NEDERLANDSE SCHILDERKUNST
IN INDIË
door Dr. H. J. de Graaf
Naar aanleiding van het pas verschenen werk: Verlaat Rapport Indië. Drie eeu
wen schilders, tekenaars, grafici, zilversmeden en kunstnijveren in Nederlands-
Indië, door Mevrouw J. de Loos-Haaxman (Mouton Co. Uitgevers, 's-Graven-
hage (1968).
Het is aannemelijk, dat onder dege
nen, die zich in de 17e en 18e eeuw
geroepen voelden, om de gevaarlijke
reis naar Indië te wagen, zich slechts
weinig kunstenaars zullen bevonden
hebben. Des te meer avonturiers,
kooplieden, soldaten en matrozen,
geen dromers, maar mannen van de
daad. Vandaar, dat de Westerse kunst
in de Oost slechts traag op gang kon
komen.
Toch is er in onze vroegere koloniën
meer getekend en geschilderd, dan
men gewoonlijk denkt, zelfs meer dan
in de volksplantingen van andere na
ties. De zonen uit het land van Rem
brandt hebben hun aard ook in den
vreemde niet verloochend. Trouwens,
er was vraag naar afbeeldingen. Geen
religieuze kunst, want deze paste niet
bij de Gereformeerde geloofspraktijk,
maar wel portretten en voorstellingen
van land en volk.
De hooggeplaatsten en wie ver
beeldde in de kolonie zich niet, dit te
zijn? wensten zich al spoedig door
het penseel vereeuwigd te zien. Waren
zij "met verlof", dan konden zij de
diensten der grootmeesters inroepen.
Zo liet Ambon's gouverneur Philip
Lucasz zich door Rembrandt uitschil
deren; Pieter van den Broecke, de
kommandant van Jacatra, door Frans
Hals; Rijklof van Goens door Van der
Helst en Govert Flinck. Doch velen
konden niet wachten, tot zij repatrieer
den, en lieten zich door plaatselijke
artisten in Indië portretteren. Veel is
daarvan in de Oost niet meer over.
Klimaat en ongedierte maakten vaak
korte metten met tere tekeningen en
schilderijen, en... schilderstukken ne
men weinig plaats in beslag en kunnen
gemakkelijk naar het geliefde patria
meegenomen worden. Wat echter in
Indië (tot 1950) gebleven is, dat zijn
de statige landvoogden-portretten, die
eertijds de paleizen van Rijswijk en
Buitenzorg versierden. Stellig hebben
de samenstellers dezer merkwaardige
portretten-collectie gedacht aan de rij
konterfeitsels der Portugese onderko
ningen in Goa (Voor-lndië).
De vrijwel volledige verzameling
heeft de eeuwen van verwaarlozing en
restauratie, en zelfs (op drie stuks na)
de Japanse bezetting overleefd. Soe-
karno wou ze niet hebben en daarom
berusten ze in de kelders van het Rijks
Museum, uit plaatsgebrek of uit
schaamte?
Uiteraard is hun kwaliteit verschil
lend. Niet steeds waren bekwame kun
stenaars voorhanden, om de scheiden
de of overleden gouverneur-generaal
te vereeuwigen. Er zijn karakteristieke,
soms mooie doch ook wel heel zwakke
portretten bij, met name uit de 18e
eeuw. Mevrouw de Loos-Haaxman, in
dertijd belast met de zorg voor deze
collectie, had hieraan reeds een zeer
inhoudsrijk boek gewijd: De landsver-
zameling schilderijen in Batavia, met
één deel tekst en één deel platen.
Naast portretten waren afbeeldingen
van stad, land en volk gevraagd. Im
mers, het Indische land bevatte zoveel
vreemds en wonderlijks, dat penseei
en tekenpen het woord te hulp moes
ten komen, om er iets van aan de
vrienden in het vaderland te vertellen.
Reeds de oudste boeken over Indië,
de uitgegeven scheepsjournalen, zijn
geillustreerd. Er werd vroeger ook veel
meer getekend dan thans. De fotogra
fie was nog niet uitgevonden, en als
men een herinnering, een souvenir aan
het wonderbare Indië wilde vast leg
gen, dan moest men zelf potlood en
papier ter hand nemen, tenzij men zo
rijk was, om over een eigen tekenaar
te beschikken.
