i
...EN ALS U WILT...
NIEUWE
SCHIMMENSPEL
Abonne
mentstarieven
M.i.v. 1 JANUARI 1969
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
f
VERMAAT ZONEN
maandagochtend
kijkochtend
aanwezig). Bij de opgedwongen sei-
zoensrhytmiek ontstond bloei vóór de
bladontplooiing. De aanwezige neiging
tot koude ("microthermie") werd lang
zaam selectief uitgebouwd. De dor-
mantie (bestandheid tegen rust in de
ongunstige tijd) is bij vele soorten nog
zwak gebleven.
Nu nog de mechanica van de immi
gratie, de zaadverspreiding.
De grote, slome vruchten (die als za
den fungeren) passen niet bij het noor
delijke zaadtype. Er waren in Europa
wel reeds eekhoorns, die tevoren op
dieren en op dennezaden geleefd had
den en nu ook eikels kastanjes en
„nootjes" van hazelaars en beuken
konden gaan eten. De eekhoorns kon
den deze bewaarbare, droge vruchten
ook gebruiken bij het aanleggen van
voorraden voor de winter. Daarbij wor
den vele vergeten, zodat ze kunnen
ontkiemen als bijdrage tot de bebos
sing. Dit levert wel locale uitbreiding,
echter geen afstandstransport voor
verdere immigratie. We moeten verder
weer de biologische milieukunde (sy-
necologie) te hulp roepen, waarbij ook
zal blijken dat voorafgaande dennen
bossen met hun bewoners nodig zijn.
In het dennenmilieu leefden ook vo
gels, die in het najaar (weer noodge
dwongen) overschakelden op droge
vruchten en daarvan voorraden aanleg
den. Transport van eikels over enkele
kilometers is nu nog te constateren. De
bekendste is de vlaamse gaai, die men
nog steeds kan betrappen op het weg
stoppen van eikels en beukenoten en
die in het Duits "Eichelhaher" heet.
Dergelijke vogels geven misschien bij
dennen de voorkeur aan meer zui
delijke, eenvoudiger en grootzadiger
vormen, als Pinus cembra in de Alpen
(waarvan ze de vaste vernieler-ver
spreiders zijn) en vele subtropische
vormen.
Daarvan eet ook de bevolking de za
den. U krijgt ze in de Oriënt op koe
ken. De denneappels hiervan gaan niet
eens open, zoals bij onze windekinde
ren.
Moet alles komen van zo'n vergissing
of vergeetachtigheid bij het vernielen?
Ja, zo is het in de natuur als ze
maar regelmatig zelden optreedt, is het
voldoende levensbasis.
Dergelijke vogels gaan natuurlijk niet
naar een verre, kale heide met hun
eikels.
In Noord-Amerika zijn diverse zulke
"forester-birds" bekend, waaronder
duiven en kraaien, die ongewenste
kernen uitbraken.
Beoefenaars van historische planten
geografie hebben de historische vorde
ring van eiken in Noord-Europa na de
ijstijd nagegaan en namen bijv. voor
Groot-Brittannië van Zuid tot Noord
2000 jaren aan. Als we dit simpele
schema volgen zou elke volgende
generatie van eiken 90 km hebben
moeten vorderen. Dat is wat veel voor
gewoon verstoppen, maar trekkende
vogels kunnen voor grote afstanden
gezorgd hebben vóór ze de zaden uit
gooiden of met eikels in de krop door
valken geslagen werden. Bovendien
kan ook de entrée meer noordelijk ge
weest zijn en misschien kan ook de
mens meegespeeld hebben al was het
ietwat vroeg.
Andere „katjesdragers" zoals els en
populier zijn ook voor de zaadversprei
ding direct op de wind overgegaan en
gingen vlugger. Dit gedrag is secundair
en het "Westers bijgeloof", dat zaden
in wezen klein, hard, droog en door de
wind verspreid zijn, is kortzichtig.
Maar dat is een ander chapiter.
Achteraf blijkt deze gehele groep (uit
de oude opvattingen) een ratjetoe van
verschillende herkomst te zijn, allemaal
parallelvormen, geassimileerd als im
migranten aan het ruwe Noorden en de
bergen, allemaal niet eenvoudig, doch
vereenvoudigd.
