ATTENTIE!
Binnenkort verschijnt weer
ANAK KOMPENIE
3,95 35 cent porto
reede, waar de schepen lagen. Het
was bandjir en de laadprauwen konden
niet onder de djembatan merah door.
Dus alles uitgeladen en aan de andere
kant er weer in, met de bekende voor
zichtige methode van de K.P.M. Het
schip deed niet onze bestemming Ta-
liwang aan, maar ging via Soembawa-
besar naar Koepang. Om onbekende
reden werd een gedeelte van de ba-
rang in Makassar gelost en een ander
deel in Soembawabesar, waar het bij
gebrek- aan goedangs op het strand
werd gezet en daar bleef staan, o.a.
al de matrassen van de bedden. De
rest werd op de terugreis in Taliwang
gelost. Afin, toen we het zaakje einde
lijk bij elkaar hadden, bleken de ledi
kanten verroest en de ijzeren stijlen
als kurketrekkers verwrongen; de ma
trassen verweerd. Van een kist met 4
complete wasstellen slechts een dek
sel van een zeepbakje heel. Dankzij
de handige Chinees werd a'lles zo
goed mogelijk hersteld.
We waren jong en trokken ons van
de moeilijkheden niet zoveel aan. Wat
mooie herinneringen hebben we aan
die tijd. Later hebben we wel gezegd
dat dit de mooiste tijd van ons leven
was. Wij hadden beiden druk en pret
tig werk, het land was mooi en vrucht
baar, ons huis was goed.
Het vruchtbare land was arm aan
vruchtbomen, behalve pisang en papa
ja, waarom mijn man tjankokans van
mangga, manggistan en doekoe uit
Buitenzorg bestelde en die uitdeelde
aan de hoofden, die grote belangstel
ling toonden. Later hoorden we dat Ta
liwang 't fruitland van Soembawa was
geworden.
Wij hadden een prettige uitwisseling
met de K.P.M.-boten. Wij kregen op
de heenreis vers rundvlees wat wij
nooit hadden en gist voor de brood
bakkerij, terwijl op de terugweg naar
Java door ons pisang en papaja voor
de officieren werd meegegeven.
De aankomst van de boot uit Java,
1 x in de 14 dagen, was altijd een
gebeurtenis. Ik herinner me een aar
dig voorval. Eens op een avond met
mooie maneschijn, hadden wij zin in
een ritje met onze deleman naar de
Laboean, een afstand van 5 paal. Dus
werd ingespannen en weggereden. Dat
ziet de postklerk. Die denkt: de boot
is aan, (het was de tijd van aan
komst) dus hij laat de postwagen in
spannen en hij met de post achter ons
aan. Ook waarschuwde hij de man van
de grobak van de compie, die ook
present moest zijn bij aankomst van
de boot voor afhalen van eventuele
goederen. Deze stoet van 3 voertuigen
passeert de Chinese wijk, waarop alle
Chinese tokohouders hun voertuigen
inspannen en zich laboeanwaarts be
geven. Ook een van de paardenhande
laars voert zijn kudde paarden naar de
havenplaats. Zo stonden wij aan zee
van het mooie uitzicht in de mane
schijn te genieten, toen wij achtereen
volgens het hele stel zagen aankomen
met verbaasde gezichten: mana kapal?
Waarop alles weer huiswaarts. De
boot kwam de volgende ochtend.
Na V/2 jaar verblijf op Taliwang werd
de militaire bezetting daar opgeheven
en werd mijn man overgeplaatst naar
Endeh op Flores. Node namen wij af
scheid van ons mooi Taliwang. Het
vervoer ging per kapal poetih. Daar er
in Endeh geen hotel was, trokken wij
zo van de boot in een ons toegewezen
huis. Meegenomen nasi-goreng was
onze eerste maaltijd. Uit het hospitaal
geleende bedden en kistjes om op te
zitten waren ons eerste meubilair tot
we ons eigen meubilair ontvangen had
den. Ons te behelpen waren we wel
zo'n beetje gewend. Ons huis lag vlak
aan zee. Heerlijk profiteerden we van
zeebaden. Het strand liep vrij steil af,
zodat het water heerlijk koel was.
