VAN TIJD EN RUIMTE
.1
Gaarne wilde ik u langs deze weg feliciteren met de bijzonder in de smaak
vallende voorplaat van de Tong Tong van 15 mei (met de heer in de sado
Red. TT.).
In vorige nummers hebt u het wel eens gehad over brieven van tijd en ruimte;
in die zin kan deze foto genoemd worden een beeld van tijd en ruimte, nimmer
verouderend, altijd actueel in het bestel van het voorbije-, huidige- en toekom
stige Indonesië.
De heer Cromjongh heeft zich op een treffende en gelukkige wijze laten foto
graferen! J. M. Gerverdinck
Van andere lezers krijg ik vaak het
verzoek te horen om vaker "Brieven
van Tijd en Ruimte" te schrijven en
inderdaad zou ik dit wel kunnen, want
ideeën ervoor komen er meer dan ge
noeg uit onze lezerskring. Maar wie
wat dieper nadenkt, beseft dat onze
hele Tong Tong één grote brief is van
Tijd en Ruimte. En dat in tientallen
artikeltjes, brieven, foto's en andere
herinneringen een verborgen Brief van
Tijd en Ruimte verscholen ligt.
Als men maar tijd vindt om Tong
Tong wat zorgvuldiger te lezen en over
heel wat dingen dan langer na te den
ken, ontdekt men ze vanzelf. Zoals
Gerverdinck hier aantoont.
Want wat is zo'n Brief van Tijd en
Ruimte eigenlijk? De ontdekking van
een tijdloze, dus fundamentele waar
heid onder de ontelbare vergankelijk
heden. In sommige vaak waardeloos
geachte vergangenheden schuilen
essenties, die niet alleen onvergetelijk
blijven, maar een diepere inhoud heb
ben die steeds weer in andere ge
daanten herboren zal worden.
Cromjongh was op zijn eigen houtje
zo'n ontdekker. Die zijn maatschappij
niet gedachteloos en automatisch ac
cepteerde. Maar hij bleef b.v. naar
zo'n sado of deleman wat langer kij
ken. En dacht: drommels, toch een ver
duiveld aardig karretje! Op de eerste
plaats; origineel! Nergens in de we
reld heb je zó'n gezellig en sierlijk
wagentje. Met zijn blinkend nikkelbe-
slag op peerdetuig en wagen. Met zo'n
ranke sierzweep en tinkelende belle
tjes! Veel origineler en gezelliger ook
dan b.v. een fiets of een auto! Ik laat
me eens kieken in zo'n wondermooi
geval. Zo'n foto is óók mooi!
Dat was ontdekking van Tijd en
Ruimte nummer één:
In het meest gewone zit juist het ori
ginele verborgen. ALTIJD. Wie maar
niet domweg gelooft wat krantenarti
kelen en advertenties zeggen, die zich
de tijd gunt om zonder inmenging van
anderen rustig om zich heen te kijken,
zal ALTIJD veel dierbaars ontdekken.
Ook zit je in zo'n deleman "middenin
de Ruimte": geen gesloten doos, maar
uitzicht naar alle kanten. De hele we
reld stapt van alle kanten de deleman
in.
Ook zit je in zo'n deleman "middenin
de Tijd", want de deleman gaat nooit
sneller dan één PK (en vaak aanzien
lijk kalmer!). Je wordt niet met een
machine van 60 PK zó voortgesleurd
dat je after all geen klap ziet van wat
er in de wereld gebeurt. Doe je met
een deleman twintig minuten over een
afstand waar je met de auto drie mi
nuten over rijdt, dan heb je twintig
minuten méér Ruimte en Tijd i.pl.v.
drie.
Ook leef je in de deleman intiemer
met Natuur en Medemens. Kan je
soms in "idiote" ogenblikken
niet vertederd naar de wiegende rug
van je sadopaardje kijken en je er op
een geheimzinnige wijze lotsverbonden
mee voelen? Soms geef je de koetsier
de opdracht om niet de zweep te han
teren. En soms geef je hem eigener
beweging een stuiver meer: krijgt z'n
paard misschien een beetje dedek
meer. En ook kan je soms met je
koetsier keuvelen. En op een vreemde
manier getroost raken door zijn kalme,
berustende, sympathieke stem.
Ja, zelfs in een leven waar Ik het be
langrijkste is, is die Ik een mederijder
met een nevenmens in de deleman van
de maatschappij. Er is méér dan func
tionele verbondenheid: altijd ook Men
selijke! En is dat niet alle eeuwen door
zo? En over de hele wereld? Ziedaar:
Tijd en Ruimte.
Zo kan~jiTwel doorgaan, Tjalie. En
overal Tijd en Ruimte ontdekken! Als
dat zo IS, wel dóe het. En wees ge
lukkig, mijn waarde!
de berg
's morgens vroeg in vers dauwbedruppeld gras
loop ik met blote voeten
de blauwmistige morgen in
ver en verheven voor mij
wacht de berg
de berg die ik nooit meer kan vergeten
machtig en vertrouwenwekkend
geen stramme, lineaire horizon
maar de gebogen bultenaar
die eeuwig bukkend
gelukkig met de aarde bezig is
blauw-groen, zacht wazig
versluierd in de twinkelende tropenzon
van morgen-ontwaken
totdat de hellingen bevonkt
te lachen liggen in stralengroeten
een verre haan kraait het begin in
van de nieuwe dag
een vrouw die haar sarong schikt
de kondeh knoopt bedwongen anthracieten
slang
en luistert naar de perkoetoetroep
de berg leeft en ademt
op zijn helling: akkers, klapperbomen
djagoeng en zo maar een weg,
de berg leeft
voor mijn ogen
die op blote voeten
staan in het dauwbedruppeld gras.
b. martel
10