BANDJIR! BANDJIR! OBRAL en KOOPJESWEEK TOKO TONG TONG In de "Kopi Toebroek", nummer van 15 sept. heeft Rini een hartig woordje gezegd over het toenemende "gebrek aan manieren" in deze tijd. Zij is niet de enige. In tientallen brieven en ge sprekken van Indischgasten wordt dit onderwerp regelmatig aangeboord en we weten ook wel: wie wat aan te merken heeft op die verslechterende manieren (en zeden) wordt afgedaan als "ouwerwets" of "hypocriet". Punt. Toch behoort dit "normenbederf" gewoon bij dë veertig jaren geleden door Ortega y Gasset voorspelde "stij ging van de massa's" (de "Opstand der Horden"): want met deze "horden" komt ook het canaille omhoog. Net zoals bij het stijgen van het kaliwater ook het kali-vuil en slangen en kren gen omhoog komen en erven over spoelen. Het is niet een soort opvoe dingsfoutje dat één, twee, drie gecorri geerd kan worden. De "encanaillering van de sport" is het eerst waargenomen en gesigna leerd, tientallen jaren geleden al. Maar alleen sportlieden weten hoe vergrofd en vermaterialiseerd de sport eigenlijk al lang is en hoe weinig er overge bleven is van oude begrippen als broederschap en eer. Zo is langzamer hand ook de literatuur doortrokken ge raakt van pornografie, het spraakge bruik door schuttingwoorden, toneel en film door exhibitionisme, de melodie door lawaai, ambitie door hebzucht, enz. enz. enz. En de begrippen "pa- toet" ("zoals het hóórt") en "aloes" (verfijndheid, gevoeligheid) sterven meer en meer uit. Nogmaals: het is een structuurver schijnsel: bij bandjir hoort viezigheid, geweld, vernieling. Hier valt niets meer schoon te maken met sapoe en tjang- gok. Of wé keren de vloed óf we dekken ons er zoveel mogelijk tegen. Natuurlijk zijn er genoeg mensen die kletskousen willen: "Het is tenslotte toch óók water. En water wast schoon!" Maar zulke mensen hebben nooit een bandjir gezien. Want er zijn nu eenmaal veel soorten water. En hoe mooi een theorie ook uitgesponnen mag worden, het blijft toch maar een nuchter feit, dat men niet in élk water baadt en niet élk water drinkt! Zo zijn er ook mensen en mensen. Mijn eerste lesje op dit gebied zal ik niet gauw vergeten. Als 12-jarige jon gen kwam ik in Holland en op een middag luisterde ik tegen wil en dank naar een opgewonden gesprek van twee buurtvrouwen op straat, en hoor de zeggen: "De koningin is ook maar een gewoon mens, hoor! Net als ik!" Zo'n uitspraak had ik in Indië nooit ge hoord. Mijn eigen ouders b.v. waren mensen die zeer hoog opzagen naar de Koningin. Het eerste deel van die uitspraak trof me werkelijk als een soort openbaring, die me in m'n latere leven nog vaak tot dieper nadenken bracht. Maar het tweede deel van die uit spraak ("net als ik") is me nóg langer bijgebleven. Want ik zag de twee ka kelende wijfjes, zag en hóórde de heb berige, onverdraagzame en domme mentaliteit en wist: dat "net-als-ik" is NIET waar! Ik had nog nooit een ko ningin gezien in m'n jonge leven, maar ik had er in elk geval een idee van, dat eventueel min of meer onjuist was. En later zeker aanmerkelijk "gecorri geerd" zou worden. Naar twee kanten. Ook U zult over de essentie van de vergelijking koningin burgerjuffrouw Uw hele leven gepiekerd hebben. In duizend en één variaties leeft deze vergelijking (en het conflict) in alle samenlevingen. Daarop in feite zijn practisch alle sociale en culturele con flicten gebaseerd. Met naast goede ge volgen ook zeer kwade. We weten dus dat onnoemelijk vele misverstanden en misdragingen berus ten op eeuwig en altijd dezelfde "ver gissing": dat een ander net zo is als ik. IK ben de maatstaf van alle be- en veroordelingen. En als op de vergis singen van vele "ikken" een politiek of een cultuur wordt gebouwd, dan kan dus zoiets komen als een "cultuur bandjir" met banjak rommel en ellende. U en ik hebben de bandjir niet ver oorzaakt, dus ook niet het vuil in die bandjir. Ergens vér en lang geleden is het gaan regenen in de goenoeng. En nu kabbelt hier het vuil tegen de stoep van Uw huis. Hadden we eerder dijken moeten bouwen? Afwaterings kanalen moeten uitgraven? Beter vuil moeten opruimen? Hadden we minder oppervlakkig moeten leven en minder moeten jagen naar bezit (waardoor ook altijd veel afval ontstaat)? "Hadden we maar..." heeft nooit enige zin gehad. Twee dingen doen: 1. Je eigen stoep schoon houden en je huis droog en veilig (want straks zullen velen bij je komen om hulp!), 2. Voortdurend waarschuwen voor wat fout geweest is, wat nu fout is en dus later wéér ellende brengen zal. Dat is dus in alle eenvoud: tongtong slaan. Net als bij élke bandjir. Dat is dus: onze stem laten horen om onze ge meenschap te beschermen. Jammer ja, dat we geen sterker gar- doehuisje hebben gebouwd? En geen echte, grote tong-tong? Alleen maar zo'n armzalige kleine titir van bamboe! Wie zal nu, als het water verder rijst, ons bilikken gardoehuisje bescher men? T.R. P.S. En nu maar hopen dat sommige mensen die slecht lezen of kwaadden kend zijn, niet zullen schreeuwen: "Royalist! Anti-socialist!", maar ook dat hoort bij bandjirs... Dichte neus, stijve nek, J spier- of gewrichtspijn? MUPA BALSEM BRENGT VER- LICHTING EN GENEEST. Heerlijk warm, niet scherp, pret- j tig uitsmeerbaar en geeft geen vlekken op het goed. Een voordelige pot van 20 cc 3,— (20 ct porto) Kennismakingsblikje van 5 cc 0,80 (20 ct porto) I Neem een potje in huis voor de koude dagen iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiiiiiiii Vervolg van: "Bij de Voorplaat" Omdat Bojolali "niet vergeten" be tekent misschien? Bo-odjo-lalL? Omdat hij heimwee heeft? Omdat hij "Indone sië terugzoekt"? Of omdat hij nu pas goed weet dat alleen dat leven goed is, waar de mens samen met de nacht uil en de roerdomp aan één straatweg leeft? Hoor! Daar is het zingen weer van die stem in het venster. De stem ach ter de delimaboom. Pas nu luister ik aandachtiger naar de woorden en tot mijn onzegbare vreugde komt het pla gerige deuntje terug uit mijn kinder jaren, daar aan die straatweg met ou de bomen: "Odjo lali, Njoo, wis ta' kandani, Njool..." (Vergeet het niet, mijn jongen, ik heb je ervoor gewaarschuwd, jongen!) De plagerige, liefdevolle stem van Tjang van meer dan een halve eeuw geleden. En ik weet dat ik alleen geleefd heb om niet te vergeten. Dat mens-zijn is: niet vergeten, hoe oud de wereld ook worden zal. T.R. 25 t/m 30 November. 28, 29, 30 November ook tot 9 uur n.m. Zie pagina 12. 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 3