"Gokken op de Oudjes"
OBRAL en KOOPJESWEEK TOKO TONG TONG
Onlangs met een kennis sprekend
over het moeilijke bestaan van Tong
Tong en het "kansloze uitsterven van
de Indischman", moest ik het weer
eens horen: "De grootste fout die je
gemaakt hebt, Tjalie, is dat je gegokt
hebt op de oudjes! Als je de jongere
garde en de jeugd had ingeschakeld,
dan..."
Het is een soort verwijt dat ik steeds
minder hoor. In de twaalf jaren van ons
bestaan hebben naast ons tienduizen
den jongeren de kans gehad om bre
der, solider, rijker en veelbelovender
werk te stichten en te ontwikkelen dan
Tong Tong. Er hadden andere bladen
gesticht kunnen worden, culturele on
dernemingen, beleggingsmethoden,
politieke organisaties, enz. enz., maar
we kunnen NU alleen maar droevig om
ons heen kijken, want geen enkele
"gok op de jongere garde" heeft ge
stalte kunnen krijgen. Wat voorlopig
nog steeds overeind staat, is die ein
deloos met dood en ondergang be
dreigde Tong Tong! Het meest tot
verbazing van onszelf! Want discussi
eren over wat wél lukt en niet lukt,
heeft geen zin, als we niet weten
waaróm.
Uiteraard hebben we (niet alleen in
de rubriek Van Hier en Gunder) ein
deloos veel discussies gehad over wat
verkeerd zou zijn bij ons en wat lo
gisch" oorzaak zou zijn van mislukte
ideeën van anderen. Culturele, econo
mische, historische, organisatorische
oorzaken enz. enz. enz. Een goede
sleutel tot dit raadsel hebben we bij
de pienterste betweters niet kunnen
vinden, hoe ontwikkeld ze ook zijn en
van welke "beproefde theorieën" ze
ook uitgaan.
De enige sleutel hebben we alleen
kunnen vinden (alwéér!) in de Natuur.
Wie immers maar lang genoeg in zijn
tuin of op een akkertje heeft gepro
beerd deze tuin anders en beter te
organiseren, zal wel eens gemerkt heb
ben
a. dat vele nieuwe planten het maar
steeds niet goed willen doen,
b. dat sommige oude heesters, die
men graag kwijt wil, gewoonweg niet
uit te roeien zijn.
Die zal dan t.a.v. alle mislukte nieuw
bouw gauw één van deze drie verkla
ringen hebben: koerang gemoek; koe
rang pienter; koerang "tangan dingin".
ledereen mag zelf uitkiezen welke ver
klaring hij wil aanvoeren om zijn on
macht te verklaren.
Maar t.a.v. die "verduivelde oude
heesters" die maar niet uit te roeien
zijn, weet hij doodeenvoudig geen
raad. Want dat wegkappen van de bo
venste jonge stammetjes en jonge lo
ten gaat heel gemakkelijk. In no time"
is de heester tot de grond toe wegge
hakt. Maar wie dan ook de stronken
wil uitgraven omdat daar steeds weer
nieuwe loten uit opschieten, komt in
letterlijk eindeloze moeilijkheden.
Want aan de voet van die oude
heester zit gewoonweg een gordiaanse
knoop van stronkjes, die ongelooflijk
taai en "weerbarstig" zijn. Ze veren
mee met elke kap van de bijl, ze laten
zich splijten tot een bepaalde grens en
niet verder. Je kan ze insmeren met
pek en als iedereen denkt: "Nou is die
heester toch betoel mampoes!" zie je
na een tijdje toch weer nieuwe loten
uit de wortelstronk opschieten, ook uit
stammetjes die driekwart weggerot
zijn. Ergens is tóch nog een stukje le
ven overgebleven dat zich koppig en
zonder enige gemoek of organisatie of
tangan dingin opnieuw een weg baant
naar het Bestaan. En na vele jaren is
er van die nieuwe ontginningen niets
meer overgebleven, maar staat die ou
de heester weer in zijn volle pracht!
