zes jaar later bij het omslaan van zijn
schip in de baai van Ambon verdron
ken. Hij was een vroom en achtens
waardig, doch geen krachtige man, die
naast preken en voorbidden, ook het
journaal moest bijhouden en in de
Raad van het fort zitting had. Daar
buiten stond meester Jan van den
Broecke, die aan 70 schooljongens de
leeskunst en de catechismus poogde
bij te brengen, terwijl de kogels om
het schoollokaal vlogen. Maar meester
kon dit verwachten, daar Coen hem
wel eens bij de vestingbouw betrokken
had. Voor het lichaam zorgde "doctor"
Hendrik de Haan, geen echte med. dr.,
doch slechts chirurgijn. Toch werd hij
in 1624 als ambassadeur der Hoge Re
gering naar de Vorst van Mataram ge
zonden. Dan ten slotte een jong assi
stent, die onder de "schuilnaam" van
Antonio Meeusen aan de schande van
een bankroet had pogen te ontsnap
pen, doch die eenmaal als Antonio van
Diemen een der grootste gouverneurs-
generaal zou worden.
Verder was er de grote hoop van
soldaten en matrozen, bosschieters en
zeilmakers, timmerlui en smeden, met
selaars en scheepsbouwers met de no
dige, vermoedelijk Inheemse vrouwen
*èn een troep kinderen. Van taalkundi
gen was men helaas niet te sterk voor
zien. De enige die Maleis in Arabische
letters kon lezen was de (Javaanse?)
vrouw van de kok.
Al deze kleine lieden waren in grote
bamboeschuren ondergebracht, doch
de meerderen zullen de kamers van de
2 grote vuurvaste gebouwen Nassau
en Mauritius betrokken hebben. Dit
laatste had zelfs een rondlopende bo-
vengalerij. Daar was de kamer van
Coen en zijn slaapvertrek, grenzende
aan de grote zaal, waar kerk gehouden
werd. Toen het bombardement der Ja
vanen van West en Zuid te hevig werd,
moesten die bovenvertrekken ontruimd
worden. Zo werd eens de preekstoel
door een kogel getroffen.
Toen de vier bastions van het fort
Jacatra voltooid waren liet men er trots
grote vlaggen wapperen, hetgeen de
belegeraars moet geërgerd hebben.
Buiten het fort, doch er zeker niet
ver vandaan, was de "tuin" met een
hele diergaarde: 100 koeien en 80 bok
ken en geiten, ganzen, eenden, kip
pen en duiven en zelfs een rhino
ceros. Dit beest, jaren geleden jong
gevangen, had men toen de vijande
lijkheden begonnen, in het bos ge
jaagd, omdat men vreesde water te
kort te komen. Na een paar weken
was het echter teruggekomen, omdat
het knorrige gedierte zo aan zijn ver
zorger, een "swart" gehecht was.
Het fort te Jacatra was dus bijna
een stad in het klein en zou een zeer
geschikte kern voor het latere Batavia
vormen.
Doch laten wij mèt Coen zee kiezen
en zien, wat onze held in de baai van
Jacatra presteerde.
Ofschoon men de Engelsen in het
gezicht kreeg, begon het gevecht niet
dadelijk. De Nederlanders, die de wind
tegen hadden, wachtten de aanval af;
de Engelsen aarzelden. Pas toen aan
de kim het zeil van een Compag
niesschip uit Djambi, de Bergerboot
verscheen, kwam er meer actie. De
Engelsen probeerden het eenzame
schip met hun elven in te pikken, de
onzen met hun zevenen het te redden.
Zo begon om 10 uur v.m. het gevecht,
dat drie uren aanhield. Het verliep voor
Coen niet slecht, doch met schrik ont
dekte hij, dat nu al 1/3 van het kruit
verschoten was. Coen verweet nadef-
hand zijn meesters, de Heren XVII, dat
zij uit schrielheid hem te weinig mee
gegeven hadden. Zuinigheid, die de
wijsheid bedriegt! Evenwel, de Berger
boot was geborgen en daarom brak hij
het gevecht af, de Engelsen insgelijks.
Doch dezen kregen intussen een ver
sterking van drie schepen, zodat het
nu één tegen twee stond. De matrozen,
die tot dusver dapper gevochten had
den, begonnen mismoedig te worden
Coen zag dit en overwoog. Ging de
ze vloot van rijkbeladen schepen ver
loren dan betekende het een kata-
strofe, waarvan de Compagnie zich
slechts moeilijk herstellen kon. Drie
maal heeft toen de scheepsraad (feite
lijk een Raad van Indië ter zee) ver
gaderd, eer men tot een definitief
besluit kwam. Zou men zich op de
rede van Jacatra terug trekken met
alle risico's van dien? Het kon een
muizeval worden. Of zou men alle
schatten (100.000 rijksdaalders en
Lees verder pag. 9, lste kolom
"...wat goedangs en een factorij, omsingeld door de nipahs en mangroven..."Dit waren de
eerste gebouwen van de nieuwe stad Batavia, die 350 jaren geleden verrezen. Ze staan er
nu nog! Rechts de Westzijdse pakhuizenin het midden de stadswal met walgang en een
peperbusvormig schildershuis. De toren op de achtergrond is de Uitkijk. De foto is uit "Oud
Batavia". Tijdens de gevechten op deze wallen bij het tweede beleg door Mataram stierf Coen...
8