Herinneringen van een olficiersvrouw hotel ,ardjoena' ONZE LUITENANTSTIJD IN NEDERLANDS-INDIË 1903 Mijn vader, generaal-maj. van het Nederlandse leger, die in zijn jonge jaren ge detacheerd was geweest bij het K.N.I.L. had ons zoveel interessants verteld van Indië, dat zijn drie dochters prompt het plan maakten later naar Indië te gaan wat ook is gebeurd. In 1903 ging mijn man als 2e luit'nt naar Indië en we kwamen getrouwd uit, zoals dat heette. Ik was nog geen 20. baai van Ambon gaf ons gelegenheid tot watersport met eigen zeilprauw, of schoon door de invallende winden een zeer gevaarlijke wieling in het water kon ontstaan, de zg. barat-daja, waar door wij ook eens zijn overvallen. Je mocht roeien wat je kon, je kwam geen streep verder. Steeds grotere golven sloegen in ons prauwtje. Gelukkig had een bewoner van de overkant onze hachelijke toestand gezien. Hij stuur de een grote orembaai, waarin we met veel moeite overstapten. Het prauwtje werd op sleeptouw genomen. Zo on dervonden we dat het ogenschijnlijk kalme water niet te vertrouwen was. Onze rust duurde niet lang. Al spoe dig werd mijn man op "excursie" naar Ceram gezonden. Met een collega maakte hij beurt om beurt patroulles, waarbij zijn vriend op een dag door een pijlschot in de hals dodelijk ge troffen werd. Nadat een berucht ben- dehoofd gevangen genomen was, keer de mijn man weer terug naar zijn vredesgarnizoen, wederom met zware malaria. Evacuatie naar een koel kli maat was noodzakelijk. Zo kwamen we weer op Java, thans op Bandoeng met ziekteverlof. De eerste plaatsing was Tjimahi. Heerlijk klimaat- het leven was ge noeglijk en zeer eenvoudig. De voor galerij-inrichting bestond uit tafel en 4 wipstoelen, wat geen bezwaar was, want, kwamen er meer dan 2 mensen op bezoek, dan werden bij de buren stoelen geleend,die dan ook precies t zelfde waren. Onze eerste zoon werd geboren, 't Leven ging rustig verder, tot na 11/2 Jaar m'Jn man 9ezonden werd ter excursie naar Djambi. Dat heette toen excursie en niet expeditie, vanwege de goedkoopte. Er was geen entree de campagne bij en de toelage was kleiner. Toch werd daar door moei lijk terrein gepatrouilleerd om vijandige benden op te sporen, waarbij doden en gewonden vielen. Een merkwaardig heid moet ik nog vermelden, nl. dat de opvoer van barang per hekwieler vrij was, reden waarom mijn man meer dan het strikt noodzakelijke had mee genomen, o.a. boeken om zich in het eenzame bivak in de rimboe het leven wat aangenamer te maken. Deze bepa ling werd later ingetrokken met terug werkende kracht, zodat we na weder om op Tjimahi geplaatst te zijn f 79.— moesten terugbetalen. De som is mij bijgebleven, want het was in onze ar me luitenantstijd een zware slag! Zo leefden wij weer een rustige tijd op Tjimahi, waar onze 2e zoon geboren werd. Na 1'/2 jaar werd mijn man op "excursie" gezonden naar Jamdena, Tenimber-eilanden. Dit was een straf expeditie, daar er bij het laatste be zoek op de resident geschoten was. Met tact en beleid werden 7 rotsves tingen genomen en 800 geweren (oude voorladers) ingeleverd, zonder dat er 'n schot was gevallen. Mijn man maak te een uitvoerig rapport over de merk waardige zeden en gewoonten van de Jamdenezen. Al heel spoedig lag het grootste gedeelte van het detache ment met zware malaria, waarvan mijn man ook het slachtoffer werd. Hij werd afgelost, naar Ambon gezonden, waar hij nog zware aanvallen te verduren had. Ik had gedurende die tijd bij familie op Java kunnen logeren, maar kon toen spoedig naar Ambon volgen. We kregen een huis in de Grote Olifantstraat. Merkwaardig waren die oude compagnieswoningen daar; groot, met zware pilaren; geen voor erf, vlak aan de straat. Zo ook de huizen van de over- en naaste buren. Straatnamen dateerden ook uit de ou de Compagnies-tijd: Nekkebrekersteeg, Paradijs, Verlengd