OELIE DJEPRET II Radio Bolland Bij zijn ingezonden stuk "Oelie Dje- prèt" in het vorige nummer tekende de schrijver alsnog aan dat oelie (of olliej gemaakt wordt van ketan of in dit geval van ketela poehoen, alias "sampeu" of singkong. Deze wordt ge stoomd en daarna gestampt tot een soort "getoek" op z'n Betawies en "oelie" op z'n Soendanees. Dan is die oelie zo taai geworden als rubber. Vandaar de naam "djeprèt" (geluid dat rubberbanden maken als je ze uittrekt en loslaat). Dit soort oelie is rond en heeft een middellijn van circa 20 cm bij een dikte van 2 cm en kost 2 cent per stuk. Er wordt een "boeboek" bij geserveerd, bestaande uit klappa en tjabé, gegongsengd, en wat witte sui ker. Schrijver kent deze oelie uit de jaren 1913-1915, toen de oelie werd verkocht op de pasar Anjar tegenover de 3de school te Buitenzorg. Tjalie herinnert zich deze typische "armeluiskost" heel goed uit eigen er varing in perioden dat hij bar slecht verdiende. In Betawie was vooral de oelie ketan bekend, die soms ook ge roosterd verkocht werd. Ik verzeker U dat voor ons, aan zacht brood gewen den, zo'n oelie-ontbijt behoorlijk zwaar op je maag lag. Toch smaakte het lek ker; ik zou haast zeggen: mannelijk lekker. Maar in mijn jonge, dwaze ja ren leerde ik al gauw dat "armeluis- lekkerheid" veel spot en minachting met zich meebracht van "keurige men sen" en de toch al karige levensvreug de van onze allerarmsten nóg schraler en bitterder maakte. Het viel dus voor heel wat arme Indo-kinderen aan gouvernements- scholen (natuurlijk niet de 1ste school A of B, maar b.v. de 8ste of 9de school) niet mee om hun gêne te over winnen en toch maar aan te schuiven aan de etenstafels waar simpele maal tijden werden opgediend door vereni gingen van sociaal werk. Op deze voeding werd immers "vanzelfspre kend voor ons, Europeaan zijnde men sen" vaak laag neergekeken. Het maatrijmpje voor soldaten en soldaten- kinderen: "Een twee, beras tempeh!" was eigenlijk een spotliedje om aan te duiden dat deze mensen zó arm waren dat zij alleen van rijst en tempeh leefden. Vandaar dat men er in de tangsi niet van gediend was. Wel, die schoolkinderen die voor gratis maaltijden in aanmerking kwa men, woonden meestal tóch al in de kampong omdat de huur van zelfs het beroerdste huis in de beroerdste euro- pese wijk er niet af kon (en anders ging je toch niet naar de 8ste school, ja toch?). Ze aten dagelijks net als hun kamponggenoten de "voor een Europeaan eenvoudigst denkbare kost" (zoals ik eens door een Europe aan heb horen kwalificeren) en hoe wel het dus niet armer kón, kwamen ze nog regelmatig hongerig op school. Zó, dat hun prestatiecijfers erdoor ge drukt werden en het flauwvallen tij dens de les geen zeldzaamheid was. Er werd in die dagen wel eens ge zegd dat je liever arme Inlander kon zijn dan arme Europeaan tussen arme Inlanders. En hier werd NIETS denigre- rends gezegd over Indonesiërs en hun levenspeil, maar een harde waarheid verkondigd over Europeanen in Indië. Want met hun haast aangeboren ge voel voor persaudaraan en toeloeng menoeloeng dacht in de kampong de- geen die méér had, altijd om de broe der die minder had. Terwijl toen al (en nu in Holland nog steeds) het "leder voor zich en God voor ons al len" het levensbeginsel schijnt voor massa's Indo's. Men realisere zich goed dat in het IEV het eerste sociale bewustzijn ontwaakte van de ethnische groep der Indo's, ook al was het maar bij 25% van de hele groep in het IEV