Lin Scholte in Suriname(ll) In ons vorige nummer publiceerden we het eerste deel van een lange brief uit Suriname van de bekende schrijf ster van "Anak Kompenie", Lin Schol- te. Hier volgt het tweede en (voor lopig) laatste deel. Uit economisch oogpunt gaat het In dische meisje hier niet zelf naar de pasar. De kooplui overvragen haar en zetten haar af. Daarom stuurt ze haar 'meisje' (ook al is het een "belegen" van vijftig; géén baboe, maar meisje), zeker 1 x per week naar de passar. Het is een zeldzaamheid schijnt het, wanneer je een meisje zo gek krijgt om tweemaal per week naar de passar te gaan. Er is elke dag passar; zelfs zondag een halve dag. Ook de Chi nese toko's (stores) zijn hier alle da gen van de week open van 's morgens 7 tot 13 uur 's middags. Ze sluiten van 13 tot 16 uur en openen van dan tot acht a negen uur 's avonds, 's Zondags zijn ze enkele uren open, en wel van elf tot twee overdag en van zeven tot acht 's avonds. Zo ook de 'bombay- winkels' die evenwel om zeven uur 's avonds sluiten. De Europese sluiten om achttien uur. Het Indisch meisje koopt het "meest betrouwbare" vlees toch liever bij Kersten, een Europese zaak die 29 juni l.l. 200 jaar bestond. Kersten is een soort Bijenkorf, een winkel-van-sinkel waar je van alles kunt kopen. Er zijn genoeg Indische meisjes die met een 'eigen wagentje' alle boodschappen doen de passar uitgezonderd Anderen doen het per bromfiets, maar er zijn er ook die afhankelijk zijn van het gerij en 'de lol' van manlief. In dit geval wordt het 's middags na de siësta gauw-gauw baden (zeker 3x daags, net als daar!), aankleden en dan mee met manlief in zijn wagen naar de stad. De afstanden zijn hier groot en een wagen is echt geen over bodige luxe. Daarbij de hitte overdag die een rit met de stadsbus niet tot een plezierig winkelen noodt. Over het algemeen heeft het Indi sche meisje het hier minder gemak kelijk dan haar zussen vroeger in de Oost, geloof ik. Ook al heeft ze hier het gemak van een frigidaire, gasoven, wasmachine, centrifuge e.d. Want die dingen bezat niet ieder van ons vroe ger, waar of niet? Geloof maar dat ze hier geen meisje krijgt, als ze de was zou moeten doen zonder wasmachine. Een bediende is hier echt onmisbaar, al zou die slechts het grove werk moe ten doen. Ze komen doorgaans binnen ca. half acht 's morgens en gaan 's middags half twee, twee uur en zelfs nog later naar huis. Het salaris varieert van veertig tot vijftig gulden daarom trent. De hitte die zich hier al bij half negen 's morgens doet voelen, laat het gewoon niet toe dat een huisvrouw het hele huishouden zelf doet. Die dwingt haar gewoon tot langzaam-aan-actie, of ze wil of niet. Dus wil ze 'opschie ten', dan moet het huishoudelijk werk met een hulp worden gedaan. De huizen zijn hier over het alge meen groot, net als daar. Maar de bouwtrant is weer niet dezelfde. De meeste huizen staan op hoge stenen palen, ca. 31/2 a 4 m. van de grond; de buitenmuren zijn van baksteen maar de binnenmuren van hout of houten platen opgetrokken. Ook de vloeren zijn van planken. De plafonds zijn hoog; het grondoppervlak waarop het huis van onze kinderen staat, beslaat 44 vierkante meter. Bijgebouwen zoals we die daarginds hadden, heb je hier niet. In de ruime kolong van het huis is ca. 31/2 x 7 vierk. meter afgezonderd voor de zgn. bediendengemakken. De ze bestaan uit een flinke kamer, die als goedang wordt gebruikt; het an dere vertrek is onderverdeeld in twee kamertjes. T.w. het bediendentoilet en het washok. Hierin staat dan ook de wasmachine en verdere wasattributen. Toch zijn er wel huizen 'gelijkvloers' die veel weg hebben van onze huizen in