Paradijs! De mooie buiten- en binnen- tijd kreeg naar de babykleertjes te kijken voor de op komst zijnde vierde. Daar komt mijn man binnen met het verrassende bericht: "we zijn overge plaatst naar Magelang" Nu lokte deze plaats ons heel wat meer dan Amba- rawa. Dus wij het zaakje weer gepakt en in Magelang direct getrokken in een ons toegewezen woning, waar na één week onze 3e zoon geboren werd. De andere drie hadden allen kinkhoest, aan boord opgedaan. Daar zaten we dus eindelijk in een vredesgarnizoen, thans wegens korting óp voorschot op inrichting op een tractement van f 135.p.m. Dankzij secretariaat van de soos en artikelen schrijven in diverse bladen trachte mijn man de eindjes aan elkaar te knopen, doch toen na 1'/2 jaar zijn overplaatsing afkwam naar Taliwang op Soembawa, annex uitoefening van het civiel gezag, wat een toelage gaf van f 100. 's maands, terwijl hij nog met andere merkwaardige baantjes belast werd, o.a. vendumeester, wat ook wat in het laadje bracht- en amtenaar van de burgerlijke stand, werd dit bericht met gejuich begroet. Bovendien trok het le- Die zes maanden brachten we door bij mijn schoonouders, waar onze dochter werd geboren. Het koele kli maat mocht niet baten, de malaria-aan vallen herhaalden zich, zodat ziekte verlof naar Holland noodzakelijk was. Dus naar Holland en dat met een gezin met 3 kinderen en een tractement van f 108.p.m.! Je kon in die tijd wel meer met een gulden doen dan nu, maar hiervan rondkomen was toch on mogelijk en hoewel we bij_ mijn ouders waren ingetrokken, was schulden ma ken onvermijdelijk. Dus toen na 10 maanden mijn man weer voor de keu ring moest komen, heeft hij met moeite deze tot goedkeuring kunnen over halen. Dus wij weer naar Java. Ditmaal was Ambarawa ons nieuwe garnizoen, waar we eerst een week in het hotel, daarna 3 weken in een leegstaande hoofdofficierswoning verbleven en toen getrokken zijn in een ons toegewezen woning, waar we na een week ons gezellig ingericht hadden en ik even ^'HiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiuiiHiiuiiiiiiiiiiiiiiHuimtiiiiiiiiiüiiiiiiiiiiiiumiiiiiHniiiiHuiiiiiiiiBiiiiuiiiuiiiiiuim Logeren in Den Haag? I dan natuurlijk bij I Moderne kamers, prima service, prettige I sfeer. Iedere kamer EIGEN douche-cel. In iedere kamer warm en koud stromend water. Groot Hertoginnelaan 205 1 tel. 070/39 03 24 I iHIUIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllltHIIHIHlHIIIIIIIIIIIIIIIlIHHllllHIIIIIIIIIIIIIIO ven in de buitenbezittingen ons aan, vooral omdat het bijzonder interessant en mooi werk was voor mijn man, waartoe hij zich sterk aangetrokken voelde. Doch van meenemen van inboe del was toentertijd geen sprake, daar door 't Gouvernement geen vervoers kosten vergoed werden. Daarom beter vendutie houden en op Soerabaja het nodigste weer te kopen. Doortrekkend, in Soerabaja logerend werd onze jong ste ernstig ziek, terwijl mijn man met de twee oudsten naar Taliwang ver trok. De scheiding duurde drie maan den voordat de jongste na operatic voldoende hersteld was en ik volgen kon. De twee oudsten hadden onder tussen een prinsheerlijk leven gehad buiten, vrij, te paard met mijn man mee op tournee- hij durfde ze niet alleen thuis te laten - en geen onderwijs! Wat een vreugde toen ons gezin herenigd was! 't Was een mooi land en hoewel wij de enige Europeanen daar waren, had het leven een grote bekoring. De twee oudsten kregen van mij les volgens de bekende Clerkx- methode. Ik had een leerkamer, com pleet ingericht met schoolbanken, bord en wandplaten. Deze meubels door een Chinese timmerman gemaakt. Van deze kundige man hadden wij al meer profijt getrokken, want ik zal U vertel len hoe het met onze inboedel was ge gaan. Te beginnen met het vervoer K.P.M.-kantoor Soerabaja naar de 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 4