"SAMMEN" DEETJE DAPOER beschrijven maannachten in Batavia heeft gehoord en gespeeld. Bij sport en athletiek bereikte hij grote hoogten. Boksen, worstelen, ringen, rekstok, brug, polsstok-hoogspringen, speer werpen, N.I.A.U., Lycurgus, H.B.S.- vereniging, Studenten Corps, O, wat een glorietijd! NU LUISTERT HIJ naar de klanken die een van zijn zoons uit een kost bare guitaar weet te toveren. En weer hoort hij het lied zonder eind, beter nog gespeeld dan hij het in vroegere dagen deed! NU BËKIJKT HIJ de tropheeën die twee andere zoons op sport en athle tiek gebied hebben binnen gehaald. En hij vergelijkt ze met zijn in de oorlogs jaren verloren gegane reliquien. Maar geen van zijn zoons heeft de gelegenheid gehad hun vaders voet sporen te volgen voor wat betreft de wekelijkse kloppartijen, het slenteren langs Batavia's stoffige dreven, de zwempartijen al dan niet op gedeboks pisang in de Tjiliwoeng, het katapullen van andermans mangga's of de asem langs de grote weg! GELUKKIG? OF JAMMER?? Wedden dat als je hun die vraag voorlegt, het antwoord zal zijn: JAM MER! DOOD EN DOOD JAMMER! Want zij beseffen dat die vader heeft gelééfd! Geleefd als een Indische jon gen. Als Indo-Europeaan. En genoten van alles waarvan je hier in Holland niet kunt genieten, om de doodeen voudige reden dat er hier geen Kali's Tjiliwoeng zijn, geen gètèks of gede- bogs pisang, geen warongs of stal letjes waar kwee poetoe wordt ver kocht, gemblong of poetoe majang, kombili of katjang reboes, nangka, tjempedak of doerèn, djamblang of djamboe aer, ...en geen zon! En nooit, nóóit hoor je hier in werkelijkheid, in de verte het lied zonder eind, aan zwellend om dan weer, als je huis is gepasseerd, geleidelijk te vervagen tot er weer die geheimzinnige stilte is van de tropennacht met die talloze on definieerbare geluiden die je bij blij ven, die je hóórt, ook nu nog, hier in dit koude land aan de koele Wester- stranden, op duizenden kilometers er van daan. "Waar de bergen machtig tronen, Over 't altijd lachend strand, Waar de velden zich vertonen, Met hun eeuwig groene rand! Eens 't zonnig deel van Nederland,) Dat was ons dierbaar Vaderland!") bis ADER. Het eerste couplet van het IEV- bondslied, met een kleine door de tijdsomstandigheden noodzakelijke wij ziging. In de contreien waar mijn grootmoeder leefde, werd hiermee vóór de oorlog de overgang en het verlaten van de dessaschool bedoeld en ik mag aan nemen, dat dit een verbastering is van het woord examen. Mijn oma woonde te Tjitalahab. Je moest te Tjibeber uitstappen en dan nog een paar uur met een vracht wagen rijden om er te komen. Ongeveer 20'km. verder ligt Kadoe- pandak, een plaatsje met een paar honderd inwoners. En het voornaam ste was nog wel, dat je daar een heuse dessaschool had. Met 4 klas sen. Nooit tevoren of erna, heb ik de over gang of het verlaten van de lagere school zo zien vieren als daar, in de goenoeng. Er was dan een soort Pasar Malam, die 3 dagen ervoor tot 3 dagen na de "sammen", duurde. Tot ver in de om trek kon je de invloed daarvan, mer ken. Er werd meer textiel verkocht. Vooral in die tijd waren de z.g. es-lilin kleuren zeer in trek bij de Soendanees. Zij houden van het fleurige, dit vrolijke volk. Dat glimmende, zijde-achtige goed. Met hel gele-, groene-, oranje-, of rode-, of bedenk zelf maar de kleu ren, die de vóóroorlogse es-lilin van 1 cent-twee, deden schitteren. Weken tevoren was het dorpskleer- makertje .