KLEINE BOENG, WAT NU?
Ook al hebben we in 1968 een zalig
uiteinde gehad (nooit heeft Nederland
zulke enorme Sint- en Kerstverkopen
gehad als in de afgelopen december
maand!) en gaat menigeen 1969 in met
een opgewekt: "Volgend jaar nóg be
ter!", de bedachtzamer lezers onder
ons beseffen goed dat we er in 1968
alleen maar met meer geluk dan wijs
heid "doorheen gerold" zijn.
Het Britse pond is gedevalueerd,
zelfs de "almighty dollar" heeft een
venijnige aanval maar op het nippertje
overleefd en de Franse franc heeft zijn
hachje alleen maar kunnen redden met
veel kunst en vliegwerk. En het alge
mene aspect van de nabije toekomst
ziet er nog steeds zó somber uit, dat
een groot dagblad zijn financieel jaar
overzicht van ultimo december aan
vangt met een kop over de hele breed
te van het blad: "Gulden staat op het
spel in 1969!"
Het is heus niet alleen die "zwart
kijker" Tjalie, die geen terrein aanwe
zig acht om het nieuwe jaar handjes-
klappend in te gaan...
Helaas (of gelukkig?) leest de door
snee Indischman de economische en
financiële rubrieken in de pers zelden
of nooit. Hij dobbert maar mee met het
getij en als hij maar op tijd "opge
trokken" wordt, is er geen vuiltje aan
de lucht. Wie echter probeert wél wij
zer te worden in deze onrustige tijden,
merkt al gauw dat veel oude maat
staven al lang niet meer deugen.
Wie immers bij het noemen van het
woord "werknemer" denkt aan de
kleine boeng "fan toen froeher": de
weegbrugger, baanopzichter of klerk
met z'n toetoepjasje en zeildoekse
schoentjes an, heeft zeker bevreemd
opgekeken bij de TV-reportage van de
vakbond-congressen, waar keurige en
duur geklede heren de hallen vulden,
die nota bene over een totale finan
ciële macht beschikken ("keurig kapi
talistisch" belegd in verzekeringsmaat
schappijen, beleggingsfondsen, spaar
banken, enz.) van maar eventjes een
miljard gulden! En met succesvolle
stakingsdreigingen en looneisen dat
kapitaal nóg "vetter" maken. Betoel,
de Kleine Boeng van voorheen is NU
Kandjeng Besar geworden! Hij is in
de grote oorlog om de financiële macnt
óók Grote Boeng geworden.
En de ouwe Grote Boengs? De
werkgevers? Inderdaad is hun bestaan
nu meer bedreigd dan ooit tevoren en
haasten grote ondernemingen zich om
door fusies en trusts hun miljoenen
kapitalen op te voeren tot miljarden
kapitalen. In 1968 is er gewoonweg een
stormloop geweest om te fuseren en
kwamen niet minder dan 146 grote en
ontelbare kleine tot stand!
Tussen deze kapitalistische fronten
van werkgevers en werknemers, heb je
"die goeie ouwe middenstand" nog
steeds. Maar niet meer dezelfde van
"toen froeher". Door slagers en lood
gieters, tuinders en bouwvakkers, mon
teurs en visboeren (enz. enz.) worden
vaak schatten verdiend. En de Indisch-
gast wiens "nederige" slager elke zo
mer een villa huurt in Italië of wiens
groenteman in een jachthaven een
schuit heeft liggen van drie ton, weet
dat er in deze sector vaak zóveel ver
diend wordt dat een oude zegswijze
in Indië: "Liever een kleine baas dan
een grote knecht" zijn tijd al lang en
breed gehad heeft. Natuurlijk zijn er
nog middenstanders genoeg wie het
niet zo voor de wind gaat, maar wie
is er nu nog wérkelijk "kleine boeng"?
We zijn allemaal groot!
