WIE?
ZO KOMEN ZE BINNEN
9
Hoewel door verschillende vooraan
staande regeringspersonen werd ont
kend o.a. door het lid van de Raad
van Indië, van der Wijck dat de
Vloekzang de achtergrond van de ver
banning zou zijn, bleef er om de ge
schiedenis een waas van geheimzin
nigheid hangen.
Tenslotte raadde de G.G. de minister
aan, de zaak verder maar te laten
rusten, daar hij van een verder onder
zoek geen definitieve opheldering ver
wachtte.
Bij nadere beschouwing is het ook niet
aannemelijk dat de Vloekzang de oor
zaak van Roorda's verbanning is ge
weest, daar het niet ongewoon was
dat critiek vaak zeer scherpe
zelfs op het cultuurstelsel en het
toenmalige, 19e eeuwse regeringsbe
leid in Indië door de liberale tegen
standers hiervan werd uitgeoefend.
Ook was het niet Roorda's bedoeling
geweest aan te sporen tot verzet of
opruiing, maar moet men de Vloekzang
eerder zien als waarschuwing, wat de
gevolgen zouden kunnen zijn indien
er geen andere weg ingeslagen werd.
Gezien in het licht van hetgeen zich
in 1857 in India had afgespeeld
een geweldige opstand, die "bekend
staat als The Great Mutiny, veroor
zaakt door ontevreden Sepoys, en die
duizenden het leven kostte, doet deze
waarschuwing niet vreemd aan.
Geruchten over op handen zijnde on
heilen doken in deze jaren telkens in
Indië op. Zo werd de feestvreugde ter
gelegenheid van het 250-jarig bestaan
van Batavia in 1869 verstoord door
't volkomen uit de Tucht gegrepen ge
rucht van 'n op komst zijnde opstand
en deden zich in 1872 op Midden-
Java woelingen voor, die naar men zei,
hun oorsprong hadden in de voor
spellingen van Djajabaja.
Ook na zijn terugkeer in Nederland
publiceerde Roorda nog vele artikelen
en brochures. Van al zijn werk bleef
de Vloekzang het meest bekend, voor
al dank zij het feit, dat Multatuli, met
wie hij een regelmatige corresponden
tie onderhield, haar in een van de
latere edities van de Max Havelaar
opnam.
Nadat Roorda enige tijd in Delft had
gewoond, vestigde hij zich in Zwitser
land, waar hij in 1887 te Clarens over
leed. Ch. Manders
Litteratuur:
Henri A. Ett in het Vaderland, 1958 en
in "De Nieuwe Stem".
Bij velen bestond in Indië vroeger
de gewoonte, om oude krantenknipsels
e.d. te bewaren, zonder dat men zich
later de juiste herkomst wist te her
inneren. Bij gebrek aan uitgebreide na
slagbibliotheken (en wellicht ook aan
de lust om het na te gaan) werd naar
de oorsprong van vele als waar aan
genomen "historische feiten" geen
exact onderzoek ingesteld. Red.
(Vervolg van "Wie", pag. 7)
nares was het een welvaartsmeter. Is
er voorspoed in huis en handel, dan
wordt de klomp groter en men kan er
later een flink stuk van afbreken en
weggeven. De klomp werd in een klei
ne stopfles bewaard en dagelijks met
bloemenwater gebaad en nat weer in
de stopfles gezet en goed afgesloten
bewaard. Binnen een jaar groeide de
klomp zo aan, dat die niet meer uit
de stopfles was te halen en deze ten
slotte stuk sprong. Een stuk werd er
toen weggegeven, de oude klomp weer
in een nieuwe fles gezet en midden
tussen de koopwaar geplaatst. Wat
zou dit voor metaal zijn. Heeft iemand
er in tempo doeloe ooit van gehoord?
...wie weet er iets over de NINI TO-
WOH te vertellen. De kampongkinde
ren speelden het vaak met een ga-
joeng van batok (cocos) en een lange
steel eraan. Het betreft hier een ge
val van animisme denk is.
J.O.
