SPELEN MET BAAIEN "Mam, mogen Maudi (Gina, Hilde, Pau la, Meitie, Thelma enz.) bij ons spelen met baaien?" Spelen met baaien bete kende vriendjes en vriendinnetjes te eten en te spelen hebben zonder dat zij tussendoor naar huis moesten om te baden. Geen verjaardag was kompleet zonder dat gezamenlijke bad, en vrien dinnen kenden eikaars badkamers even goed als de voorgalerij. Bij Paula bijvoorbeeld, was de badka mer tamelijk klein en de gedèk buiten muur verschafte talloze kijkgaatjes aan de jongens die ongeduldig op hun beurt wachtten. Hun gegiechel ver raadde hen en dan ging er 'n gajong water srót tegen de muur aan! Weg waren de gluurders dan, en wij zongen vrolijk verder, of zaten op eikaars rug (sado rijden) of werden op de schou ders rondgedragen (in een kossong rijden). En wat heerlijk als de mandibak ge- koerast moest worden en wij erin mochten! Bij Paula werden de kleren gedistribu eerd door oma, die op de balé balé zat, omringd door stapeltjes pas gestre ken goed. Ik probeerde net als zij op de balé balé te zitten, maar op de een of andere manier werd ik altijd wel er gens kedjepit tussen de venijnige bam boelatjes. Meisjes deden altijd langer over hun toilet dan jongens; soms moest een Sitih of Mina helpen met lastige knoopjes en strikjes. Ik herinner me dat hun snelle vingers de warme geur van ingevocht linnengoed hadden. Wij zijn allemaal tegelijk klaar en in gespannen verwachting wat we bij de thee zullen krijgen. Zal het ketan met klapper en suiker zijn? Of zalige kolak, of boeboer soemsoem, wadjik, ketella poehoen of oebie. Misschien katjang idjoe, of is er wat lekkers gebakken? Dat waren middagen vol gezellige feestelijkheid. Soms, als ik geteisterd werd door de hoofdpijn, vond ik het prettig om al leen te baden. Op klompen, voorzichtig om zo min mogelijk het hoofd te be wegen, loop je over de lange gang naar de badkamer, ogen halfdicht te gen het schelle licht. Heerlijk om in de koele badkamer te zijn. Even stil blij ven staan: genieten van het weldadige groenig gezeefde licht... Deze badkamer noemde ik heimelijk mijn groene tempel. Langzaam de zonr neplekjes in het water van de mandi bak volgen, dan de klompen uit, ai! wat zijn die tegels koud. De hoofdpijn is al half over. Dan, eindelijk, pak je de gajong. Een voorzichtige schep water over je heen, daarna sneller en steeds overvloediger, o wat is dat koele frisse water verkwikkend! Niet die zuinige lauwe straaltjes van de douche, nee, gulle gajongs vol, dat is pas baden. Mijn kinderen spelen ook in het bad. Als zij geurig de trap afdansen vis ik op de tast duikerbrillen, snorkel en bootjes uit het bad. De badkamer staat vol stoom. Eerst het raam open! spie gel zemen, talk wegvegen, bad en "MAATJE" NITZSCHKE Over Harry Nitzschke (zie TT No. 5, "Oók Harry") schreef Bapa Allard nog het volgende: "Ik heb geen van de gebroeders Nitzschke persoonlijk ge kend, maar ik heb ze alle vier bewon derd als voetballers. Prima sportkerels, zowel in fysiek als geestelijk opzicht. Ik heb nooit van één van hen ook maar iets dat op een unfaire daad leek, ge zien. Het enige wat ik nog aan je artikel zou willen toevoegen^s de rol van de moeder van het viertal Guus, Fred, Vic en Harry. Zoals zij heeft meegeleefd niet alleen met haar vier voortreffelijke zoons, maar ook met heel Vios, dat is wel een unicum..." Dit eenvoudige, korte briefje hoort écht bij Tong Tong. Want de groei en bloei van het Indische voetbal zijn on denkbaar met de vele voetbal-paatjes en maatjes die onze sport gekend heeft. Stoelde elders in de wereld de sport op de maatschappij, in Indië stoelde de sport in het gezin en waren het op de eerste plaats de familie-eer en familie-geest die de sport in het oude Indië zijn cachet gaven van apar te broederschap en trouw. Goed ge zien, Opa Allard! SLANGEN IN HOLLAND? Op een dag wilde ik een zakdoek pakken en opende argeloos de linnen kast, maar had op 't zelfde moment de deur alweer dichtgeslagen, want on derin de schemerige diepte had ik de beruchte zwart-witte kronkels gezien. Bevend stond ik voor de dichte kast en zag ineens mijzelf als klein meisje op blote voeten in een grote Indische tuin. De kebon liep weg, triomfantelijk met aan een stok de dode slang. Het was een fel gevecht geweest tegen de zwart-wit geringde. En Kokkie stond naast me: "Nóóón, pas toch op voor deze, als deze jou bijt ben je dood, in een uur". Maar nu wil ik nuchter nadenken. Hoe komt een oelar welang in een Haagse linnenkast? Dat kan niet. Onmogelijk. Toch nog met trillende handen open ik voorzichtig de deur en zie daar... Dat is waar ook. Mijn nieuwe strijk ijzer heeft een zwart-wit snoer. L.'tH. Zó LOOPT HET INDISCHE MEISJE Recht als een pinangstam, met de soe pel deinende gang van een panter en de sierlijk lichte tred van 'n kidang- hinde... G. H. Bartman vloer schoonmaken, jassen en hand doeken uithangen tegen de tijd dat ik alle badsporen verwijderd heb, voel ik me een makreel, glad, nat en vooral gestoomd! Maar de kinderen zijn schoon, dat wel. En zij houden van hun manier van baden. kenèsse heks 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 12