KIPPEVEL I 13 PA KARIM is sedert 1935 een verkoper van saté ajam in het stadje Pasoeroean. Vóór hem deed zijn vader het, zodat Pa Karim al in de tweede generatie de wijdse titel draagt van: "Toekang saté ajam Madoera asli". Hoe interessant zou een Gedenk boek zijn, geschreven door Pa Karim met de titel: "Een halve Eeuw Saté Ajam." Wat een schat van gegevens, wat een massa materiaal zou dit ople veren voor de historicus, de politicus, de econoom, de culturist etc. om de ontwikkeling van HET SATÉ AJAM VERKOPEN te bestuderen? En dit in 't raam van het stadje Pasoeroean met als achtergrond het Wereldgebeuren van zestig jaren, die net achter ons liggen. Helaas kan Pa Karim niet schrij ven, tenminste geen geschiedenis Onderschat hem echter niet, want hij kan wel schrijven, dank zij de Cursus voor de Analfabetenbestrijding of "Pemberantasan Buta Huruf". Evenals zijn vader (Pa Paniah) des tijds, woont Pa Karim in kampoeng Petoerèn in een klein gangetje, loch weet iedere lekkerbek hem te vinden, tenminste óf de bedienden óf de kin deren van de lekkerbek voornoemd. Want toch, er zijn nog wel drie andere saté ajam-verkopers in Pasoeroen, maar...er is maar ÉÉN PA Karim! En als men niet om 12 uur overdag een afspraak met hem maakt, dan vist men meestal achter het net. Kom je te laat op het idee, om de anderen op "Pa Karim" te trakteren, dan word je on danks je allerbeste bedoelingen eerst overladen met allerlei onheuse ver wijten, dat je het niet veel eerder ge zegd hebt... Nota bene! Dan springt iemand op de fiets, soms twee en een enkele keer een hele opsporingsbriga de om Pa Karim te "spotten". En op zulke momenten herinnert men zich ineens, dat er een God bestaat en vuri ge schietgebedjes worden als even zo vele raketten ins Blaue hinein gelan ceerd, dat Pa Karim nog niet "gechar terd" moge zijn. Is hij nog vrij, dan wordt hij stapvoets naar huis begeleid, waar hij met gejubel wordt ontvangen. Weg is de spanning en vergeten Onze Lieve Heer! Nogmaals, niemand in de hele stad kan zulke lekkere saté ajam Madoera maken als Pa Karim. Niemand kan zul ke lekkere saté-saus maken. Je kunt kiezen tussen twee soorten: a. de originele boemboe Madoera met als medium petis, b. de boemboe katjang, die vermoedelijk onder Westerse in vloed is ontstaan. (Het "Westerse" gaat hier niet verder dan Madioen en Ponorogo.) Zijn lontongs zijn fors van formaat, hetgeen heel duidelijk op de foto zichtbaar is, niet te vast en niet te waterig. Ja, Pa Karim is een kunstenaar bij de gratie Gods. Hij is "de lekkerste satévent" van de stad, maar helaas ook de duurste. En als je in je eigen wijsheid of in een economische bevlie ging één van de andere toekang saté hebt "geprobeerd", dan wil je geen andere meer hebben dan Pa Karim. En als je niet genoeg geld hebt dan maar helemaal geen saté ajam: "To be or not to be", katanja Shakespeare. Op onze vraag: "Father, tell us the truth about Saté Ayam! (about the birds the bees we know everything)", geeft Pa Karim voor de vuist weg een college weg in het Javaans met zwaar Madoerees accent. "Het geheim", zegt hij (so hèk toch, we vragen de waarheid... jongennja spreek over hechijm!)" ligt in de juiste keuze van de kip. Bij het kopen betast men haar op alle fatsoenlijke en onfat soenlijke plekken, hardop het beest af kammende - enfin, de hele santekraam van het tawarren - en dan, en dan maakt men saté." It is as clear as mud en het geheim is een geheim gebleven, dat Pa Karim helaas met zich naar het graf zal nemen, omdat geen enkele zoon zich met het edele vak van saté- ajam-verkopen wil bezighouden. Ze gaan liever in de fabriek werken. Het blijkt ook dat Pa Karim erg zuinig is met zijn naam. (Djaga nama). Kan hij op een dag geen goede kippen krijgen, dan verkoopt hij eenvoudig niet. Ook voor hem geldt "To be or not to be!" Over de saté zelf. Nogmaals, nie mand heeft saté zo mals en empoek, zo zacht en weldadig in de mond, als onze Pa Karim! De duurste zijn de saté's die geheel uit vleesjes van het borststuk (dodo mentok) bestaan (wel 4'/2 Holl.centen het stuk), geliefd bij de kinderen met hun nog ongecompliceerde smaak. Als de kinderen boffen, dan heeft Pa Karim "ongeboren eieren' voor hen, zonder schaal, van verschillende grootten, goudgeel, ook aan een stokje geregen en geroosterd, net als echte saté. Om dat Pa Karim hiervan niet meer dan vijf of zes stokjes heeft, kan dit de oorzaak worden van menige "familietwist". Voor de ouderen, die wat meer afge stompt zijn en daardoor naar nieuwe prikkels zoeken, heeft Pa Karim o.a. saté van de samenstelling: vleesje, vetje, vleesje, levertje, vleesje of ook vleesje, levertje, rempelotje, vetje, vleesje en verder de variatie rempe lotje, levertje, eitje, vetje, nogmaals rempelotje, enz., enzPa Karim heeft een rijke fantasie en een niet te evenaren ervaring. Maar de geraffineerden, w.o. schrijver gerekend mag worden, zelfs op het perverse af, kunnen pas goed genie ten als ze "KIPPEVEL" krijgen. Dus sa té van stukjes kippenhuid, ruim 1 cm br. en 4 cm I., aan stokjes geregen in de geest van gegolfd plaatijzer. Deze soort saté moet geroosterd worden op een heel zacht vuur, want het afdrui pende vet doet het smeulende areng- vuur telkens opvlammen. We laten Pa Karim telkens kleine aantallen stokjes bakarren, zodat heet van het vuur de velletjes op je tong smelten. Direct daarop prik je met hetzelfde saté-stok je in een schijfje lontong en brengt het ook naar de mond ter afkoeling en om met het velletje in volkomen harmonie van smaken en consistenties, tong, verhemelte en keel te strelen. Geen ballpoint is in staat, de zalige geneug ten te beschrijven, om "KIPPEVEL" te krijgen van de rombong van Pa Karim. Toch is deze soort de goedkoopste bij Pa Karim, maar één gob (Holl.) het stuk. M. Soetjahjo

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 13