Wie zo'n brok gebatjokte stronk
nauwkeurig onderzoekt, ziet dat het
hout ervan uit eindeloos knoestige en
verwrongen draden bestaat, nieuwe
weefsels om oude wonden heen ge
groeid zijn, soms om hele partijen
schimmel en wortelrot heen, om stuk
jes scherpe kiezel, om restanten van
houtskool waar zelfs het vuur over
wonnen werd, om plakkaten en cement
heen, waar zelfs de begrafenis over
wonnen werd en de heester de "We
deropstanding uit de Dood" realiseer
de. Die denkt wat een pijn heeft deze
heester moeten doorstaan, welk een
sadistische vernielzucht heeft zij moe
dig moeten overleven!
Die gaat tegen wil en dank denken:
misschien was deze heester voorbe
stemd om te blijven leven, voor een
nog niet te meten nut in de toekomst!
En pas na een lange tijd, als alle
"nieuwbouw" intussen vergaan is,
overwoekerd door onkruid, de tuin een
ruine van weggeworpen roestend en
rottend afval, dan staat daar die oude
heester met trossen gouden regen,
stralend en lichtend over het droeve
verval. Of lokken trossen geurende se
ring de buren bewonderend naar de
paggers.
Pas dan weet je dat je goed "ge
gokt hebt op die oudjes"...
Weet je, in mijn sombere buien (als
het slecht gaat met Tong Tong, als er
weer zoveel nieuwe overlijdensberich
ten zijn, als ik mijn eigen fut af en toe
voel verslappen, als de verwijten en
spot en veroordeling eindeloos voort
gaan), sta ik bij de in flarden gehakte
heester die mijn Tong Tong-lezerskring
is "met de dood in het hart". En be
kijk troosteloos zo'n stukje stronk. Zo
oud, zo lelijk, zo "mampoes" al...en
dan doe ik mijn ogen dicht en stel me
voor hoe straks deze heester tóch
weer tot nieuw leven gekomen zal zijn,
een lust voor iedere tuin...terwijl er
NU zelfs nog niet het begin te ont
dekken is van een knop, waarin ik
nieuw leven zal begroeten met een
juichend: "Welkom!"
Dan mompel ik maar wat tegen die
ouwe stronk (omdat er niets anders is
om tegen te praten) en zeg: "Poekoel
teroes, Njoo, poekoel teroes!"
En voor je geestesoog zie je de
trossen gouden regen en geurige se
ring van nieuwe KPM-ers op verre tro-
penzeeën, van nieuwe patrouillelopers
in verre oetans, van nieuwe "meisjes
in sarong-en-kebaja" (dus vrouwen die
met liefde de klederdracht en zeden
en gewoonten van een nieuw volk aan
vaarden), van planters die nieuwe
plantages bouwen en gezaghebbers
die leren van en niet leren aan andere
volken, van nieuwe jongetjes en meis
jes die twee talen spreken, en zingen
en spelen met andere levensthema's.
Tsk-tsk-tsk! Je droomt, Tjalie.
Ja, ik droom.
Want werkelijkheden gaan voorbij
en de droom is eeuwig. De droom in
de oude stronk die steeds weer nieu
we loten voortbrengt. T.R.
F. VELDHUYSEN
Te Amersfoort is dinsdag 29 okt. j.l. op
67-jarige leeftijd plotseling overleden
de heer F. Veldhuysen, oud leraar aan
de I.E.V. Mulo te Bandoeng. Velen van
ons zullen zich de heer Veldhuysen
uit het begin der dertiger jaren nog
herinneren als een gemoedelijke en
prettige leraar met zin voor humor. Van
deze plaats dan een laatste groet na
mens alle oud leerlingen.
TROPISCHE LEESKRING
Denkt U aan de besteding van
het bedrag dat U nog van het
lidmaatschap te goed heeft?
Graag bericht voor 15 december!
25 t/m 30 November. 28, 29, 30 November ook tot 9 uur n.m.
3