HET LEVEN IN DE BINNENLANDEN VAN SUMATRA VERMAAT ZONEN maandagochtend kijkochtend Van een districtshoofd, pasirah, kreeg ik door tussenkomst van een autobus chauffeur bericht dat in zijn dorp, een 100 km van mij vandaan een moord was gepleegd. Mijn ressort was verdeeld in 12 dis tricten, marga's geheten met aan het hoofd een pasirah, die de titel had van "depati", na vele trouwe dienst kon hij worden vereerd met de aller hoogste titel van die van "pangéran". Deze gezagsdragers waren toen niet uitgerust met een telefoon, zodat alle belangrijke berichten per bode, vaak op de fiets, motesten worden overge bracht. Ik begaf mij er alleen naar toe daar het grootste gedeelte van mijn man schappen op patrouille dan wel er juist van terug was. De pasirah bracht mij bij de woning van de dader, die zich hierin had op gesloten om zich veilig te stellen voor de wraak van familie-leden van het slachtoffer. Op mijn kloppen deed men voorzich tig open en werd ik binnen gelaten. Ik moest gaan zitten; toen kwam de dader naar mij toe, hurkte en gaf mij een hand. Hij vroeg zich even te mo gen klaar maken voor het vertrek, het geen ik hem toestond. Toen hij weer te voorschijn kwam vroeg ik hem naar de toedracht van het gebeuren. Een simpel geval: zijn dochter had zittend op het raamkozijn haar evenwicht verloren en werd door een juist passerende autobus aange reden, mors dood! De vader snelde naar beneden en zijn dochter levenloos ziend werd hij mata- gelap en stak de ongelukkige chauf feur een dolk in de borst; ter plaatse overleed de man. Toen het zover was dat wij konden vertrekken sprak Abdoelah, de dader, enige woorden ten afscheid tot vrouw, moeder en vrienden en dook diep in de hangmat, waarin zijn jongste baby lag te slapen. Hij trok enige haren uit zijn kuit en gaf die aan zijn vrouw, zulks om zijn afwezigheid te compen seren. Moeder huilde, vrouw huilde en toen gingen wij de deur uit, Abdoelah kaarsrecht, ogenschijnlijk onbewogen. Zij laten nooit merken wat in hen om gaat, daar zijn zij te trots voor, het geen eveneens niet zou stroken met het "man" zijn. Wij aanvaardden de terugtocht, Ab- doellah frank en vrij naast mij. Bij Poelau-Negara waar wij de 800 meter brede Kommeringrivier moesten over steken met een primitieve pont ver namen wij dat een paar kilometers verder de weg onder water stond. En jawel hoor, het water stond zelfs zo hoog dat verder rijden met aangezette motor niet mogelijk was, tenzij de fan werd uitgeschakeld, zodat opspatten van water op de motor en bougies werd voorkomen. Ik deed zulks en reed voorzichtig ver der, doch het eind van de overstro ming was nog niet in zicht toen de motor warm begon te lopen. Ik zette haar af en knipte mijn Winchester kop lamp aan. Ik beduidde Abdoelah de auto te helpen voortduwen. Wij gin gen ieder aan een kant van de wagen lopen, ik bij het stuur. Mijn arrestant had een schik en praatte honderduit. Na een paar kilometers al duwend gelopen te hebben liep de weg op en was daar het wegdek watervrij. Ik zet te de fanriem weer aan, startte de motor en reed in glorie naar huis. Het was intussen ver na middernacht geworden. Abdoellah zette ik bij de gevangenis af; hij gaf mij een hand ten afscheid. Wil men een volk leren begrijpen dan moet men veel van hun leven en adat, gebruiken afweten en last not least de taal spreken. In de binnenlanden van Sumatra is behalve het Wetboek van Strafrecht eveneens van kracht de "Simboer Tjahja" een aldaar geldend adatrecht, dat slechts gehanteerd wordt bij overtredingen en civiele- zaken. Kleine vechtpartijen worden vaak on derhands geregeld. De ene partij geeft het slachtoffer een paar kilo rijst, kip, mais en wat dies meer zij voor een lekker verzoeningsfeest. En dan is alles vergeven en vergeten. De meeste aanslagen op het leven worden in de vastentijd gepleegd. Men is dan geïrriteerd en maakt om het minste geringste ruzie, die beslecht wordt met de kapak, een groot kap mes, dat men in de regel gebruikt om in het dichte bos een weg te banen.. Ik was nog geen maand in Martapoera toen er 's nachts op de voordeur werd geklopt en op mijn vraag; "Siapa", wie daar, antwoordde de onbekende: "Saja Toean", ik heer. Nou er waren millioenen saja's; ik maakte de deur open, de revolver in de hand klaar tot schieten. Een man liet zich op zijn knieën vallen en overhandigde mij een met bloed besmeurde dolk. Ik liet hem binnen en na een kop koffie vertelde hij dat hij uit de kampong, dorp, daar en daar kwam en die en die had dood gestoken. Hij kwam zich melden niet uit schuldbesef, doch uit vrees dat de familie van de verslagene zich over hem zou "ontfermen". In de gevange nis was hij vooreerst veilig. Ik heb zelden naar moordenaars dan wel da ders van doodslag behoeven te zoe ken. In deze streken maakte men zich niet zo gauw schuldig aan diefstal doch des te meer aan oplichting. Wanneer een jongen verliefd is en het meisje genegen als zijn vrouw door het leven te gaan, dan wordt de bruidsschat vastgesteld: de eigen schappen en afkomst van het meisje zijn bepalend voor de groote der bruidsschat. En als de jongeling die niet kan opbrengen gaat hij aldus te werk. Een bundeltje reclamebiljetten in de zelfde kleuren als bank biljetten wordt ingepakt met enige echte bankjes van 5,en dusdanig gearrangeerd dat men de indruk krijgt alsof het gehele pakje bankbiljetten inhoudt. Het meisje verlaat des avonds op het met de jon geling afgesproken uur haar ouderlijke woning, nadat zij het pakje onder haar hoofdkussen heeft achtergelaten. Zij vlucht met de jongeman het bos in, in de ochtend achtervolgd door de vader en familie-leden van het meisje. Is de inhoud van het pakje naar de zin van de vader, dan is de achter volging slechts schijn; in het andere geval gaat men er echt op uit om de geliefden te vinden. Na een drie dagen vlucht komen de vluchtelingen boven water en melden zich bij de pasirah, het districtshoofd; de familie der ge liefden wordt erbij gehaald en in de regel volgt dan de toestemming tot het huwelijk. Zulk een vorm van scha ken noemt men "Tangkap harimau", letterlijk vertaald: tijgergreep. Is de jongeman niet in staat de ge vraagde bruidschat op te brengen dan moet hij voor de duur van een jaar zijn intrek nemen bij zijn schoonou ders, hetgeen inhoudt dat de schoon zoon voor schoonpapa moet werken tegen vergoeding van kost en inwo ning. Men feest hier ingetogener dan elders. Overdag komen genodigden bij Juweliers - Horlogers 3x Den Haag THOMSONPLEIN 18 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 18