WIENGKO BABAD Wiengko en jagers Als je in een nederlandse dictionnaire het woord "associatie" opzoekt zul je als betekenis vinden: onderlinge ver binding. Gedachten-associaties zijn dus gedachten die in onderlinge ver binding met elkaar staan. Je zou het ook zó kunnen uitdrukken: zeg een woord of een begrip en onmiddellijk schiet je iets te binnen wat hier nauw mee in verband staat. Dodol? Depok! Loempia? Semarang! Tahoe? Kediri! Begrijpt U wat ik bedoel? Zeg b.v. tegen een Soerabajaan, een echte: Bangil! Tanggoeng hij begint te grinni ken en denkt direct aan Korket en Lemper! Van het plaatsje Babad (wat nog steeds met een d geschreven wordt mijne heren), gelegen in de residentie Rembang komt een eenvoudige des alniettemin voortreffelijk smakende lekkernij: de wiengko. Als je dus zegt: wiengko!, dan denk je niet aan Eind hoven ,noch aan den Haag, noch aan Koog aan de Zaan, maar doodgewoon aan Babad. Wiengko wordt sinds eeuwen gemaakt (ik heb er vanaf mijn kindsheid van geproefd, maar zelf maken is weer een ander verhaal), van gekookte, sor ry gestoomde ketan, klapper, (ik kan met de beste wil van de wereld maar niet wennen aan de woorden cocos en banaan), witte suiker en zout in een verhouding, ha deze is roesia besar! (hroot gegeim). De hele zaak wordt gemengd, gestampt, waarna er een soort platte koeken van gevormd wor den. Vervolgens iets roosteren boven een arang vuur. Warm eten and don't forget the kopie toebroek! Maar mijne dames en heren, als ik het woord Babad hoor denk ik niet alleen aan de vermaarde lekkernij maar met een ook aan heel iets anders, nog ge weldiger, echter van een geheel an dere orde 's Morgens heel vroeg om een uur of 3 hoorde ik Jo z'n motor, een knette rende eenpitter H.D. (waar zijn die eenpitters van dit merk toch geble ven?) in de straat en voor m'n huis stoppen. Even later reden we weg, omhangen met loodzware rugzakken en nog zwaardere jachtgeweren. De dubbele Sauer 12 van Jo was er meest al ook bij, U weet wel dat werpappa- raat met een hoop hanen achterin en een kolf van roodgeverfd echt waai- bomenhout. Ik heb steeds met ver bijstering vermengd met een tikkeltje eerbied naar de ontzaglijk lange lopen van dat ding gekeken. Je moest bij wij ze van spreken 'n fiets nemen om bij de korrel te kunnen komen. Maar! Als je hoorde Dorrrü en ons Jopie had 't gedaan, ga maar kijken, tanggoeng kena (in het nederlands: die leit!) Toen we in ons nummer van 15 juli vroegen hoeveel mensen er zouden re ageren als er in de Pasar Malum hallen geroepen werd: "Wienko Babad!", dachten we dat er op zijn hoogst één briefje binnen zou komen. Zó veraf gelegen is het plaatsje Babad. Tot on ze schrik vlogen in de dan volgende weken de Wienko Babads ons in al lerlei formaten van artikelen om de oren. En als U weet dat zo'n wienko een vrij stevige, zware pannekoek is, dan begrijpt U dat we het niet ge makkelijk hadden met uitsorteren. We hebben voorlopig deze drie "shots" maar genomen. Met grote dank intus sen aan alle andere lezers die ook in de pennehouder geklommen waren. Een andere keer meer succes, ja lui?! Doel van de tocht? Een van de schit terendste plaatsen die ik ken: de rawa Mlangi. Bij jagers vermaard om de ge weldige aantallen mliwies (wilde een den) die er voorkomen. Mlangi! Wie ging er vroeger niet ontzettend graag naar toe? Het gewicht van de rugzakken plus de geweren mag dan erg drukken, de trouwe eenpitter brengt ons zonder mankeren waar we wezen moeten, de bij de rawa gelegen armoedige kam pong. Het is nog aardedonker maar er zijn al mensen wakker en het duurt maar heel even en we hebben ieder een prauw gehuurd welke straks door de resp. eigenaars de rawa op ge- doejoengd zullen worden. We instal leren ons in het uiterste puntje voor in het prauwtje, de open rugzak bij de hand zodat de munitie snel te bereiken is en de lemper en de korket en de weduwe, U weet wel van Nelle! Laat nou maar komen wat komen wil. Nog steeds is het donker als we de rawa bereikt hebben, maar het zal niet lang meer duren eer het licht is. Ge- doejoengd door de prauwvoerder schuiven we voort, luisterend naar het geluid van de vele onzichtbare water vogels om ons heen die evenals wij wachten op het aanbreken van de dag. En als de zon er eindelijk is, even komt gluren over de omliggende heu vels ,we eindelijk kunnen zien, zijn we te midden van een wereld van een grote en zeer bijzondere schoonheid. Vóór ons ligt in alle pracht de enorme rawa Mlangi, zo weids en uitgestrekt dat je er na een dag doejoengen nog niet omheen gevaren bent. Niet alleen is deze rawa, een natuurlijke wadoek, van een grote schoonheid, maar ze is ook bijzonder belangrijk voor de be- vloeing van de omliggende sawah's. Het prauwtje schuift verder over en door alle mogelijke soorten waterplan ten, die knisperend en krakend uiteen wijken om de boeg door te laten. Kijk eens naar die prachtige, enorme kern- bang traté welke hier overal uitbundig groeit, rose van kleur, met op de bloembladen dauwdruppels die schit teren en glinsteren in de morgenzon als even zovele briljanten van het zui verste gehalte. Maar DEZE zetting weet U, vind ik heel heel mooi. Je kunt het niet laten er een paar van te pluk ken in het voorbij varen...Hele stukken rawa zijn bedekt met de zachtgroene bladeren van de waterhyacint waarvan de lichtpaarse bloemen fleurig omhoog steken. Er zijn planten bestaande uit een enkel blad van een enorme door snede die als donkergroene rozetten op het water drijven. Slanke vogels lopen er op, op zoek naar buit. Zij hebben zwarte en witte veren en luci ferdunne poten van een lengte nog groter dan 't hele lichaam...Spierwitte bloemen in 'n donkere vatting...Ande re stukken weer zijn geheel onbe groeid. Nog vele vele andere soorten waterplanten, ook hiervan ken ik he laas de namen niet, groeien er. Af en toe kom je een eenzame Javaanse vis ser tegen, die staande in zijn prauw met een stok het kristalheldere water beukt om zodoende de vis naar de fuiken te drijven... Let eens op de verschillende soorten water- en moerasvogels welke deze rawa rijk is. De petjoek kembang (slan- genhalsvogel), de gewone zwarte pe tjoek of aalscholver die zich daar op een grillig gevormde tak met uitge spreide vleugels zit te zonnen en links en rechts kijkt met het air als ware hij een duitse adelaar... De reigersoorten...de doodgewone blekok...de tenggarakan met rose po ten...de aigrette, de echte kontooi met zwarte poten...de tjangak of blauwe reiger... Zij zijn er allemaal. Voorts een heel klein soort wilde eend die in hele zwermen voorkomen. De Javaan se naam is ketjèpèkan. Wanneer ze opgejaagd worden vliegen ze niet maar lopen met grote snelheid op het water. Omdat ze voor de consumptie waar deloos zijn schoten we er nooit op. Maar het is wel een heel interessante vogel. De koningssnippen, peloengs, peroeks (mandars) of hoe ze verder heten mo gen. 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 16