DE DOERIAN de <~~&adja '(BoeaJt ,T HELPT VERKOPEN 10 Toen ik in 1932 van de bevolking in Bodja (Semarang) grond kocht, ston den er op deze grond twee speciale Doerian bomen. De eerste stond aan een dessaweg bestaande uit twee stammen met weinig maar grote tak ken. De takken zaten boven de weg en in de Doerian tijd liepen de dessa- mensen voorzichtig onder deze Doe- riantakken want er kon weieens een Doerian naar beneden vallen. Het des- sahoofd wilde de takken niet laten kappen, want deze boom leverde de lekkerste doerian in deze streek, daar bij zat er in één vrucht slechts één a twee pitten. In die tijd kostte een gewone Doerian van tien tot vijftien cent, maar deze doerian werd reeds groen aan de boom verkocht voor een kwartje per stuk. De boom leverde echter niet veel vruchten, hoogstens 30 vruchten per jaar. Helaas, deze lekkere Doerian werd door de bliksem getroffen en de helft van de boom stierf hierdoor. Een jaar later echter werd het nog levende deel ook getroffen door de bliksem en was het afgelopen met de beroemde Doe rian van die streek. De tweede boom stond midden in de tuin en was een reus van een boom. De boom was wel enkele tientallen jaren oud want de middellijn van de stam was wel ongeveer 90 cm. Het was een forse boom met vele takken en ieder jaar zat de boom vol met doerians, werkelijk een lust om te zien De vruchten waren middelmatig groot met een lekkere smaak, doch met een bittere bijsmaak. In de rijptijd moest je de gehele nacht waken, want dan vielen er wel 10 tot 15 vruchten per nacht. Deze Doerian was echter het tegen gestelde van de door de bliksem ge troffen boom, want als je het waagde een vrucht alleen op te eten, kreeg je last van misselijkheid, hoofdpijn en maagkrampen. Ook deze boom was bekend onder het volk, en deze Doerian werd alleen ge kocht door onbekende mensen van verre dorpen en slechts voor de prijs van 5 centen per stuk. Vele mensen zijn ziek geworden door het eten van deze doerian. Toen daarom Doerian hout waarde had voor de bouw van gemeentewoningen in Semarang Oost werd de boom omgehakt en verzaagd tot Oesoeks (ribben). Daar ik een liefhebber ben van Doe rian kocht ik dikwijls op de Pasar goe de, lekkere Doerian en plantte ik de pitten uit aan de grens van mijn land. Op een dag in 1935 toen ik naar de passar ging om vruchten te kopen zag ik een doerianvrucht liggen op de pa sar, zó groot en zwaar, dat ik deze graag wilde kopen. Ik dacht: voor een kwartje kan ik hem wel krijgen. Maar neen, de doerian was afkomstig van de proeftuin van de Landbouwdienst en mocht niet verkocht worden voor minder dan een gulden. Ik moest wel betalen en nam een taxi om deze reu ze Doerian naar huis te brengen. Vele mensen keken verbaasd naar deze reuze doerian. Zo groot als de doerian was, hij be vatte slechts 3 pitten en de smaak was buitengewoon lekker. Ik had geen spijt van deze koop. Ik plantte de drie pitten dicht bij mijn huis en verzorgde deze erg goed. Het werden prachtige bomen, maar toen de oorlog uitbrak zaten er nog geen vruchten aan. Zo ook de andere vruchtbomen die ik had geplant. Ik hoopte op mijn oude dag te kunnen genieten van deze vruchten. In 1953 kwam ik naar mijn landje kij ken en kreeg van de Indon. Regering 8 H.A. terug van mijn 32 H.A. onder voorwaarde dat ik Warga negara zou worden en moest ik verder de bevol king voorlichten betreffende de Land bouw. Door de tussenkomst van het Indon. Bestuur mocht ik een zak kunstmest (Amophos) van de Landbouwdienst ko pen en hiermee heb ik mijn diverse vruchtbomen bemest. De bomen wa ren zeer dankbaar met de bemesting want na een regenbui zaten de bomen vol in bloei. Ook de Doerian zat vol bloesems. Twee maanden later zag men aan de twee onderste dikke tak ken .ongeveer 2 meter boven de grond wel 25 Doerians aan de takken han gen en kon je de Doerians met de hand plukken als zij eens rijp werden. Ook de manggabomen en Kedon- dongbomen zaten vol in vrucht. Het zou voor mij de eerste keer zijn dat ik de vruchten van de door mij geplante vruchtbomen zou proeven. De arbeiders die mij hielpen met het wieden van de tuin vertelden mij dat deze doerian de Koning was van alle doerians in de omstreken, de vruchten waren erg groot en buiten gewoon smakelijk. Daarbij zonder pit. Ik rekende er beslist op dat ik de doerians eindelijk zou proeven, doch helaas, het kwam anders uit. Op de 13de en 20ste juli kreeg ik 's avonds twee aanvallen van Roversbenden en namen zij mij alles af wat ik bezat, slechts mijn passen en mijn getuig schriften gaven zij mij terug. Toen ik dit gemeld had aan de Ne- derl. Commissaris in Semarang, kreeg ik binnen enkele dagen bericht dat ik was geboekt op de M.S. ORANJE die de 16de oktober naar Nederland zou vertrekken. Daar ik op mijn landje niet meer zeker was van mijn leven, ben ik akkoord gegaan betreffende mijn vertrek naar Nederland en ging ik op het plaatsje Bodja wonen. Mijn vrouw dorst n.l. niet meer op het landje te wonen. Een week voordat ik naar Nederland vertrok ben ik even overdag naar mijn landje gegaan om de doerian te proe ven. Jammer genoeg waren alle vruch ten geplukt door kwaadwilligen, ook de mangga's, kedondong en tot zelfs de klappers waren vernield en leeg. Met een bedroefd hart nam ik afscheid van mijn landje en zo vertrok ik totaal beroofd naar Nederland, met tropen- kleding en mijn vrouw met Sarong Ke- baja. Onderweg kregen wij van de D.M.Z. geen warme kleding want de voorraad was op. Wij werden toen met de bus gebracht naar Hoijten Overijsel. Een maand geleden dus ongeveer 15 april 1969 zag ik op de markt voor het eerst na lange jaren een Doerian te koop. Ik er direct naar toe om de vrucht te kopen, maar de verkoper vroeg f 25,voor de kleine doerian, zodat ik maar weg ben gegaan zonder de Doerian. Zo eindigt mijn Doerian verhaal. "PAK PITTIE" Het doet toch wel vreemd aan als je een vanouds bekend heel goed boek bij een herdruk in de reclame apart aanbevolen vindt met "...geslachts drift wordt niet verhuld of verdoe zeld...". Je moest er het boek toch even verbaasd op naslaan om te we ten of het wérkelijk zo was. En toen bleken de desbetreffende passages geheel weg te vallen in de pakkende natuurlijke tekst van het hele boek. Vroeger zou dit ook nooit apart aan bevolen zijn van het boek, want men zou denken dat de aanprijzer ziek was of zo. Maar in deze tijd, nu "sex ver koopt" wordt die sex er altijd des noods bij de haren bijgesleept. Mis schien is het grote publiek ook wel ziek... Orang yang bertanam pokok nyior, ka- dang- kadang tiada makan buah-nya. De man die een klapperboom plant, eet er soms de vruchten niet van. (Maleisisch spreekwoord).

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 10