Bataviaase schutterij 1908-1915 Mijn jaren bij de Er zijn vermoedelijk niet zoveel ouwe diehards meer, die als ondergeteken de in Indië geschutterd hebben. Toch lijkt het me de moeite waard om dit illustere korps aan de vergetelheid te ontrukken. Ik kwam eind 1907 in Priok aan, werd voorlopig geplaatst bij het Departe ment van B.B. en was er in 1908 al direct gloeiend bij. Zodra in de wekelijkse rubriek "Amb telijke berichten" je naam in de krant kwam, was je de sigaar. Je kreeg dan prompt een oproeping, ondertekend door de toenmalige commandant, over ste Grandjean (de grote broer van de Kleine Johannes noemden we hem) om voor de keuringsraad te verschijnen. Nu was er wel een akal om voor en kele jaren vrij te zwaaien. Je nam dan contact op met de klerk ter Algem. Secretarie, die belast was met het doorgeven van het ambtelijk nieuws aan de plaatselijke dagbladen, de man kreeg daarvoor een kwartje per week van elk dagblad. Als je de weg wist ging je naar die man toe en zei dan b.v.: "Je krijgt van mij een soekoe (2 kwar tjes), als je zorgt dat mijn naam in de weeklijst geschrapt wordt". Maar dat wist ik toen allemaal nog niet. Eén van mijn jongere collega's, die later uitkwam heb ik tijdig ingelicht en die is op deze manier jaren lang de dans ontsprongen, tot op een gegeven mo ment ook voor hem het noodlot toe sloeg. Een salarisverhoging was de oorzaak. Je kwam in die tijd, na je opleiding in Leiden, uit als ambtenaar ter be schikking op f 150,'s maands. Werd je dan geplaatst, dan kreeg je 50, toeslag uit de departementale fondsen dat werd dan samen f 200,waarvan je na aftrek van de gebruikelijke kor tingen f 132,50 in handen kreeg. Vol deed je en lieten de departements fondsen het toe, dan kreeg je f 50, opslag; dan kon je met goed fatsoen lid worden van Concordia of zelfs van de Harmonie. Nu kwam zo'n verhoging ook wel eens in de krant en dat was het geval met mijn gewaarschuwde vriend en colle ga Jan, in de wandeling "Lange Jan" geheten vanwege zijn meer dan nor male lichaamslengte. Dat kranteberich tje deed hem de das om, prompt volg de de oproep van Grandjean. De woor den, die Lange Jan hierbij uitte zal ik niet herhalen. Hoewel begaan met zijn droevig lot kon ik toch niet nalaten de volgende regels eraan te wijden: Lange Jan kreeg een verhoging En kwam daardoor in de krant "Ha, dat is een nieuwe schutter!" Zei Grandjean de commandant En Jan kreeg een vriendlijk schrijven Lange Jan wordt nu gekeurd Met dat al heeft hij totnutoe Zijn verhoging niet gebeurd Lange Jan zit nu te zuchten Kankert: 't Is een reuze strop Had ik nog maar kalm 200, In plaats van 250 pop! Dit poëem liet ik netjes overtikken en in een onbewaakt ogenblik deponeer de ik het op zijn schrijftafel, hij heeft maanden lang niet geweten wie hem dat geflikt had. Het schutteren op zichzelf was maar een zeer matig genoegen. Eenmaal per week aantreden in vol uniform, dat dikke blauwe serge uit de militaire kledingmagazijnen, met hooggesloten stijve kraag en een helm (Atjeh-model dazumal); om 4 uur werd appèl ge houden en werden de wapens uitge reikt (loodzware Beaumonts, bij het leger al lang niet meer in gebruik) en dan ging je van het Wilhelmina-park bij de Sluisbrug met de hele sante boetiek naar het Waterloo-plein voor de exercitie. Daarmee waren belast onderofficieren van het Knil, die ove rigens met de al lang door de Mann- licher model 95 vervangen Beaumonts ook geen raad meer wisten. Pogingen om zo'n spuit uit mekaar te gooien lukten nog wel, maar bij het in elkaar zetten hield je altijd wat onderdelen over, tot grote blijdschap van de re- cruten natuurlijk en tot ergernis van de sergeant. MOESSON Mag in geen Indische boekenkast ont breken! BOEKHANDEL TONG TONG ƒ4,15 0,40 porto De oefeningen volgens het bekende schema duurden van 4 tot 6 en dan was je zo tegen half 7 weer thuis, snakkend naar een bad en een koud biertje. Sommigen van ons zaten door het onpractische en kriebelige blauwe serge doorlopend onder de rode hond. Gelukkig ging in de regentijd de pret nogal eens niet door. Wanneer zich in de voormiddaguren zwarte wolken bo ven Batavia samenpakten werd het feest afgelast. Dit werd den volke kond gedaan door het hijsen van een zwarte vlag op de voorgevel van de Harmonie, de stoomtram naar de be nedenstad (onze goeie ouwe Betje) nam dat signaal over, de kabar angin zorgde voor de rest en in no time was dan de Kali Besar op de hoogte tot grote opluchting van de Kangs der diverse kantoren en derzelver emplo- yé's. Het is voorgekomen, dat een of ande re deugniet op een stralende dag in de Oostmoesson de Harmonie opbel de, de mandoer aan de telefoon kreeg en hem zei: "disini commandant schut terij, mandoer pasang bandera itam", hetgeen prompt geschiedde. Er is nog al wat deining hierover geweest en er is een diepgaand onderzoek ingesteld naar de dader; van de zijde van de Kali Besar is hem een kist Johnnie Walker in uitzicht gesteld als beloning, maar de dader verkoos toch maar op het kerkhof te blijven liggen. Ik weet toevallig zijn naam, maar zal die niet verklappen, hoewel het feit al lang verjaard is. Het betreft hier een eer zaam gepensionneerde van ver boven de 80, wiens achterkleinzoons niet ver moeden, dat over-opa in zijn jonge jaren zo'n loze schavuit was. De bevelvoerende officieren van de schutterij waren doorgaans gemoede lijke figuren, velen van hen waren ge wezen Knil-officieren. Mijn brave vrind Olivier, 't grijze ijzer vreter uit Atjeh met een walrussnor was er één van. Hij had zo'n beetje het oppercommando bij het gedoe op het Waterloo-plein, en als hij dan de rijen langs kwam en mij daar zag staan met een gezicht, waarop de verveling en de walging met elkaar om de voor rang streden, gaf hij me ongemerkt een knipoogje en commandeerde met barse stem: "Sergeant, de mannen hebben hun best gedaan, ik ben te vreden, laat de bende maar inrukken". Je had onder die gewezen officieren ook anderen, die de zaak doodernstig namen, en dan was het uitkijken ge blazen. Zo iemand was mijn oudere collega van Dam, hij is reeds lang overleden, het was geen kwaje vent. Als 1ste luitenant bij de militaire ad ministratie was hij op aanzienlijk bete re voorwaarden in burgerlijke dienst overgegaan (vrije woning, vrije ge neeskundige behandeling als militair werden dan omgezet in salaris), maar speciaal officieren van de militaire ad ministratie willen dan nog wel eens 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 12