Jos. van Arcken
JAVAANSE NAMEN
^ilólangeix^
NOOD MAAKT VINDINGRIJK
kende klapperolie meegenomen.
De visjes werden door mijn vrouw
schoongemaakt en van de ingewanden
ontdaan en daarna met zout en asem
ingewreven. Tenslotte werden ze licht
bruin gebakken. Wij smulden er van.
Naast het meertje, bovenop een glooi
ing van het terrein stond een huisje,
bestaande uit kleedhokjes. Onder de
ze glooiing had je onze badplaats, die
eveneens glooiïend afliep. Bij de man
nen kwam het water niet hoger dan
tot de schouders. Kinderen moesten
echter oppassen dat ze niet te diep in
het water kwamen. Het baden gebeur
de in die dagen nog gescheiden. Eerst
de mannen en de jongens, daarna de
vrouwen en de meisjes. In de tijd dat
de vrouwen in het water waren, dron
ken wij mannen iets fris of iets warms.
Zwemmen maakt hongerig, daarom
was er in de buurt dan ook een wa-
roeng, waar men heerlijke nasi rawon
met geitevlees kon kopen voor 0,30
per bord. En smullen dat je dan deed!
Eveneens in de buurt had je de bloe
mentuin van de heer Steincel, waar
je voor een paar dubbeltjes een
prachtige ruiker kon kopen.
Tot zover dan maar mijn waarde adik
Tjalie,
Ontvang de hartelijkste groeten van
Uw boeng
Ha Ef El
Aan het strand van een Meer van
Zand heeft HaEfEI afscheid van me ge
nomen. Aan zulk een strand: waar
eindigt het land en waar begint het
zand? Zijn verhaal leeft hem voorbij.
Al onze verhalen leven in Tong Tong
ons voorbij. Zij zijn Indië zelf gewor
den in de Meren der Vergetelheid. Het
Land is Zand geworden. Er is geen
"Adieu". Alleen een gefluisterde me
dedeling: "Sekali adik, tetap adik".
Mening oud-lndië-kenner weet mis
schien wel, dat javaanse kinderen in
hun jeugd vaak een afkorting van hun
naam dragen tot aan hun huwelijk.
Dan pas dragen zij de volledige naam,
z.g. oude namen.
Tir is bijv. een afkorting van Tirto
(water in het Kawi-Sanskriet).
Djo is hoogstwaarschijnlijk een af
korting van Djojo (macht verkregen
door toeeigening).
Voor Omega, Zenith en vele
andere goede merk-horloges
naar
Laan van Meerdervoort 520
Den Haag - Telef. 33 6441
N.a.v. de zeer interessante en ge
degen dongèngan over slangen van
Hr. M. M. J. van Balgooy in Tong Tong
van 30-11 1968 hierbij dan mijn krikil-
tje (klein steentje) betreffende de gif
slangen.
Een gifslang heeft zijn gif ter be
schikking gekregen om:
1e voedsel (prooi) te bemachtigen en
2e zich en/of zijn nest (hol) te verde
digen.
Hij weet dat hij na een beet
(verbruik van zijn gif) tijdelijk min of
meer machteloos is geworden en wel
totdat hij weer voldoende gif geprodu
ceerd heeft.
Het is dan ook zeer wel mogelijk
dat wanneer twee mensen kort na el
kaar door een gifslang gebeten wor
den, de eerste sterft t.g.v. de volle do
sis gif en de tweede slechts last krijgt
van een pijnlijk gezwollen hand of voet
door het restantje gif.
Een gifslang weet dan ook dat hij
zuinig moet zijn met zijn gif, d.w.z. hij
zal grote wezens zoals mens, hert, tjè-
lèng enz., die te groot zijn om als
voedsel te dienen, alleen bijten als hij
denkt dat ze hem en/of zijn hol willen
aanvallen.
