate, Menado en Makas ser, moest ik weg uit 't land, dat mij zo lief was; "omdat de Indonesische regering de blanda geen veiligheid kon garanderen". En dat dit geen loos dreigement was, is ons in de loop der tijden gebleken. Mijn laatste dagen in ons zonnig Indië bracht ik door in Djakarta, i.v.m. het in orde maken van mijn papieren, o.a. van de bewijsstukken voor afvloeiing via de garantiewet. Zoals wij allemaal weten, ligt de ge meente Mr. Cornelis vlak tegen Dja karta aan en 't is in 't eerstgenoemde plaatsje, waar ik mijn zalige! zorgeloze jeugd heb doorgebracht. Begrijpelijk trok mijn hart erheen, om het afscheid uit Indië compleet te maken. Niettegen staande de angstaanjagende geruch ten, leende ik op een dag een fiets en peddelde er heen, niet in het race tempo van "toen vroeger", maar be wust langzaam, om als het ware elk beeld goed in mijn geheugen te pren ten en diep in mijn hart te bewaren. Mijn tocht ging van Koningsplein naar Pasar Senen. Naast de bioscoop, op 't drukke Parapattan, pakte ik, "voor 't laatst" een ijs pasra. Ik zat daar als enige Europeaan en inderdaad wierp de bevolking mij zo nu en dan een steelse blik toe. Ik voelde me niet erg op m'n gemak, hoewel 't in die tijd nog rustig te noemen was (januari '51). Voor mijn prestige bleef ik echter ui terlijk kalm genieten van mijn af- scheids-pasra. Onderwijl gingen mijn gedachten terug naar de tijd, dat ik op de Sekola Mendjangan schoolging (1921) en daarna op de K.W.S. ('21- '26) en ik op diezelfde plaats van een ijs-pasra had genoten. Na mijn ijsje liep ik, met de fiets aan de hand, langs de gezellige drukte van toekangs djoewalan en rombengans. Toen ik de lange file voorbij was, stap te ik weer op de fiets en reed via Kramat, Salemba naar Mèstèr. Ik heb nog even een blik geworpen op Ma- taramweg 44, waar ik met mijn vrouw 't pavillioen had bewoond en waar on ze zoon in '34 geboren is. Langs de weg zag 't er onverzorgd uit en dit zelfde beeld vertoonden ook de erven van de woningen, waar wel geen Euro peanen meer gewoond zullen hebben. Voor 't klooster ben ik afgestapt om naar het drukke verkeer te kijken, 't Krioelde er van betja's, fietsers, gro- bakjes, toekangs pikoelan, met hun "heerlijkheden"; doodgewone Indische 20 vruchten en de, vaak zeer onhygiëni sche kwee kwee. Ze passeerden mij, zonder te vermoe den, wat er in mij omging en wat mijn aanwezigheid daar betekende. Plotse ling hoorde ik een kreet, die gevolgd werd door: "Si Cóóó!" Betjaremmen knarsten en een bruine figuur sprong uit 't vehikel en rende met uitgestoken hand op me toe. "Si Co, dari mana datang? Apa kabar?" Ook de betjabestuurder moest mij de hand drukken. Ik had Ran bereids her kend, met wie ik in mijn jeugd zo vaak had gevoetbald op 't grasveld van de Lammerslaan, waar ik toen woonde... Tussen "toen" erf deze dag van af scheid lagen ongeveer 30 jaren. Met één slag vergat ik mijn nog zo kort geleden gevangenschap. Alleen mijn jeugd met Ran en andere sobats her leefde. Na herinneringen opgehaald te hebben en wat over en weer gepraat, schrijnde, naast de blijdschap van de ze ontmoeting met een makker uit tempo doeloe, mijn a.s. vertrek; voor goed. Vaarwel, beelden uit mijn kinderjaren. Slamat tinggal, lief Indië. de Bruijn, Maastricht TJITJAK EN SPRINKHAAN Het was donker en nacht. Ik sliep en in mijn dromen Hoorde ik de deur, heel zacht, Of iemand binnen was gekomen. Een klop, klop, klop, Deed mij ontwaken, Verschrikt wekte ik op, Durfde geen licht te maken. Had ik mij vergist? Ik hoorde geen geluid. Maar weer, daar is 't, Achter de kaptafel kwam 't uit. Ouders in de kamer naast, Werden door mijn kreet gewekt. Geschrokken kwam Pa, in haast, Zien wat ik had ontdekt. Veilig licht ging aan En even was het stil, Doch toen Pa wilde gaan, Opnieuw klop klop paskwil. Paps, die zachtjes liep, Om de geest niet te doen wijken, Mij dan onhoorbaar riep, Te komen kijken. Wat ik zag was een tjitjak, Verorberend 'n sprinkhaanbout, Met moeite en telkens een smak, Tegen het kaptafelhout E.S.V.K. ZEN Een blinde, die op een avond een vriend had bezocht, kreeg een lantaarn aangeboden om mee naar huis te nemen. "Ik heb geen lantaarn nodig", zei hij, "donker of licht, het is voor mij allebei hetzelfde." "Ik weet dat je geen lantaarn nodig hebt om je weg te vinden", antwoord de de vriend, "maar als je er geen hebt kan iemand anders tegen jou op lopen. Daarom moet je hem meene men." De blinde vertrok met de lantaarn. Nog voor hij erg ver gekomen was, liep er iemand vierkant tegen hem op. "Kijk uit waar je loopt!" schreeuwde hij tegen de vreemdeling, "zie je deze lantaarn soms niet?" "Uw kaars is uitgegaan, broeder", antwoordde de vreemdeling. Dit eenvoudige verhaaltje, waar veel meer diepte in zit dan men oppervlak kig zou denken, is één van de vele uit het boekje van Paul Reps: "Zen zin; Zen-onzin", en waarin het Zen- denken (en leven!) aan de lezer wordt gebracht niet in ellenlange, zware be schouwingen maar in een serie heel korte en haast "onnozele" verhaal tjes. Zeer de moeite waard om te be zitten, te lezen en vele keren te her lezen. 11,50. HISTORISCH Het gebeurde op een receptie ter gelegenheid van Koninginneverjaardag bij G.G. Rooseboom. Deze had een adjudant die gevoel voor humor had en nu eens niet de ambtenaren vol gens rang en anciënniteit gerangschikt had, maar naar de aard van hun naam afriep: Dus: De Bruin, Zwart, de Wit, van Rooyen, Blaauw, enz. De Zwaan, de Vogel, Kiewiet de Jonge, van Erp Taalman Kip, d'Hondt, de Kat. Willemse, Pieterse, Jansen, Klaas- sen. De Korte, de Lange, enz. Waarop de GG, die blijkbaar die humor niet kon appreciëren, plotse ling in de deftige zaal uitriep: "G.v.d! Zit je me nog langer te bed.nderen?!" A.M.G.K. LEZERS IN AMERIKA g Denkt U eraan dat voor zoekge raakte of extra Tong Tong num mers, U altijd terecht kunt bij Marijke Steevensz, 12255 Allardstr., Norwalk, California 90650 Op hetzelfde adres kunt U ook vele Nederlandse boeken bestel len. Informeert U eens! Vlugger en goedkoper dan naar den Haag schrijven! O OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 20