Jachtverhaal in jagerslatijn LANGS TIJGER PADEN Lex Denninghoff Stelling n.v. Azië Zwitserland Technisch Bureau HENNEMAN Er was eens een zeekapitein die graag wilde gaan jagen. Maar hij kreeg nooit de kans. Tot op zekere dag in een haven op Borneo's Oostkust, hij kennis maakte met de plaatselijke mili tair commandant, een infanterie-kapi- tein van een aldaar gelegen klein gar nizoen. De zeekapitein gaf zijn wens te kennen aan die landkapitein. Dat trof geweldig. Het was een zondag en laatstgenoemde was juist van plan om op die dag op jacht te gaan. Dus werd vanzelfsprekend des zeekapiteins ver zoek door de land-idem ingewilligd. Met z'n beiden trokken zij er te voet op uit. In het oerwoud aangekomen, liepen zij achter elkaar de land- kapitein voorop natuurlijk over een smal tracée (opengekapt paadje). De zeekapitein zag zijn "voorganger" zo nu en dan over dwarsover dat pad lig gende boomstammen heenstappen en dat deed hij natuurlijk ook. En ziet, bij de vierde of vijfde overstap, ging, wat hij voor een boomstam had aangezien, plotseling bijna recht overeind staan en verdween uit het gezicht. Wat bleek toen? Dat al die z.g. boomstammen pythons waren die zich blijkbaar volgevreten hadden en daar ter plaatse hun siësta hielden. Het wemelde daar blijkbaar van die reuzen slangen. Sommigen zijn wel meer dan 10 meter lang en zo dik als een dikke klapperboom. Die zelfs een hele tje- leng in één hap naar binnen kunnen werken. Enfin, beide kapiteins liepen door en maar kijken of zij iets onder schot konden krijgen. Maar niks hoor. Blijk baar hadden die pythons behoorlijk huis gehouden onder de wilde-zwijnen- stand. De jagers besloten toen maar naar het kampement terug te gaan. Maar ziet, niet zo heel ver van dat kampement, kreeg die infanteriekapi- tein een knaap van een tjeleng onder schot. Met zijn dubbelloopsgeweer, 'n echte Mauser, geladen met kogels, was het voor hem als ervaren jager een koud en klein kunstje dat zwijn met het eerste schot neer te leggen. De tjeleng was toen dus wel dood, maar het was zó'n groot en deswege zwaar beest, dat zij met hun beiden niet in staat waren het naar het kam pement te dragen. Daarom besloten zij hulp te gaan halen in het kampe ment. Vrij gauw keerden zij met enige sol daten terug naar de plek waar het zwijn dood ter aarde was gevallen. Daar aangekomen zagen zij tot hun grote schrik en woede dat twee tijgers bezig waren hun jachtbuit op te peu zelen. Hun eerste impuls was om op die rovers te schieten. Maar die infan- terie-kapitein had nog maar één kogel over in zijn dubbelloopsgeweer. Hij kon dus met die éne kogel ook maar één tijger doden en geen twee.. Goede raad was duur. Maar niet voor iemand van het K.N.I.L. Hij piekerde even zwaar met het hoofd en toen wist hij het. Hij trok zijn klewang uit de schede, plant te deze met het scherp naar hem ge richt voor zich stevig in de grond. Ging toen op een paar meter afstand daarvan staan. Richtte toen op de kle wang lang en zeer nauwkeurig, trok af, de kogel spleet in tweeën en beide tijgers werden, elk door een halve ko gel, dodelijk getroffen. Toen konden vier soldaten zonder gevaar het dode zwijn weghalen en naar het kampe ment dragen. Waar het die dag na tuurlijk makanan besar was. De scheepskapitein kreeg uiteraard een flink stuk van de tjeleng (achter bout) mee voor hem en zijn bemanning. Later werd die kapitein zelfs verrast door die garnizoens-commandant met het geprepareerde prachtvel van een van die twee tijgers. Compleet met kop en staart. W.H.M. Red.: Adoeh! Si Sindbad de Zeeman! Haweldih, duim-nja! Mag in geen bibliotheek ontbreken f 6,0,45 porto. DONGÈNGAN van SI KLAAS TEKENS Men wekt veelal de lachlust der men sen op, wanneer men een verhaaltje opdist over tekens die men in het da gelijks leven krijgt. Zo mogen zij dan sceptisch staan tegenover mijn don- gengan. Ja, men hecht er geen geloof aan. Zo gebeurt het vaak, dat, of mijn vrouw, of ik zonder opzet een lepel of een vork laten vallen. Dit dan zijn tekens, dat wij bezoek krijgen van een vrouw of man. (Een lepel is als bewijs een vrouwelijk persoon en een vork een man). Telkenmale dat wij of een van beiden een vork of een lepel lieten vallen (niet met opzet) zeiden wij te gen elkaar: "Wah seg, ister lepel dja- toeh, wie ja komt op bezoek?" En ja verleden week gebeurde dat weer. Mijn vrouw liet bij ongeluk een lepel vallen en zei ze: "Ada dame komt"! En werkelijk tegen tien uur 's morgens kregen wij bezoek van twee dames; de moeder en grootmoeder van onze schoondochter, die momenteel in Ca nada zit. Die twee dames kwamen uit den Bosch om ons te bezoeken. Na hun vertrek zei mijn vrouw: "Nah loe, lepel djatoeh" Ook vanmorgen om een uur of elf viel er een lepel van een bord. Mijn vrouw vertelde dat niet en...tegen vier uur kregen wij een dame voor de deur van de Ned. Herv. Kerk, om bij te dragen voor een bazaar, die vrijdag a.s. ge houden zou worden. Ik noem zulks dan frappant. Er gebeuren veel van die tekens, waar de mensen niet op letten, of geen geloof aan hechten. De anderen noe men zulks bijgeloof. Heeft men ooit de beschrijvingen over de tekens in het mooie boek van van Hien onder ogen gehad? Daaruit kan men veel gevolg trekkingen maken. Handel Mij. Sinds 1916 SANITAIRE INSTALLATIES, TEVENS GASFITTERS ELECTRISCHE-, CENTRALE VERWARMINGS- EN specialisten in onderhoud en vernieuwingen van installaties in reeds bestaande huizen. Volledige garantie, prijs offerten. Atjehstraat 68- 72 Den Haag Telefoon 55 03 00 (3 lijnen) 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 15