verenigd. Voordien was er geen één onder de grootste boengs die zelfs maar in de verste verte iets deed wat 'n Haarlemse bakkersknecht als Johan van der Steur op zijn eigen houtje deed: een weeshuis stichten voor alle verpauperde soldatenkinderen later wezen in het algemeen, ook van an dere nationaliteit of ras en van ander geloof. Met het IEV en zijn sociaal werk werd pas echt de Indo wakker, d.w.z. als groepsmens. Voor massa's Indo's is dat nog steeds niet het geval. Zij veranderen b.v. even gemakkelijk van nationaliteit als van regenjas, maar blijven daarbij evident Indo wat men juist niet zijn wil! Maar er zijn ook zulke mensen als Jim Dronkers (zie vorige nummer: "Indo wordt Yank") die zich bij het noodgedwongen wis selen van nationaliteit ten volle be wust blijven van "hun eigen band des bloeds". Is het bloed eenmaal wakker (zelfs al is het "maar" halfbloed!), dan ontwaken broederschap en sociale verantwoordelijkheid vanzelf. Mis schien duurt het echter nog lang... Treurig was eigenlijk dat de armoe- spot in Indië hoofdzakelijk veroorzaakt Stationsweg 143 tel. 070-60.17.03 Stationsweg 77 tel. 070 - 60.15.12 DEN HAAG Herenstraat 157 tel. 070 - 86.32.01 VOORBURG Pas ontvangen uit Singapore: import L.P.'s met o.a. Ernie Djohan, Elly Kaisim, Ivo Nila Kreshna, The Steps en vele anderen. Verzending onder rembours over heel het land. Verder kunt U volop Hawaii, Gamelan, Indische muziek, oude en nieuwe stijl ko pen. Prijzen vanaf f 4,95. Apparatuur met honderden guldens korting. Reeds een radio-grammofoonmeubel voor f 298,—. werd door misplaatste en domme ra ciale eigenwaan omdat men "als Euro peaan geen inlanderskost hoorde te eten". Terwijl de moderne wetenschap b.v. de fantastische verdiensten van de sojaboon (in tempeh) sinds lang erkend heeft en soja-producten in enorm tempo de wereld veroveren. Toch zijn er nu nog in Nederland veel Indo's die neerkijken op eenvoudige rijstvoeding en b.v. wat kleding be treft, op de sarong/kebaja. Deze men sen kijken ook neer op b.v. het eten van babad (pens) terwijl in het ver heerlijkte culturele Frankrijk hele "tri- perieën" (tripe pens, ingewanden) bestaan waar speciaal pens en pens gerechten verkocht worden, een we reldberoemde Parijse bistro, de "Pha- ramond" (ik weet niet of hij nog be staat) gespecialiseerd is in pens, en b.v. "tripes a la mode de Caen" een heerlijkheid is van internationale ver maardheid. Dan sla je toch een echt lomp figuur als je meent dat pens "al leen voor de hond" hoort te zijn en er een "standings-kwestie" van maakt! Onverwacht zij we met een om- weggetje alweer bij die oelie terugge komen. Want wie in de Soendalanden aan eenvoudige stalletjes tape oelie koopt, kan er een sausje bij kopen die sajoer tjokor heet en gemaakt is van runderpoten, op een ingewikkelde wij ze bereid: geschroeid en dan de pe zige en kraakbenige delen ervan los gesneden en met kerrie gekookt (ik geef deze beschrijving gaarne voor een betere). Kortom: zó "ordinair", dat een beschaafd Europeaan er nauwlijks over durft te praten. Welnu, bovenge noemde Franse "tripes a la mode de Caen" is een gerecht van pens EN kalfspoot. En laat mij U vertellen dat de Franse "standing" ervan smult. Tot Pompidou, Sartre, Buffet en Michèle Morgan toe. Waar blijf je dan, hè, met je Indische "standing"...? Om in het algemeen op ras, bescha ving en stand terug te komen, hoe leeg en snorkerig zijn zoveel "princi pes", ja?... T.R. 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 5