DE BROEDERS ODYSSEUS VERMAAT ZONEN maandagochtend kijkochtend Ik ken een Indonesiër. Hij had een boezemvriend, ook Indonesiër. Lang geleden, toen de laatste wereldoorlog doemde aan de kim en zij voorzagen of voorvoelden dat hun hele_ maat schappij aan flarden geslagen zou wor den, was er één zorg die groter was dan alle andere: "Wie zal mijn kinde ren behoeden, als het Lot mij doden zal?" Vaak praatten ze erover tot diep in de nacht en overwogen alle moge lijkheden. Zou het Nederlandse gezag hen be hoeden en zich over hun kinderen ont fermen? Het Indonesische? Het Pan- Aziatische van Japan? Welke politieke macht? Welke religieuze? Welke le vensverzekeringsmaatschappij? Welke belegging? Zij zochten en zij zochten. En vonden géén lichtende ster aan de horizon. Toen zwoeren de vrienden een dure eed: "Als jij sterven mocht, mijn vriend, zal ik een vader voor je zonen zijn." De "goro-goro" kwém over Indone sië en in een onafzienbare reeks van rampen werd hun maatschappij getrof fen. Eén van de vrienden stierf inder daad. Maar zonder te aarzelen, blij moedig en zonder één moment op te geven, is de levende saudara 'n plichts- bewuste, opofferende en liefdevolle vader geweest voor de zonen van zijn vriend, en heeft een dubbele last zon der morren, en zelfs met grote blij moedigheid gedragen. Hij doet het nog steeds. Niet: God zal hem zegenen, maar: God zegent hem. Ik ken een Hollander die Indië of Indonesië nooit gezien heeft. Die Tong Tong trouw leest. Die met mij vele discussies en brieven gewisseld heeft, samen met mij op zoek naar wat wij in het Westen vinden moeten om waér- lijk beter te leven. In de af en toe hoge financiële nood van Tong Tong heeft hij eens direct en zonder aarzelen en zonder iets terug te vragen een grote som gelds (voor zijn doen, want hij is jong en arm) afgestaan. Dezer dagen schreef hij mTpdeze korte brief: Zwakke en sterke broeder Bij elke Vorm van menselijk samen leven ontstaan er zwakke en sterke broeders. Dit is een eeuwig en uni verseel verschijnsel. Vele pientere systemen worden uit gedacht om allen gelijk te maken. Wat steeds maar niet lukt. Wat steeds nieuwe ontevredenheid aan kweekt. Maar hebben we niet moeten leren inzien soms dat er mensen zijn die gedoemd zijn tuan te zijn? En dat er anderen zijn die gedoemd zijn als bung ketjil sadja te leven? Als we dat nu konden aanvaarden, en als tegelijk een de tuan kakak kon zijn, en de ander adik, zou het er dan nog iets toe doen dat de een sterk is en de ander zwak? Het zijn toch broers? En als de rollen door veranderde omstandigheden eens mochten wis selen, als de tuan eens zwak werd (ingat: ia tetap tuan; zijn doem en zijn lot ontloopt hij niet!) en de kleine eens sterk, wat dan nog, als het broeders zijn? Ligt hier niet een simpele oplossing voor veel machtstrijd die we om ons heen zien? Zou het ook niet het einde kunnen betekenen van veel nutteloos gekijf? Er is in Indonesië veel gepraat over de Persaudaraan; in Europa weet élke politieke of religieuze groepering dat er broederschap en kameraadschap hoort te zijn in de wereld. Maar hoe veel lege woorden zijn er niet bij. En hoe zeldzaam is de kalme daad van broederschap over alle politieke of zelfs morele scheidingslijnen heen. Maar al deze "broederschappen" zijn meestal alleen maar clubs, die ha ten en vervolgen wie buiten de club staat. Maar wie beseft als een echte broeder, dat ook de man in de gevan genis zijn broeder is, ook de man van de andere politieke partij, van het an dere ras, van de andere "standing". En wie is wérkelijk een zó sterke broe der, dat hij bij voorkeur de zwakste broeder kiest om zich over te ontfer men? Over één maar; ééntje maar?! Ach Kain en Abel, ach Ardjoena en Karna, wat is het vinden van déze broederschap toch moeilijk... KEMBANG KOENING De naam van de Eur. begraafplaats "Kembang Koening" is algemeen be kend. Het merkwaardige is echter dat ons bij navraag gebleken is dat nie mand weet welke gele bloem hier be doeld wordt. En als kerkhof genaamd mocht zijn naar een voormalige kam pong van die naam, waarom die kam pong zo heette. Ook prof. v. d. Pijl weet het niet, omdat hij doodeenvoudig nooit op dat kerkhof geweest is en dus niet weet naar welke van de vele gele bloemen- soorten in Indonesië het kerkhof (of de kampong) genoemd is. Groeit daar dominerend een bepaalde gele bloem en welke is dat? Wie kan ons helpen? "Het interesseert me niet of een regering nou uit facisten bestaat of uit communisten. Eén pot nat!" Dat zei John Lennon. de pienterste van de Beatles. Misschien zijn er mensen die zeggen: die Beatles zijn tóch gek, maar dan moet men hun songs toch aandachtiger lezen. Er worden helder der en penetranter waarheden in ge zegd dan in de ellenlange speeches van menige minister en erudiet! En wie gewoon zijn ogen openhoudt en zwijgend rondkijkt wéét dat John Lennon gelijk heeft. In één jaar tijds zijn twee democratische vrijheden de hals omgedraaid: één in Griekenland en één in Tjechoslowakije, de laatste met de "Judaskus" van Breznev voor Dubcek, terwijl de tanks al aan de grenzen stonden. En dan is het verder "Maul halten" en wég met de demo cratische vrijheidsdromen. En vrolijk (of reddeloos) laveert de Odysseus van de democratie tussen de klippen van Scylla en Charybdis van de militaire staat en de commu nistische staat, nu eens coquetterend met links (en vloekend op rechts) en dan weer omgekeerd, niet beseffend hoe we telkens misschien nét op het nippertje ontsnappen aan schipbreuk. En de Sirenen zingen: Veiligheid! Vrij heid! Orde en recht! Vrije menings uiting! Steeds meer gezondheidszorg! Betaalde vakanties! enz. enz. enz. Als de Democratie inderdaad een positieve en welbewuste eigen koers heeft, waarom zigzaggen we dan zo? En waarom is alle politiek alleen maar aantrekken of aanstoten naar links of rechts? Hebben we geen eigen fut meer? Geen eigen idealen? Het kran- tennieuws is dag in dag uit doordrenkt van Sirenenzangen of ondergangs vervloekingen van de klippen, die bei de even hard, even genadeloos en even moordend zijn. En de heren ach ter groene tafels argumenteren maar... Als we maar was in onze oren konden stoppen om niets te horen! Of als we als Odysseus ons maar konden laten vastbinden aan de mast, maar weten dat we een eigen koers moeten heb ben en een eigen ideaal Zijn de Griekse mythen hier een beetje door elkaar geklutst? Dat is waar. Maar zo is onze hele tijd. Een tijd helaas zonder nieuwe mythen, sagen en legenden die ons leiden kunnen. Pas als je dat beseft, weet je hoe arm als we geworden zijn. En hoe stuurloos en blind Juweliers - HorJogers 3x Den Haag THOMSONPLEIN 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 9