DE RIJKDOM VAN DE KLEINE LANDMAN Blimbing soorten Idjo, Demak, Woeloeh Andere soorten Sirikaja, Delima, Moolwa (boeah nona), Suursak, Gandaria, Klengkeng, Kleng- keng Borneo, Kawista, Asem massak, Asem Randjie, Asem blanda, Sarangan (Kastanje), Mangis, Melindjo, Doekoe, Langsep, Kokkossan, Rambei, Ketjapie, Djengkol, Gajam, Tjerme, Salak, Lobi lobi, Kemloko, Gowok, Doewet (djam- blang), Nangka, Tjempedak, Kledoeng, Trengoeloen, Moendoe, Kepel, Boeah Mertega, Nam-nam, Kedondong, Avo- kaat, Mekoedoe, Kloeweh, Soekoen, Kemirie, Sawalan, Klapa Kopjor, Dwerg klapper, Poetjoeng, Woennie, Moerbei, Tampoi, Palla, Semangka, Markisa, Betteh, Bligo, Ketimoen, Krahi, Laboe siem, Gambas, Paree, Waloeh, Oewi soorten, Oebi, Cassave, Bangkoang, Gadoeng, Bloestroe enz. enz. Doerèn, nangka, ramboetan, doekoe, pisang: een "hoorn des overvloeds" aan vruchten uit de kebon van de kleine landman! Vaak moet ik van lezers van ons blad horen: "Wat weet je véél van Indië, Tjaliel" En als ik dat ontkende, werd dat soms opgevat als beschei denheid. Maar bekijk ondervolgend lijstje eens. Van "vruchtbomen uit het voormalige Ned.-Indië, aanwezig op het erfpachtsperceel Kalisawah, te Bodja, van de Heer F. M. Taylor", zoals in zijn brief staat. Bedenk daarbij dat mijnheer Taylor helemaal geen groot grondbezitter was of administrateur van grote landerijen, dat hij eerder gerekend kon worden tot de "klein- landbouwers" en in elk geval nooit Kandjeng Besar of zelfs maar Seten- gah Kandjeng Besar geweest is. Realiseer U daarbij dat mijnheer Taylor al deze namen uit zijn geheugen opgetekend heeft! Hoe goed moet hij zijn land en alles wat erop stond ge kend hebben, hoe intens en met grote liefde en weetgierigheid hij er geleefd moet hebben, hoe lang heeft hij er zorgzaam en met geduld alles ver zorgd. DIE man weet wat van Indië. En zulke mensen (op allerlei gebied) kent Tong Tong bij dozijnen onder haar trouwste lezers. Ik voel me vaak bij zg. kleine boengs maar een heel klein mannetje, hoor! Maar laat ons nu de lijst doornemen, en een dikke stapel zoete herinnerin gen ophalen! Pisangsoorten 8 H.A. aanplant Radja Temen, Radja Goreng, Radja 16 Nangka, Radja Tawi, Radja Sereh, Ra dja Suriname (banaan - bacove?) Kepok Gablok, Kepok Awoe, Kepok Tahoon, Kepok Oerang Pisang Kawisto, Gembor, Mas, Mas- san, Kriak, Poeloet, Ambon, Masak idjo, Blitoeng, Kidjang, Djambe, Noro- wito, Djambie, Djaran, Kates, Kloetoek (Batoe), Pendjalin, Gebiar, Tandoek Mangga soorten Golek, Aroemanis, Gedong, Kopjor, Manalagi, Krasak, Bapang, Madoe, Dodol, Daging, Telor, Lalidjiwo, Kepo- dang, Indramajoe, Kwèni, Pakel, Seng- gir, Bangka, Mangi (Borneo) Djeroek soorten (Citrus) Bali, Ratoe, Keprok, Siem, Pingit, Goe- loeng, Wanggi, Poeroet, Limau, Ci troen, Nipis, Manis, Patjitan, Oewik Djamboe soorten Kloetoek, Peer, Soesoe, Bol, Bandar, Dersonno, Loemoet, Aer merah, Aer Poetih, Mintol (Mittee), Roedjak Mon- jet Ramboetan soorten Matjan, Lebak boeloes, Tengkoeweh, Kapoelassan, Atjeh, Lengkeng, Sinon- nah, Goendol, Tjina Papaja soorten Semangka merah, Semangka koening, Boender, Blimbing, Gandoel Sawo soorten Manila, Ketjik, Mas, Blanda Ananas soorten Boggor, Batoe, Idjo, Oedang, Soekoen, Palembang (Reuzen) Noot 1. Mocht de Indische stedeling of de Hollandse toeschouwer al ver steld staan over deze grote verschei denheid van vruchten, hij bedenke goed dat dit slechts de vruchtbomen zijn van één enkel erfpachtsperseel in het Semarangse en op geen stukken na alles is, wat in Indië groeide. Noot 2. Ikzelf miste al gauw drie vruchten die ik in Indië gekend heb. En zo zullen onder onze lezers ette lijke zijn, die dit lijstje nóg verder zou den kunnen uitbreiden. Wie wat voelt voor "aanvulling" uit eigen ervaring, is welkom in onze kolommen. Noot 3. Het is niet de bedoeling een handboek van de Indische flora er op na te slaan. Men schrijve alleen op, wat men uit ervaring kent. Liefst ook waar ergens in Indië men de betrokken vruchten heeft gekend. Noot 4. Pas wanneer men zich reali seert dat tientallen variëteiten door ge duldige en kundige kruising verkregen zijn gedurende vele eeuwen in het oude Indonesië, beseft hoe de Indo nesische cultuur bij uitstek een agra rische cultuur is en hoe diep ook kunst, religie en wijsbegeerte van dat volk met de natuur verbonden zijn ge weest en nog zijn. En dat dit een vol slagen andere cultuur moet zijn dan onze huidige westerse cultuur van machines, fabrieken en drukpapieren "wijsheid". Peteh soorten Katjang, Loelang, Tjina, Dawoeng (Item) Doerian soorten Mbokerno zonder pit, Soesoe, Biassa, Lae (Borneo)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 16