Nog meer "korekken" in het grote
of kleine boengschap? Neen! Ook al
omdat wie wat langer rondkijkt en in
formeert, al gauw in de gaten krijgt
dat al die rijke lui zich met hun ver
worven rijkdommen helemaal niet ze
ker en veilig voelen. "Het gaat alle
maal veel te griezelig op en neer", zei
een goede kennis ons, "ik heb het
wel bekeken! En zodra ik genoeg heb,
smeer ik 'm met m'n hardverdiende
geld naar het buitenland. Dan kunnen
in elk geval de belastingen me niet zo
plunderen!" Maar pas als je luistert
naar mensen die "veilig" in Zwitserland
of Lichtenstein of Bermuda zitten, merk
je dat ook daar de zorgen niet op
houden. Valuta's kunnen plotseling in
storten en dus beleggingen "kwade
gokken" gebleken zijn. Men heeft geen
rust meer. Bij elke lichte rimpeling op
de economische zee wordt er als wild
gekocht en verkocht op effectenmark-
ten en banken. Waardoor menige nog
vrij onschuldige toestand in paniek uit
de hand loopt, en menige staat zijn
hachje alleen nog maar redden kan
door banken en effectenmarkten te
sluiten.
Pas in deze tijden merk je hoe wei
nig zelfvertrouwen, hoe weinig natio
nale liefde, hoe weinig naastenliefde
er nog bestaan in deze steenrijke we
reld. Onder de strijdkreet "leder voor
zich en God voor ons allen!" werpen
alle geldhaaien zich op elkander
Inderdaad, niet alleen in 1968 hing on
ze welvaart aan een zijden draadje; in
1969 nóg. In 1970 nóg!
En als zelfs Grote Boeng de kluts
helemaal kwijt is, hoe somber moet
dan Kleine Boeng de toekomst tege
moet gaan?
Nu hebben wij tijdens en na de
oorlog in Indonesië al zoveel ellendige
ervaringen gehad met goenting oe-
ang, en zoveel geldswaarden na elkaar
en naast elkaar, die allemaal "kelder
den" terwijl we toch maar ons goede
humeur en goede moed moesten be
houden, dat we ook nu in Europa de
moed niet verliezen.
Denk je af en toe ook niet terug met
een verbaasde glimlach aan die soms
idioot uitzichtloze dagen, dat je alleen
nasi kampong met tempeh in huis had
...wat huis! Een lekke garage alleen!
Met geld dat alsmaar minder waard
werder er altijd nog mensen waren
die het nóg beroerder hadden dan jij,
zodat je daar nog wat aan kon geven
van je eigen "niets"...en dan kwam zo
maar ongevraagd ergens anders van
daan er toch weer wat voor terug! En
poekoelden we weer teroes!
O man, als wij Indischgasten ver
tellen konden niet alleen van onze pa
radijselijke herinneringen, maar ook
van onze noden en ellenden, we kon
den er hele tongtongs mee vullen. En
nóg lachen!
Want tóen leerden we een les, die
we goed onthouden moeten eventueel
voor later: Als er nood is, dan speelt
het Groot of Klein zijn van Boeng geen
rol meer. Dan is alleen het Boeng
(broeder) zijn méér dan voldoende. Als
het maar de echte persaudaraan is,
met de échte toeloeng-menoeloeng. Als
je die talenten nog steeds in je bast
hebt, kleine Boeng, djangan koeatir
(maak je geen zorgen)!
We zijn "getraind" tijdens en na de
oorlog. En we zijn erin getraind met
ons povere kleine Tong Tong-krantje,
waarin we gul, goedgeefs, zorgvol voor
onze adiks blijven. We kunnen de toe
komst kalm tegemoet gaan. T.R.
WERK NETJES
Wie copy voor Tong Tong instuurt,
getikt, please neem een spatie tussen
ruimte tussen de regels, tik alle woor
den correct en breng leestekens aan.
Begin af en toe aan een nieuwe alinea.
"Beuk" niet alles srampangan achter
mekaar. Wij hebben geen typiste, die
het voor U overtikt.
Geschreven copy: kijk nog een keer
tje na, corrigeer schrijffouten, breng
leestekens aan.
Het bespaart ons ontzaglijk veel
tijd en moeite.
VOOR VERZAMELAARS
Ja, wij hebben nog exemplaren
van de eerste "Tjies" die ver
scheen, in Indonesië. Met de be
kende "Intro" (zie het kerstnum
mer) en enkele gedichten. Van
Vincent Mahieu. 3,1- 0,35 p.
Boekhandel Tong Tong.
4