Vele van die tekeningen gingen ver
loren, doch sommige hebben gediend
als voorbeeld voor de illustraties in
de talrijke reisbeschrijvingen, die se
dert de 17e eeuw het licht zagen. Geen
reisverhaal, of het werd door fraaie
houtsneden of nog fraaiere gravures
verlucht. Niet steeds was het resultaat
even gelukkig. Zo zijn de oudste reis
journalen wel aardig geillustreerd
men denke aan Van Linschoten's Itine-
rario, de verhalen over de Eerste
Schipvaart, de avonturen van schip
per Bontekoe enz. doch men zou
de tekenaar graag wat meer talent
hebben toegewenst. Soms gaat de gra
vure op een goede tekening of schets
terug, doch de Nederlandse graveur
meende hem nog mooier te moeten
maken, door b.v. de figuren der Ja
vaanse mensen wat meer westers-
klassiek te maken, zodat zij enigszins
SANATURN-REKSTOK
versterkt de buik- en rugspieren.
Bestrijdt rugklachten en trage spljsverte-
ring. Verbetert het figuur.
Overal toe te passen.
Prijs f 42,50 Vraag folder bij
MEDICOR - Den Haag A2
v. Hoeylaan 28 - Tel. 070-850093
op Griekse goden gingen gelijken.
Zelfs de bekwame Belgische schilder
Payen is voor deze verleiding wel eens
bezweken.
Toch zijn er wel fraaie reeksen gra
vures ontstaan, die op goede, ter
plaatse naar de natuur gemaakte teke
ningen teruggaan. Een der beste ver
zamelingen, die zowel mooi als correct
is, acht ik de illustraties in Wouter
Schouten's Oost-Indische Voyagiën
1670).
In de 18e eeuw hebben we twee
grote verzamelingen van afbeeldingen,
beide van buitenlanders. De Duitser
J. W. Heydt stelde met hulp zijner in
Indië vervaardigde tekeningen een
eerste Indische platenboek (met tekst)
samen, zijn: "Allerneuester geogra-
phisch- und topographischer Schau-
platz" (1744), een collectie van erg
precieze, doch tevens erg saaie gra
vures, waardoor we veel van het oude
Batavia te weten komen.
In de tweede helft dier eeuw werkte
de Deen Johannes Rach. Hij tekende
ontzaggelijk veel, doch van zijn werk
werd bijna niets gegraveerd. Dit moest
wachten op de nieuwe reproductie
technieken der 20e eeuw om algemeen
bekend te worden en geweldig in te
slaan. Het platenboek van de Haan's
Oud Batavia nam er vele, met aller
geestigste bijschriften op, en in 1928,
bij het jubileum van het Kon. Bata-
viaasch Genootschap, verscheen een
heel album met aan Batavia gewijde
prenten van Rach, met een wat droger
toelichting.
In de volgende eeuw, toen officieel
Nederland meer werk wilde maken van
de herwonnen koloniën, lieten uitge
zonden geleerden als de leden der
z.g. Natuurkundige Commissie b.v.
Reinwardt, Schwaner, Blume e.a. zich
begeleiden door bezoldigde tekenaars
als de gebroeders Bik, de Belg Payen,
de kanonnier Gaffron enz. Doch ook
een generaal als F. B. von Gagern,
belast met het ontwerpen van een
verdedigingsplan voor Nederlandsch-
Indië, werd vergezeld door de be
kwame luitenant Leclercq, die een paar
honderd aquarellen en tekeningen tij
dens de reizen door Java, Sumatra en
Voor-lndië vervaardigde. Ook waren er
wel particulieren, die louter voor hun
genoegen tekenden b.v. de onvermoei
bare zee-officier Q. M. R. Verhuell, die
reeds tijdens zijn krijgsgevangenschap
in Bahia (Brazilië) een reeks prachtige
tekeningen vervaardigde, waarvan er
enige jaren geleden een paar in Rio
de Janeiro zijn geëxposeerd. Een en
kele werd zelfs gereproduceerd, doch
helaas is dit tekenwerk te fijn en te
geraffineerd om dadelijk een goed re
sultaat bij het reproduceren op te le
veren. In Indië bezocht hij met zijn
schip de Evertsen Java en de Moluk-
ken en tekende daar alles wat los en
vast was. Toen zijn oorlogsbodem ver
ging, was zijn schetsboek bijkans het
enige, wat hij uit de schipbreuk redde,
18