HBS Soerabaja
12
Twee jaar geleden zond ik U een stukje over mijn schooltijd op de Genteng
School te Soerabaja. Ik eindigde met de belofte nog eens over mijn Soerabajase
HBS jaren te schrijven. Toen ik vorige zomer in Holland was, werd me gevraagd
of dat nog kwam. Hier is het en ik hoop dat U het kunt gebruiken.
Soerabaja had twee HBS-en in 1926,
het jaar dat ik toelatings-examen deed,
de "Jongens-HBS" en de "Meisjes-
HBS". In dat zelfde jaar opende de
Meisjes-HBS een "Jongens afdeling".
Deze namen zijn weer staaltjes van
het unieke taalgebruik in Indië van
toen. Op de Jongens-HBS gingen ook
meisjes. Het was een doodgewone
hogere burger school met vijf-jarige
cursus. De Meisjes-HBS was een drie
jarige middelbare school voor meisjes
en maakte deel uit van de Genteng
School. De Jongens afdeling van de
Meisjes-HBS was eveneens een drie
jarige meisjesschool, maar het leer
programma was dat van de Jongens-
HBS en sloot bij de vierde klas daar
van aan. Er waren ouders die de Jon
gens-HBS te "gemêleerd" vonden voor
hun jonge dochters en daarom de
longens-afdeeling-van-de-meisjes-
HBS verkozen.
Ik zelf was de Genteng school en
haar juffrouwen zat, en ging naar de
Jongens-HBS, al werd er verteld dat
de wiskunde daar enorm moeilijk was.
De Jongens-HBS had een hoofd
gebouw op Ketabang en een filiaal in
de buurt van de stadstuin. Het filiaal
had alleen eerste en tweede klassen,
het hoofdgebouw had alle klassen. De
twee scholen lagen aan tegenoverge
stelde oevers van de Kali Brantas, en
de regel was dat je naar het gebouw
moest dat aan de zelfde kant van de
kali stond als je huis. Maar het was
niet moeilijk om permissie tot over
plaatsing te krijgen.
In de vier jaren, die ik op de Jon
gens-HBS doorbracht, had ik dozijnen
leraren en leraressen van zeer uiteen
lopende soort. Ook je klasgenoten
wisselden ieder jaar. Zo was nu een
maal het Indische leven met alle over
plaatsingen en verlofgangen. Mijn laat
ste schooljaar bracht ik door op de
Hilversumse gemeente HBS, waar de
helft van de docenten al twintig jaar of
langer aan die school verbonden wa
ren en waar de meeste leerlingen hun
hele leven in dezelfde stad gewoond
hadden.
Ik geloof niet dat de jeugd van nu
het haar docenten moeilijker maken
kan dan de jeugd van toen. In iedere
klas zaten van die typen, die er op
uit waren om "lol te trappen". Vele
leraren en leraressen ook zij voor
wie orde houden geen probleem was
tierden min of meer geregeld zo
luid dat het geraas, door de open deu
ren en ramen, drie lokalen verder te
horen was. We waren werkelijk bang
voor Juffrouw Jagtman wier ogen vuur
schoten als ze kwaad was. En niemand
durfde zich te verroeren als de ge
schiedenisleraar W. Heinsius weer
eens bulderde. Zijn bijnaam "Zeus"
paste hem bijzonder goed.
Juffrouw Wille had misschien de
beste methode, al ging die lijnrecht in
tegen alle psychologische en paedago-
gische theorieën. Zij wond zich nooit
op, maar verklaarde iedere lastpost
voor gek. "Lach niet om die jongen.
Die jongen is gek", was haar reactie
op iedere wandaad of brutaal ant
woord. Ze bleef heerlijk koel onder
alle omstandigheden. Alle paedagogie
boeken veroordelen het gebruik van
sarcasme door leraren, maar op die
Soerabajase HBS was sarcasme mis
schien het beste wapen voor een le
raar. Onze wiskunde leraar J. van Ree
was er bijzonder sterk in en niemand
had het land aan hem. Wel hadden
we allemaal stierlijk het land aan een
lerares, die als ze nijdig was, bele
digend in haar uitlatingen werd. Een
jongen, wiens ouders tijdens de revo
lutie uit Rusland waren gevlucht,
schold ze uit voor bolsjewiek, de
dochter van een regent voor baboe.
'Chinese jongens kregen van haar zul
ke opmerkingen te horen als: "Je hebt
natuurlijk weer de hele vakantie alleen
Chinees gepraat", en "Horen jullie hoe
deze Chinees me staat te beliegen?"
Ondanks dit alles bleef deze vrouw
toch als lerares gehandhaafd!
Jonge totok leerkrachten, die waar
schijnlijk vol idealen hun carrière in
het nieuwe land begonnen, hadden het
meestal niet gemakkelijk. Een van die
jonge leraren, wiens kennis absoluut
niet besteed was aan het merendeel
van zijn leerlingen, was Dr. H. J. de
Graaf. Hoevele van zijn ex-leerlingen
lezen nu met aandacht zijn interessan
te historische artikelen.
Een andere jonge leraar was G. van
den Bout, die les gaf in aardrijkskunde
en cosmografie. Hij kwam uit Zeeland
en ontdekte al spoedig dat de namen
van de Indische kottas, goenoengs en
kalis anders werden uitgesproken dan
in Zeeland. Wij hadden zaterdag cos-
mografie-les van hem van twaalf tot
kwart voor één, een uur waarop de
school bijna uitgestorven was. Het was
zo'n zaterdag dat we hem voor het
laatst zagen. Toen we de maandag
daarop op school kwamen, hoorden
we dat van den Bout overleden was.
Hij was anderhalf jaar tevoren uit Ne
derland gekomen en zijn zoontje was
in Soerabaja geboren.
leder die ooit biologie les had van
Van der Wolk zal zich plastische me
thode van les geven herinneren en ook
het wanhoopsgebaar waarmee hij in
zijn grijze lokken graaide als wij stom
miteiten debiteerden. Hij doceerde al
les wat hem inviel, zonder boek, en
dezelfde onderwerpen in al zijn klas
sen.
In het jaar 1926 werd gymnastiek
als schoolvak ingevoerd. Daar het niet
mogelijk was tijdig leerkrachten uit
Nederland te laten komen, werd S. A.
C. van Doorn, een ex-leger officier en
bekend athleet in Indië, onze eerste
gymnastiek leraar. Zijn triomfen in de
athletiek stonden geregeld vermeld in
"Sport en Beeld". Het volgend jaar
werd hij vervangen door van Zoonen,
voor de jongens, en juffrouw Oltmans,
Lees verder volgende pag. Ie kolom