•i VOETSTAPPEN IN 'N ANDERE WERELD 'M DE HUISGEEST Haren van een tijger ,"F 'Mil .'■•.1.1.1.1. Als wij vroeger eens iets niet meer lusten of er geen belangstelling meer voor hadden, zeiden we altijd: Nou ja laat het maar aan de huisgeest over. Dat betekende dan, dat de bedienden er zich verder over mochten ontfer men. Het is mij vaak opgevallen, dat kinderen zo tussen de 6-10 jaar wei eens met vreemde verhalen kwamen aandragen. De volwassenen luisterden er dan welwillend naar, en de kinderen waren tevreden met de aandacht hun door de ouders geschonken. Maar ge loven deden zij hun fabeltjes niet. Hun belevenissen wisselden zo vlug, dat zij al gauw het een voor het ander ver gaten. En dat is maar goed ook. In het gedachtenleven van een kind ge beurt zeer veel. Voor de ouderen is dat echter niet belangrijk genoeg en dus gaat het hun aandacht voorbij. Wij volwassenen maken ons ook al druk over dingen die immers veel be langrijker zijn. De huizen in Indonesië zijn meestal zo gebouwd, dat de bijgebouwen haaks op het hoofdgebouw staan. Daar bevinden zich dan de keuken, badkamer, bediendenvertrekken enz. En de achterkant is door een hoge muur afgesloten. Zo is er meestal een stuk ingesloten erf van ongeveer 100 vierkante meters, waar het speelgoed van de kinderen rond zwerft en de waslijnen zijn gespannen. Op een dag tegen het vallen van de avond zat ik op de stoep van de huis kamer met een poes op schoot. Het was een ogenblik erg stil en rustig want het werk was gedaan, en om half 8 zou ik als 9-jarige naar bed worden gezonden. Mijn ouders waren zich op dat ogenblik aan het kleden en keken niet naar mij om. Terwijl ik daar zat zag ik het silhouet van de kokkin, een wat oudere vrouw, uit de bedien denkamer komen met een brandend kaarsje in haar hand en een handdoek over haar rug naar de badkamer gaan. Alleen haar gezicht kon ik bij het flak kerend kaarsje even zien. Toen zij de deur van de badkamer bereikte ging het licht plotseling uit. De gedachte flitste door mijn hoofd; zeker is dat kaarsje opgebrand. Ik werd toen plot seling naar binnen geroepen en door mijn ouders in een gesprek betrokken. Zo vergat ik het geval helemaal. Enige tijd later hoorde ik, dat ons huis een zeer oud huis was en dat er af en toe een geestverschijning in de bijgebouwen werd gezien. Op de een of andere manier werKte deze gedach te in mijn onderbewustzijn door. Ik vertelde mijn moeder wat ik had ge zien en dat er om 7 uur 's avonds ie mand naar de badkamer ging, maar dat was helemaal geen geest. Het was de kokki, die ging baden. Als het weer gebeurde zou ik waarschuwen. Maar het gebeurde niet meer. Men had mij inmiddels verteld, dat de kokkin na haar werk naar huis ging en dus nooit op die tijd nog op het erf kon zijn. Mijn nieuwsgierigheid was toen op gewekt. Of ik daarna elke avond al posteerde, het hielp niets. Ik zag de gestalte nooit weer. Wat mij ertoe dreef weet ik nu nog niet, maar op een dag nam ik een nieuwe kaars en plaat ste die op de rand van de mandibak met 5 geurige melaties eromheen, en mompelde bij mijzelf: Dit is voor jou kokki, zeep heb ik niet. Na een paar maanden kreeg ik zwa re malaria met koortsen van bij de 42 graden. Mijn ouders waren bezorgd. Om de andere dag kwamen die koort sen op. Terwijl ik ziek lag kwam op een avond de vermeende kokki aan mijn bed. Zij keek mij vriendelijk aan. Toen ik haar zag zei ik: "Dag kokki", alsof ze een oude bekende van mij was. Ik zag haar lippen bewegen. Zij sprak tot mij en ik hoorde haar stem, hoewel die geluidloos was. Zij zei: "Ik ben de djaga roemah en kom je waarschuwen, dat deze stad niet goed voor je is. Je moet hier zo gauw mo gelijk vandaan". De nacht was al ver gevorderd, toen vader en moeder aan mijn bed kwa men. De koorts was aan het afnemen en ik was flink aan het transpireren. Zij vertelden mij, dat ik de volgende dag met moeder zou vertrekken. Later zou vader nakomen. Ik hoorde later pas, dat ook zij in de droom waren ge waarschuwd om de ongezonde stad te verlaten. Het was maar goed ook want een maand later brak er cholera uit. Dit is mijn persoonlijke ervaring met een huisgeest geweest en sedert heb ik van anderen vele verhalen hierover gehoord. Er waren zowel droevige als vrolijke verhalen bij. Waarom vertelt niemand hier eens wat over? Vergeten of...? Mevr. M.J.O. Een 63-jarige grootmoeder en haar 19-jarige kleinzoon pleegden giste ren met twee handlangers een roof overval op een 35-jarige boer, die met zijn twee geesteszieke zusters in een alleenstaande boerderij woon de. Twee jongemannen hebben gister middag omstreeks vier uur een 64- jarige invalide in 't water gesmeten. Het slachtoffer, een zware hartpa tiënt, zat aan de Van Assumweg te vissen. Hij kon niet zwemmen en hij kreeg een wond aan de linkerhand, die in het ziekenhuis moest worden gehecht. Een kist met visgerei werd eveneens van de kant geschopt. Knokploeg van vier ranselt onder wijzer af. Het slachtoffer wordt met de vingers in de ogen gestoken en loopt beschadigd hoornvlies op naast ander letsel. Berichtjes als deze kan iedere lezer regelmatig uit zijn dagblad halen. Ze vallen ook door hun bescheiden for maat nauwelijks op. Men leest er (soms geirriteerd) gauw overheen. Wie ze opmerkt, wordt een zwartkijker ge noemd. "Zulke dingen zijn er toch al tijd geweest, Tjalie..." zeggen anderen. Ook als dat laatste zo is, is het een bewijs van toenemende afglijding van onze beschaving, die immers veron derstelt dat "zulk soort dingen" min der en minder horen plaats te vinden. Zijn ze erg? Is het waar wat som migen denken: dat ze "een vinger aan de wand" zijn, en de tijd komt dat steeds meer boeaja's heer en meester zijn in deze maatschappij? Ben je "cul tuurpessimist"? Ben je anti-Europees (anti-westers, anti-Nederlands, enz.)? Laat het ruziemaken aan anderen over. Ga door het leven als een jager. Kijk scherp. Ook op het vredigste gras, tussen de mooiste bloemen, als je haren ziet van de tijger, haal kalm de haanpal om, wees waakzaam! Er bestaat geen maatschappij van uitslui tend brave Hendrikken met klare ogen van Delfts blauw... T.R. l MEDICOR-NIEUWS t IS GOED NIEUWS I Vraag een gratis t proefnummer aan! MEDICOR - DEN HAAG I Van Alkemadelaan 506 i telefoon 070-2416 67 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 14