Soms stond er een geweldige bran
ding tussen de Zuidpool en Flores
is geen enkel stukje land!
Aan deze plaatsing was geen civiel
gezag verbonden, dus toen na 2 mnd.
aan mijn man een plaatsing op Melolo,
Soemba, werd aangeboden, met uitoe
fening van civiel gezag, werd dat dank
baar aanvaard en trokken we met al
ons bezit per kapal poetih naar Melolo.
Bij het debarkeren stond nogal storm.
Een koffer viel uit de takels in zee,
waarop er een touw omheen geslagen
werd en het zaakje zo achter de sloep
MOESSON
(Herinneringen van een
ONDERofficiersvrouw!)
van Lin Scholte.
U kunt nu reeds voorbestellingen
doen bij Boekhandel Tong Tong.
De prijs bedraagt
aan land werd gesleept, 't Was een
koffer linnengoed.
Op Melolo konden we voorlopig hui
zen in een pasanggrahan, een houten
gebouwtje met wanden van gabagaba,
de bladnerven van de nipahpalm. Bam
boe komt daar nl. niet voor. Dit mate
riaal is ideaal voor allerlei ongedierte
en ratten voelen zich daar goed thuis,
't Enige voordeel was dat de huishuur
15,p.m. bedroeg en we dus ook
niet in aanmerking kwamen voor per
sonele belasting.
Ondertussen werd er gebouwd aan
een nieuwe controleurswoning, werke
lijk een prachthuis met tegel vloeren,
omgaande galerijen en een prachtuit-
zicht op zee.
De later zo bekende Soembakains
waren voor ons een openbaring, daar
die toen op Java totaal onbekend wa
ren. De dikwijls 1.90 mtr lange Soem-
banezen met hun als tulband gedraai
de hoofddoeken van gekleurde katoen
en de Soembakain los over de schou
der hangende, maakten een trotse,
soms vorstelijke indruk.
Toen ons mooie huis klaar was, be
stond er grote belangstelling. Als een
hoofd op bezoek kwam, bracht hij de
hele kampong mee, die dan getrac-
teerd werd op stroop en koekjes, si
garen en sigaretten, die met hele gre
pen uit het kistje gegrabbeld werden.
Een van de voornaamste attracties
was mijn goedang, waar ze de inhoud
van stopflessen besnuffelden, dol wa-
waren met een handje krenten en ro
zijnen en andere voor hen onbekende
zaken. Ook de W.C., een echt water
closet en de douche in de badkamer
wekte grote belangstelling en de groot
ste pret bestond uit het plotseling
openen van de douche-kraan terwijl
een kameraad er onder stond.
Meestal bracht het hoofd een kain
mee, soms een zeer zeldzame. Het
patroon voor een hoofdenkain mag
slechts één maal gebruikt worden; de
Radja wordt er in begraven.
Als tegenprestatie wilde de Radja
van Rendeh graag iets van mijn huis
raad meenemen, bv. een rotan stoel of
een tafelmes, wat wel eens lastig was.
Na uitleg dat het bij ons "adat" was
12 tafelmessen compleet te hebben,
was hij ook tevreden met een mooi
zakmes. Feitelijk zijn die hoofden zeer
rijk door het bezit van veel kudden
paarden en schatten aan goud, dat
alleen maar bij plechtigheden tevoor
schijn komt en verder in het merapoe-
huisje, onder de nok van het spitse
dak van hun huis wordt bewaard. Aan
geld bezaten ze niets. Hun inkomen
als Radja ging regelrecht naar de Chi
nese langganan, die lustig profiteer
den, daar de hoofden lezen noch
schrijven konden.
't Landschap op Soemba lijkt enigs
zins op Australië. Er zijn uitgestrekte
graslanden met weinig geboomte, 't
Was prachtig daar de kudden paarden
te zien, die vrij in het veld rondliepen.
Ter registratie werden ze af en toe in
5