Ons voedsel in de "buiten" 't kamp VROUWEN BUITEN DE KA WAT Radio Bolland Als ik hier zo al die winkels bekijk, boordevolle groentezaken, kruideniers winkels met stapels soorten van brood, dan moet ik vaak terugdenken aan on ze voeding in Indië in de Jappentijd. Mijn jongste dochter van 20 jaar, een na-oorlogskind, moppert gauw als hier 't brood een paar dagen oud is. De andere kinderen die een stuk ouder zijn, merken 't niet eens, "brood is brood", zeggen ze en als 't bruine brood wat hard is, eten ze 't zonder morren, denkende aan ons zelfge maakte donkere brood in de Jappentijd, toen wij op Padang woonden. Wij za ten niet "knijp" in een kamp, maar waren "buiten". Er was wel genoeg voedsel op de markt, maar voor velen van ons, was het gebriuk ervan on bekend. Door raadgevingen aan elkaar en van onze bedienden (ieder had in 't begin nog een baboe), hadden wij altijd wel wat op tafel. 't Begon bij 't ontbijt. Wij waren ge wend aan brood in de ochtend. Dat brood maakten we allen zelf; ik heb nu nog 't recept, 't Is een mengsel van rijstemeel (werd door een echtpaar ge stampt van ons eigen beras), djagoeng -meel (de djagoengkorrels worden eerst gepoft totdat ze gaar zijn en openspringen, ook fijn gestampt), ta- pioca-meel (op de pasar te krijgen). Dit mengsel met water en wat gist (steeds afhouden van 't deeg voor de volgende dag en wat suiker erbij doen) en in vormen even laten staan in de zon, daarna bakken in een hete oven. 't Brood is wel wat hard maar lekker, donkerbruin van kleur en geurig. leder kreeg afgepast z'n sneetjes. Er ging geen stukje verloren, want meel was peperduur, en soms niet eens te krijgen. De rijst kregen we afgepast per persoon en die was nog heel slecht ook. De Indonesiërs noem den dat "beras-koeda", paardenrijst. Met lunchtijd aten we de rijst, onze baboe moest er ook van hebben, (al leen onder die voorwaarde wilde ze werken). De groenten, sajoer, moest men ook zien op te scharrelen, want er waren geen boontjes, tomaten, prei, katjang pandjang en Europese groen ten meer. Er kwam hoe langer hoe minder op de markt. We bestelden veel bij de baboe, en die kwam dan thuis met wat "kang- koeng" en wat "tales-stengels" (of kladi). De talesplant heeft een lange donkere stengel met een heel groot blad, als de olifantenoor-plant. Deze stengels worden in stukjes gesneden, met wat uien en kerry opgebraden en gekookt met wat santen. Voordien hadden wij zo iets nog nooit gegeten, maar 't smaakte goed. Ook de jonge bladeren van de waloh plant (koen- doer) werden gekookt en de bladeren van de oebi en ketella. Vlees was er niet, af en toe kregen we wat van de Jap ter verdeling. We hielden er zelf wat eenden op na, voor de eieren en van die eieren maakten wij gerechten om 't vlees te vervangen. Hardgekook te eieren in ketjap-saus. Een ommelet gevuld met een ragout van ketjap en uienblaadjes (er was geen prei) of een ommelet bestrooid met geraspte klap per. Eieren in kerrysaus. Voor 't avondmaal moesten we ook iets verzinnen om niet gauw honger te krijgen. Rijst was immers alleen af gepast voor de lunch. Wij aten dan 's avonds heel vaak "kolak" door onze baboe altijd lekker klaargemaakt van oebi, pisang, opge kookt met bruine "goela teboe" (brui ne rietsuiker die op dezelfde wijze wordt verkocht als op Java de goela arèn). We kochten alleen witte suiker, peperduur, op de zwarte markt, en goor van kleur, als 't te krijgen was, om ons broodgist aan te vullen met elke dag 1 of 2 theelepels. Ons brood besmeerden wij met zelf gemaakte pindakaas en jam van ana nas of mangga, ook gemengd met die bruine "goela teboe". Wij smolten ook deze plakken suiker tot stroop en be