Bij het naderen van een groot we
zen zal een gifslang zich dan ook zo
goed mogelijk verbergen om niet ge
noodzaakt te worden zijn kostbare gif
onnodig te moeten verbruiken.
Tijdens mijn saneringswerkzaamhe
den (opsporen, controleren en onscha-
Er waren niet veel miliciens hij het Tiende
Bat. Afd. Wielrijders. Hier zien we een paar
bekenden, die in 1935 opkwamen. Staande
links Van Wichen en Gelsing. Vierde: Max
van Minos. Vóór links: Fiorani. Andere na
men loepa.
Na de beginopleiding kregen de jongelui
motorfietsen: H.D.'s natuurlijk, 1000 cc. Met
in het zijspan een mitrailleur M. 23. Plus
opleiding schaarkijker.
Pot was eentonig: groentensoep met rijst,
erwtensoep met rijst, bruine bonensoep met
rijst, hutspot of stamppot, nasi goreng, kerry-
soep m. rijst. En altijd sambal. Gelukkig
maar dat er zoveel koffieboeren in de stad
waren, en er natuurlijk ook vaak thuis ge
geten werd. Al kunnen de miliciens merk
waardig genoeg de eentonige "Pot van fan"
toch niet vergeten!
Wat jammer overigens dat er over de hele
linie zo schrikbarend weinig foto's bewaard
zijn gebleven van de dertiger jaren...
delijk maken van malaria broedplaat
sen) maakte ik, met laarzen en puttees
aan, dan ook steeds zoveel mogelijk
kabaal door met mijn rottanstok tegen
alles en nog wat (alang-alang, struiken
enz.) te slaan om eventuele gifslangen
op de vlucht te jagen. Tijdens deze
speurtochten heb ik dan ook nooit een
slang (giftig of niet) gezien.
Voor zover ik mij herinneren kan
zijn zeer veel zeeslangen in de Indo
nesische wateren levensgevaarlijk gif
tig zodat het beter is om alle Indone-
siche zeeslangen als zeer giftig te be
schouwen.
Een echte zeeslang heeft een afge
platte staart (als voortbewegingsor
gaan in het water). Een landslang, die
in zee terecht is gekomen heeft zoals
gewoonlijk bij landslangen een rolron
de buntut.
O. H. Kiliaan
(gepension. chirurg uit Indonesië)
Ik moest eens als getuige in een
Landraad-zaak optreden. De plaats
waar de zitting plaats vond, lag 20
km van huis en de weg ging door
zwaar bergterrein.
Toen ik nog geen derde van de af
stand afgelegd had, liep mijn achter
band leeg. Daar ik meende wel het
nodige bij me te hebben, haalde ik de
binnenband te voorschijn. Helaas bleek
ik toch geen lijm en plaksel bij me te
hebben. Ik zat met de handen in het
haar tot ik plotseling een ficusboom
aan de kant van de weg zag staan-
Ik kreeg een lumineus idee, pakte mijn
zakmes, maakte een paar kerven in
de stam en ving de latex in een blad
op. Ik scheurde een stukje van mijn
zakdoek, drenkte het in de latex, druk
te het op het lek en plakte daarop
nog drie met latex bevochtigde stuk
jes. Het dichten bleek afdoende te zijn
en ik kon de zitting gelukkig nog mee
maken.
Eens maakte ik een fietstocht van on
geveer 30 km door een droog gebied
en kreeg toen eveneens een lekke
band. Ontmoedigd zat ik aan de kant
van de weg tot mijn aandacht getrok
ken werd door een slanke waroe gom-
bong. De onderste bast van deze wa
roe soort bestaat namelijk uit dunne
lagen. Dit bracht mij op een idee. Ik
sneed uit de stam een reep van on
geveer anderhalve meter, draaide de
lagen tot dunne touwtjes en bond de
binnenband over een afstand van één
cm .aan weerszijden van het lek af.
Als noodmaatregel bleek deze uitvin
ding inderdaad te voldoen.
Doelitzsch
13