TRèTèS 0oót en '^lOeót KDOOOOOOOOOOooooooooooooooooc O O oooooooooooooooooooooooooooo t Öoófen ió de menóheid kind geweeót, €n nu zij groot ió en bewuóter, komt tot dit land terug, eerbiedig om 't og eenó te zien, en tot kaar aangezicht te keljen dat, wat het diepóte in haar ligt. genoten hebben. Ik bewaar deze dier bare herinnering in mijn hart als een kostbaar kleinood. Trètès is nu volgebouwd, het reine, het zalige van ongereptheid, het in tieme is weg. Weg ook ons huis, dat mijn man met zoveel zorg en liefde op gebouwd heeft, dat huis dat nu, naar ik hoor, "kantor pos" is geworden; weg de statige laan vol prachtige tjemaras uit de Bogorse plantentuin ontvangen en verder gekweekt, die vanaf de gro te weg naar het rozenhuisje leidde, weg de mooie tuin vol rozen, la France rose en rode met hun zoete geuren, mijn trots en vreugde, ach zoveel is weg, dat nimmermeer terugkomt en dank ik Hem, dat mij dat als mijn deel werd geschonken Mijn tijd is voorbij, mijn tijd vol lief en leed en wacht ik slechts op het grote Sein. E. V. C. v. Zijll de Jong - Landman In dit kerstnummer staan twee artikelen over Trètès (we kregen er in de afgelopen jaren HONDERDENen ook twee foto's van het Nymphenhad in Trètès. Deze foto is algemeen bekend en o.a. Hein Buitenweg staal er voor in, dat dit wérkelijk het aan velen bekende Nymphenhad is. Zie nu ook de andere foto. Trètès, gezegend oord aan de voet van het Ardjoeno gebergte van Indo nesia, tussen Malang en Soerabaia; het oord, waar men zich voelt, zó ge lukkig en licht als een vogeltje, ont heven van alle zorg en last van het stadsleven liefelijk oord met zijn heerlijk klimaat en lieflijke omgeving en dan in de vroege ochtend het "o hoe" geroep van het zo gelukkig volk, elkaar toeroepend in jeugdige overmoed. Ik zie nog in gedachten de mannen met hun kittige paardjes be laden met manden vol welirang (zwa vel) gehaald uit de Goenoeng Weli rang aan het topje van de Ardjoeno voorbij ons huis, zich reppend naar hun opdrachtgever. Daar, na lang sparen bouwden wij ons gelukshuisje, gelegen op het mooi ste plekje van Trètès, met aan de ene kant het gezicht op de geweldige wa terval van het nimfenbad en aan de andere kant op de zee en de daarop liggende schepen, terwijl wij uitrustten op lange rottan krossie males, vanuit de ruime zijgalerij, waar wij 's avonds het vuurtje zagen gloeien van Pah Amir, onze oude Javaanse buurman, die bij dat vuurtje van oude takken zijn ketella, zó uit de grond, rooster de, om hem heen onze kinderlogees, die meesmulden van wat de oude hun met gulle hand bood. Het ruisen van de vele watervalletjes op ons erf van 1 '/2 bouw, over de hele omgeving geleid tot aan de zwembak, vol zuiver, door een dikke laag zand gefiltreerd helder water. Als dan de kinderen, op kleine berg- paardjes gezeten, de hele ochtend rondgereden hadden door bos en dal en tot aan Ledoek toe, waar onze vriend, de hadji woonde, die ze naar hartelust liet smullen van de djamboe bol, een boom, die zijn takken onge- kapt, tot aan de grond vol rijpe sap pige vruchten torsten, om zó geplukt te worden, de manggistans, die zwart van rijpheid aan de bomen hingen, thuis kwamen en in het zwembassin door zonnestralen verwarmd, sprongen en joelden en ploeterden en dan de uitgespreide handdoeken om zich heen, naar binnen renden, om zich te verkleden en zich aan onze rijk voor ziene tafel te goed te doen, ach, dan was er geen heerlijker leven denkbaar. En dan 's avonds, als de gesloten achtergalerij, verlicht door 2 petroleum miljoenbranders, ons 'n heerlijk, warm aandoend tehuis bood, dan waren we even stil van dankbaarheid. Eén dezer kinderen, nu gepensio neerd Inspecteur van het Onderwijs schreef mij: "Tante, het verblijf in Trètès is voor mij het grootste licht punt van mijn leven". Zie, dan dank ik God, dat mij die heerlijke tijd in dat onvergetelijke oord geschonken werd en waar zovelen van HARTELIJK DANK Aan alle lezers van Tong Tong die - het hele jaar 1968 door met kleine O giften tussen neus en lippen door aan ons gedacht hebben en zo het onver- Q getelijke werk van Pa van der Steur g g hebben helpen voortzetten. Q O Dank ook aan Tong Tong dat al O dit werk met nauwgezetheid, trouw en O 0 blijmoedigheid heeft gedaan. Steeds ge- Q O daan en stil gezwegen, nooit gevraagd 0 O e» steeds gekregen. O g God zal U niet vergeten. O O De wezen en hun verzorgers 0 0 van de tehuizen van Pa van o O der Steur in Indonesië, 0 Het Bestuur van de Bond van O O Oud Steurtjes in Nederland. Hjrinó (0. j£\ Sckepp 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 16