Misschien vraagt iemand nu naar de
paarden-kastanje. Wel, dat is een ge
heel andere zaak in een geheel andere
familie, een verder nog tropische fa
milie met mooie bloemen. Bovendien
betreft het hier zaden, die op kastanje
vruchten gelijken, maar blijkbaar niet
(meer) gelust worden. Deze boom
kwam vóór de ijstijd in Noord-Europa
spontaan voor, maar werd door het ijs
teruggedrongen naar de Balkan. Door
gebrek aan verspreiders en eigen ver
spreidingsmiddelen kwam hij niet
spontaan terug hoewel hij past bij het
huidige klimaat.
(Uit "Oost en West").
...gireer dan ook alvast Uw abonne
mentsgeld voor 1969. Anders bandjir
in januari, als allemaal tegelijk, toch?
Nederland: jaar
20,—
halfjaar
10,—
kwartaal
5,—
Overig Europa: jaar
25,—
Buiten Europa: (zeepost):
30,—
LUCHTPOST
Canada en Ver. Staten: jaar
41,
Australië en Nw. Zeeland:
65,
Zuid-Amerika:
50,
Suriname Antillen:
35,—
Zuid-Afrika:
50,—
Indonesië:
60,—
Losse nummers: f 1,
Juweliers - Horlogers
3x Den Haag
THOMSONPLEIN 18
Toen het enige dagen geleden wat
mistig was, dacht ik plotseling aan de
eerste maal dat ik werkelijk een dich
te mist zag.
Dat was, toen ik voor het eerst naar
de djampang ging naar mijn oma, een
puur Soendanese vrouw.
Heel vroeg wekte ze mij: "Kris, hu-
dang! Aja halimun!" (Chris, sta op!
Het mist!). Ik, met mijn slapende kop
uit bed gestapt en wilde zo eruit gaan.
Oma, op haar ruwe doch goedhartige
manier: "Gelo maneh! Tiris diluar!"
(Je bent gek! Het is koud!)
De deken stijf om mijn mager li
chaam (pas 4 maanden beter na
3Vz maand typhus) en tjelana monjet
getrokken zat ik op de drempel en
leunde tegen de deurpost. Oma kwam
met een kopje thee en nog dampende
singkong bakar met stukjes gula dja-
wa. Oh, zalig was dat! Geurige zelf
gemaakte thee, plus die singkong men-
tega! Ik begin dan wat soezerig te
worden en denk eraan, dat straks de
vrachtwagen van Pasir Angin voorbij
zal gaan naar Tjibeber. Wie zal er dan
sturen, Kang Ateng of Kang Didi.
Plots schrik ik en het hart klopt mij
in de keel. Ik zie iets vaags, door de
mist, op mij afkomen. Zal je als 9-jari-
ge jongen dan niet denken aan iets
bovennatuurlijks, als je al enige avon
den tevoren over niets anders hebt
horen spreken als ilmoe en siluman?
En dan zie ik meer schimmen en ik
besef dan, dat het mensen zijn. Zwij
gend gaan ze voorbij. Sommigen met
een strootje in de mond. Mannen,
vrouwen en ook kinderen. De dunne
extra kains of sarongs tot aan hun nek,
stijf om het lichaam om bescherming
te zoeken tegen de kou. Maar wat
helpt dat, als alles nat is vanwege de
mist en op je lijf plakt. Zwijgend en
huiverend trekt deze stoet voorbij.
Theepluksters en -plukkers.
En als ik dan nog geen antwoord heb
gevonden op de vragen vanwaar en
waarheen, dan is de laatste schim
allang verdwenen. Chris.
En onbewust heeft een kleine, zieke
jongen in de arme kampong het pa
troon gezien van de voortgang van
generaties en beschavingen door de
Tijd. Voortkomend uit het Niets, lang
zaamaan gestalte krijgend, één mo
ment de Realiteit van NU, dan weer
wegglijdend in de Tijd, legende wor
dend en dan "spook" om tenslotte
weer te verdwijnen in het Niets. Méér
eenvoudige Indische mensen kunnen
het Leven beter zien dan duizenden
"erudieten" bij mekaar
Wiludjeng angkat, Chris, het ga je
goed!
6