waarden dat in een stopflesje, voor de koffie en thee, die wel altijd te krijgen was. Ik had kennissen die de koffie ook dronken met santen, bijwijze van melk, maar wij vonden dat niet zo ge slaagd en dronken die liever zwart. Soms maakte ik van de oebi of ketella "puree" en we aten 't dan met gekook te ananas en een sausje van ketjap en gebakken uitjes, 't Was zalig. Ik at eens bij mijn kennissen iets lekkers van de knollen van de tales of kladi, rauw geraspt en met een ei er doorheen. Om 't deeg te binden, had ze in hete olie, telkens een flinke lepel van 't deeg, lekker knappende beschuitkoekjes gebakken, die ze met :jam besmeerde. Dat was dan haar avondbrood voor haar gezin. Ik vond 't omslachtig, want 't deeg jeukte aan je handen, dus alles met een vork aan pakken, of een stuk papier om je hand wikkelen als een handschoen. Als we vlees kregen waren we na tuurlijk helemal jarig, maar als er ver deling kwam van soepbeenderen was 't voor ons ook feest. We lepelden eerst 't vet uit sommige beenderen en dat bewaarden we om koek te bakken, ook al van een mengsel tapioca met rijstemeel. Een lekkere snoep voor onze kinde ren was; een dik mengsel van goela teboe plakken (goed smelten) en pin dakaas. Daarna uitgieten op een plaat en als 't hard is, in plakjes snijden. We deden veel met pindakaas en we kennen allemaal wel de gado-gado saus van katjang. Toen ik later op Java kwam vertelde mijn moeder dat ze haar aardappeltjes (wel te krijgen in Bandoeng) ook altijd begoot met die pinda saus, ook over een eierge- rechtje. Ik zag op Padang eens een dame vermicelli maken van een mengsel ta pioca en rijstemeel en een ei. Ze rolde 't deeg uit, plat op een tafel in de zon, en langs een liniaal sneed ze "lijnen" in 't deeg. Deze lange slierten liet ze drogen in de zon. Als de staafjes hard en droog waren, had ze lekkere ver micelli voor de soep. Erwtensoep maakten we van katjang-idjo, alleen erg duur als 't te krijgen was. De Japanse militairen hadden hun eigen winkel waar ze van alles kon den kopen tegen vastgestelde prijzen. Zo werd daar o.a. verkocht als snoep: Jokan. Dat is een mengsel van inge dikte witte suiker en bruine of witte bonen, die van te voren eerst goed gaar gekookt worden en tot pap ge wreven. Deze dikke pudding wordt uit gegoten in lange platte vormen en daarna in stukken gesneden als repen chocola, ook elke reep verpakt in pa pier. Deze jokan-repen zijn zeer sma kelijk en voedzaam en dus in twee kleuren te maken, bruin en wit. Ze werden alleen verkocht aan 't Japanse leger, maar ze werden ook door han dige Chinezen nagemaakt en af en toe konden wij er ook aan komen. Ik zou graag weer eens zo'n stuk jokan wil len eten, maar 't ontbreekt me aan lust om 't zelf uit te proberen. De kruidenierswinkels puilen nu overal uit van rode en witte bonen, suiker is ook goedkoop, misschien is er onder de lezeressen een handige, energieke kookster? Wie weet, U kunt misschien nog za ken doen! Emelie Baumer o ÉÉi1 Stationsweg 143 WégÈmm. J tel. 070-60.17.03 - i Stationsweg 77 WÈkQHKi tel. 070-60.15.12 P|'< j DEN HAAG Wm :X<éBSÊM 'L,'i Herenstraat 157 tel. 070-86.32.01 1 VOORBURG Eindelijk uit Japan aangekomenl Dubbelalbum George de Fretes met Hawaii- 'it muziek. Nimmer in Nederland uitgekomen platen. Beperkte voorraad. Jim Reeves L.P. He'll have to go van o f 18,50 voor f 7,901111 o Speciale import L.P.'s Hawaii en Japanse moderne muziek. U kent ons adres: het beste voor krontjong en gamalan platen en tophits. GRONDIG radio-grammofoons met f 100,— tot f 200,korting. Aristona T.V.'s kleuren en zwart-wit tegen 0 de léagste prijzen. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 13