(in 1963 zag ik hem terug als sadokoetsier, te Tjiandjoer), Mang Karna, druk in de weer. Daar zat hij dan op zijn bale-bale, sila. Met, spe ciaal voor zulke gelegenheden als er veel klanten zijn, zijn bril deftig (sta len montuur met "verlak"glazen), op zijn neus. Dat, gaf hem een apart ca chet. "Hajoe, geuwat atoeh! Oerang noem- pak wahon!" (Kom schiet op! Wij gaan in de vrachtauto!") Al heel vroeg hadden de bewoners van Tjitalahab zich opgemaakt, om op de overgangsdag, naar Kadoepandak te gaan. In een open vrachtauto, zon der stoelen of banken. En dat, met een moordgang over een weg met steen slag, vol bochten. En vrolijk bespeelde de chauffeur zijn toeter: "Doddolit- doddolit-bret". Ik denk, dat onze vrachtautobenen in die tijd minstens net zo goed waren, als een ander zijn zeemansbenen. Van ver zag je Kadoepandak al. Fees telijk versierd met erebogen en vlag getjes van gekleurd oliepapier. Ach, wat verfrissend eenvoudig. Omdat het uitreiken van de rapporten nog enige tijd zou duren, gingen we de Pasar Malam op. Het was overdag natuurlijk zo goed als doods. Je zag nog wel pentjak-demonstratie's en een opgezette geit met 2 koppen (waarvan je duidelijk kon zien, dat de 2de kop was aangenaaid). Maar je had pret voor tien. En dan ging ik een tent binnen waar je een krokodil kon zien, die, door een man, uit de rivier de Tjiboeni, met de hand was gevangen. Daar zag je dat beest, met een on nozel touwtje om de nek, waarvan het einde vastzat om een in de grond ge slagen stukje bamboe. En de man, die dat beest had gevangen, zat er nog geen meter vandaan in, zoals ik het noem, meditatie verzonken. Je mocht geven zoveel je wilde, maar je mocht ook voor niets komen kijken. Want zijn ilmoe mocht hij niet verkopen. De pendopo, feestelijk versierd, was heerlijk koel. Alle dorpsnotabelen, de onderwijzers en leerlingen, waren daar verzameld. De ouders van de leerlin gen zaten op de grond, zo ook de toe schouwers. Ik had meer oog voor de ouders. Wat waren zij ontroerd bij dit zo belangrijk gebeuren voor hun kind. Vol trots vertelden zij elkaar over de vorderingen van hun kind. Mocht een kind niet zijn overgegaan dan huilden de ouders met hun kind mee en trachtten het te troosten door hem of haar voor te houden, dat het volgend jaar wel beter zou gaan. Maar of er nu een kind was overgegaan of niet, op één ding waren zij allemaal trots n.l. dat hun kind kon lezen en schrijven, twee soorten van kunde, die zeker 90% van de ouders niet mach tig waren. Chris Eind juli komen de Indo's van het Indo Community Center 'De Soos" in Los Angeles weer met een show "voor eigen huis". Dit jaar wordt opgevoerd de Indische variant van "Assepoes ter": DEETJE DAPOER! Vind je dat geen kostelijke vondst?! Alleen die naam al is om je kripoet te lachen. Jammer dat we de show niet zien kunnen. Het vorige jaar had den de jongelui de Indische variant van "Sneeuwwitje" en daar hebben we uit ettelijke enthousiaste brieven al heel wat van mogen horen. Moet ook een "hit" geweest zijn. We wensen onze sobats in Amerika veel succes met hun originele cabaret-plezier en hopen dat ze nog heel lang op deze manier teroes poekoelen. En weet U: dat is nou één van die oorzaken waarom Amerika zich steeds vernieuwt en altijd wat aardigs heeft: de immigranten krijgen allemaal hun kans, terwijl we hier allemaal suf en braaf assimileren... 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 15