Indië. Ook wel de zgn. bungalows. Deze huizen op de begane grond heb ben betegelde vloeren. y», Zij die het 'doen' kunnen hebben airco oftewel airconditionner in huis. Een apparaat zo groot als onze gas haarden in Holland, en net zo duur in de aanschaf als de aanleg. Maar het electriciteitsgebruik stijgt er ook stellig mee met ca. 35,of zo per maand. Dus net als je in Holland zoveel uit geeft in de winter voor warmte, zou je hier moeten uitgeven voor frisse kou. Tegen de muskieten worden de kamers of alleen de slaapkamers 'ge screend' zeggen ze hier. "Die toetóóp sama ghas" (gaas) zou mamsje zeg gen. Maar dit alweer voor hen die het doen kunnen. Anders gewoon maar met onze vertrouwde obat njamoek. (Muskietenkaérs, katanja de lui hier). Want zonder deze groene, smeulende spiraaltjes tjap Two-tiger of Moon- tiger is het 's avonds beslist niet om uit te houden gewoonweg. En slapen? Ja onder de klamboe natuurlijk. Net als toen. Om op de huisvrouw terug te ko men: hier wordt ook elke dag de kle- renwas gedaan. Dit is immers onver mijdelijk met deze hitte, waar je je vaker verschoont op een dag. Vertier in de vorm van lekker op terrasjes van restaurants zitten is er niet bij. Ik be ta het eerste deel van haar Suriname-verhaal schreef Lin Sc/oolte ook over de "piranha" die gevaarlijke vis uit de Zuid Amerikaanse rivieren. Deze tekening gaf Lin erbij, die wel een beetje laat komt, ja? doel niet het lid zijn, het verplichte lid zijn van bv. Torrarica ad 200,'s- jaars of 'Dolfijn' idem, om ten alle tijde gebruik te mogen maken van 't zwem bad en te liggen niksen in de zon (stapel!) en een glas cola van vijfen zeventig cent of juice van 1,50 (resp. dertien cent per fles bij de tjina en een kwartje acht djeroeks op de pasar, als je ze thuis zou drinken!) Je snapt wel dat dergelijke gelegenheden te ex clusief zijn voor het Indische meisje- van-alle-dag nietwaar? Er zijn er wel, zeker, die dat doen. Maar waar wij het over hebben is het dierbare, eenvoudige en gewone In dische meisje toch? En niet njang bla- ga ontjom, o zo! Dus niet het gezellig winkels bekijken en daarna een afzak kertje nemen bij Oen, Hoenkweehuis, Luilekkerland en zo, zoals we het toen konden doen. Nee, het levensrithme is hier geheel anders dan we het daar gewend waren. Wat ik hier hóe dan ook een vorm van slavernij vind, is het zg. piara van een anak-poengoet. Creoolse, Hindoestaanse, Indiaanse, een doodenkele keer een Javaans kind. Onder het mom van het kind 'aanne men', dus in ruil voor het voeden en kleden, laat men dit kind intussen al lerlei huishoudelijke karweitjes op knappen. Zolang dit de grenzen van pantes niet overschrijdt, akkoord. Maar wat te zeggen van bv. een pension houdster die een kast van een huis met drie verdiepingen laat opvegen met stoffer en blik door een meisje, een kind van net twaalf jaar? Dat naast allerlei huishoudelijk werk tot kleuters oppassen toe, verder geen ander huis houdelijke hulp heeft? En laat me je vertellen dat het interieur van dat pen sion er proper uitziet. Maar ik merk dat ik ga critiseren op bestaande toe standen, en dat wil ik niet! Mieren heb je hier ook, en hóe! Alles, zowat alles moet veilig wegge zet worden tegen die beestjes. Al wat zoet is of zoetig smaakt, móet gewoon in de ijskast waar ze niet bij kunnen. De grote pikzwarte mier, die we als kinderen wel eens vingen adoe, weet je nog wel? De venijnige semoet api en de hele fijne die overal door heen dringen. De rang-rang heb ik niet ge zien. Net zo min tjitjaks. Die heb je hier niet. In hun plaats komen wel eens boomkikkers jacht op insecten maken. 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 8