...wie weet iets van "gelukstorretjes"
af? Of ze werkelijk wel bestaan heb
ben en of er misschien een andere
naam voor is? in mijn jeugd (begin
dezer eeuw) stonden in sommige hui
zen grote stopflessen, waarin (als ik
mij goed herinner) heel kleine kever
tjes leefden, ongeveer zo lang als een
O.L.H.'s beestje, maar smalier. Deze
kevertjes leefden in een dikke koek
van kapok waarin zij gangen ge
bouwd hadden, waarin zij nijver heen
en weer liepen als rajaps. Ik herinner
me niet of en waarmee de kevertjes
gevoed werden. Als kind zat ik er vaak
naar te kijken. Ik nam maar aan dat
het inderdaad kevertjes waren die ge
luk aanbrachten, zoals er zoveel on
doorgrondelijke zaken bestonden in
het leven van "grote mensen". Ik her
inner me niet eens of ik het geloofde
of niet.
Maar op een dag waren alle kevertjes
weg. Zo maar helemaal weg. Honder
den, misschien wel duizenden. Hoe
waren ze ooit uit die gladde stopfles
gekomen? En waarom wilden ze op
eens weg? En waarom allemaal tege
lijk? Of had een dier dat misschien
gedaan? Zulke vragen gingen door
mijn kindergedachten. Aan het Geluk
dacht ik niet eens. Alleen keek mijn
moeder vaak zorgelijk naar die stop
fles, terwijl mijn Oom (aan wie de fles
plus torretjes toebehoorde) reeds op-
geruimd besloten had nieuwe torre
tjes te zoeken. Maar opeens sloeg het
ongeluk toe. D.w.z.: mijn oom was
opeens verdwenen; zijn huishouden
werd opgedoekt; mijn moeder gaf geen
uitleg, maar was zeer treurig. En daar
mee verdwenen de glukstorretjes voor
goed uit mijn leven. Ik vraag me zelfs
af of ze ooit wel bestaan hebben...
V.M.
...wie weet of de oeling in de een of
andere legendeleer thuishoort zoals
b.v. het monster van Loch Ness? Een
tijd lang werd er in Indië vaak ge
sproken over een enorme paling-ach-
tige vis (zo dik als een goeling werd
soms gezegd) die in diverse rivieren
zou huizen (b.v. de Tjiliwoeng). De
oeling deed niemand kwaad, maar kon
ook niet gevangen, ja zelfs niet gezien
worden. Hij kwam alleen in de open
baarheid als hij door de bliksem ge
troffen werd en dan boven kwam drij
ven. In mijn jeugd was de vertelling
vrij algemeen (in de 20-er jaren), maar
later sprak niemand er meer over.
Vreemd dat zo'n legende zonder oor
zaak opkomt en weer verdwijnt!
J.B.
...wie weet de naam (inheemse en La
tijnse) van een beige-bruine vrucht in
de vorm van een karbouwenhoorn,
houtachtig, voorkomend op Sumatra,
misschien ook wel elders?
L.C.H.
Onlangs kwam bij een kennis Uw
sympathieke tijdschrift me onder ogen.
Bravo voor de kwaliteit van het blad
en voor de welkome bron van goede
herinneringen. Gaarne een jaarabonne
ment, waarvoor hierbij ingesloten de
20 pop. R.d.H.
Hierbij een giro-biljet voor een ge
schenkabonnement aan mijn zuster. Ik
weet zeker dat ze het na een jaar zelf
zal verlengen. B.E.A.-K.
Brieven als deze komen toch wel
regelmatig (zij het mar- stuk voor
stuk) bij ons binnen. Nieuwe abonnees
komen "zo maar uit de hemel vallen".
Vreemd: reclame-acties of het afwer
ken van adressenlijsten brengen prak
tisch niets op in verhouding tot de
vaak hoge uitgaven. Het zijn altijd
vrienden van Tong Tong die nieuwe
vrienden vinden. Nooit winnen wij iets
met "acties". Maar het gaat zo goed
genoeg en is ongetwijfeld veel harte
lijker. Zoals U ziet: ook in Uw kring
(al is die nu nog zó onwillig) bereikt
U toch wel wat met "poekoel teroes'T
Als er een vlieg op het voorhoofd van
Uw vriend zit, verwijder die dan niet
met een bijl.
Chinees spreekwoord