VOETSTAPPEN IN 'N ANDERE WERELD
ROEMAH
ANGKER
Jos. van Arcken
Het was in 1926 overal op Java on
rustig; er waren veel opstandjes, die
weer onderdrukt werden door onze re
gering. Eén ervan beleefden wij in het
kleine plaatsje Poerbalingga (res. Ban-
joemas), een paar maanden vóór we
met Europees verlof zouden gaan. Wij
moesten er ieder jaar voor een paar
maanden wonen, daar mijn man voor
de tabaksoogst in Wonosobo moest
zijn. Daar de firma een nieuwe onder
neming in P. zou openen,-trokken we
voor deze tijd erheen.
Het was een zeer klein plaatsje, waar
slechts weinig Europeanen woonden en
daar we goed bevriend waren met de
controleur BB. aldaar, bood deze ons
zijn paviljoen aan, dat we dankbaar
aannamen totdat er een huisje open
kwam. En zo trokken we na een paar
maanden in een aardig mini-huisje, dat
slechts 2 mini-palmboompjes ervoor
had. Geen grassprietje was er te zien
in de vrije grote tuin ervoor. Maar daar
we er toch maar tijdelijk zouden wonen,
lieten we alles zoals het was en brach
ten alleen het nodige over naar onze
woning, die bovendien nog in een zij
straatje stond, zodat we niets zagen
voorbij komen. Enfin, we hadden een
dak boven ons hoofd.
Elke zaterdagavond gingen we naar
de bioscoop (een kwartier van ons van
daan) die op de suikerfabriek "Bo-
djong" films gaf. Op één van die avon
den werden we gewaarschuwd, toen
de film al aan de gang was, dat we
maar vlug naar huis moesten, want
alle Europeanen zouden die nacht af
geslacht worden, zoals die toekang zei.
Hij werkte op die fabriek en had alles
verraden, zodat het hele plan in duigen
was gevallen. Maar die avond gingen
we dus snel naar huis naar onze klein
tjes, die we aan onze bedienden had
den toevertrouwd zoals gewoonlijk. We
sliepen die nacht natuurlijk helemaal
niet en lagen gekleed en wel in bed
te luisteren en wachtend op de dingen,
die zouden gebeuren. Ik had mijn kin
deren bij ons in bed genomen en met
kloppend hart hadden we de morgen
afgewacht. Dank zij die berichtgever
waren we gespaard gebleven en velen
met ons.
Die nacht wachtten alle Europeanen
op de moordenaars, die niet kwamen
opdagen. We luisterden wel naar ieder
vreemd geluid, dat wegbleef en geluk
kig bleef alles rustig en zo waakten
wij allemaal totdat er geen onrust meer
was. Toch schijnt er over heel Java
gemoord te zijn, zoals we later ver
namen. Het was de voorloper van de
grote omwenteling, die pas 20 jaar la
ter plaats vond.
Maar op een avond even vóór we
naar Holland zouden vertrekken, slie
pen we vast, toen we wakker geschrikt
werden door een zeer doordringende
kreet, die van het raam kwam. We
zaten plots rechtop in bed en mijn man
greep onmiddellijk zijn revolver, open
de het raam en riep met luide stem
"soppo kono" terwijl hij een schot in
de lucht loste.
Geen antwoord en dus sloot hij het
raam weer. Wij liepen het huis door,
eerst naar de kinderkamer, die verbon
den was door een toog.
We doorzochten alle kamers en de
tuin, maar alles was stil en donker.
Toen keerden we terug naar bed en
sliepen weer in, totdat we om 2 uur
ongeveer weer gewekt werden door die
griezelige angstige stem "ndoro, ndo-
ro". Mijn man sprong het bed weer uit
en riep nogmaals "soppo kono GVD"*)
en loste twee schoten in de lucht, maar
weer geen antwoord en alleen doodse
stilte in de donkere nacht. Toen gingen
we maar weer slapen, d.w.z. mijn man
was gauw in diepe slaap, terwijl ik
bleef waken, want mijn hart klopte zó,
dat ik het voelde op mijn rug.
Zo brak de morgen aan en mijn man
wist niet wat hij ervan moest denken
en zei, dat er natuurlijk een kraam
vrouw bezig was bij de buurman. Ik
toog dan ook al vroeg naar de inlandse
arts en vroeg, of hij het geschreeuw
ook gehoord had en of hij een kraam
vrouw had behandeld.
Maar de oude heer glimlachte slechts
en schudde wijsgerig zijn hoofd, terwijl
hij vroeg, of ik niet wist, dat we in
een roemah angker woonden. Toen
voelde ik een koude rilling over mijn
rug lopen en ging dit snel aan mijn man
vertellen, die erom lachte en als nuch
tere Hollander praatte hij mijn angst
weg. In ieder geval waren het geen
Voor Omega, Zenith en vele
andere goede merk-horioges
naar
Laan van Meerdervoort 520
Den Haag - Telef. 33 6441
rebellen en verder wou hij niets horen
over occulte dingen. Maar ik hooorde
nog lang daarna die angstige kreet, die
uit één van de tegels scheen te komen
vóór het bed en kon het maar niet ver
geten. Die oude dokter zei nog, dat er
daarom geen gras wou groeien in de
tuin, want het huis was gebouwd op
een begraafplaats. Ik moest maar een
slametan geven en dan zou ik er nooit
meer iets van horen.
Inderdaad, want we vertrokken spoe
dig naar Holland en kwamen nooit meer
in dat huis terug. F.A.
Voor latere generaties: soppo kono
wie is daar. Het GVD hoort er niet
bij; was gewoon stopwoord (sic!).
De sigaren
die zo lekker smaakten!
Het gebeurde ten tijde, dat de con
troleurs bij het binnenlandse bestuur
nog belast waren met de opium-con
trole.
Op een keer klom een controleur
B.B. in zijn kereta om naar een ver
koopplaats van opium in het Pekalon-
ganse te rijden. Ter plaatse aange
komen, ontdekte hij, dat hij zijn siga
renkoker vergeten had in zijn zak te
steken. Toen de mantri hier achter
kwam, verzocht hij de kandjeng toean
een sigaar van hem te willen accep
teren, wat de controleur dan ook deed.
Toen de tijd voor een eerstvolgende
controle nog lang niet aangebroken
was, zag de mantri tot zijn grote ver
wondering de controleur alweer in zijn
wagentje aankomen. Deze verrichtte
als gewoonlijk zijn taak en riep daarna
de mantri bij zich om van hem te ver
nemen waar hij de sigaren, die hij de
laatste keer aangeboden had, gekocht
had. Bij die vraag voelde de mantri zich
helemaal niet op zijn gemak. Hij ver
ontschuldigde zich en vertelde, dat de
verkoper een chinees was, die in een
slop woonde, in een smerige woning.
Het paste de kandjeng toean niet zich
naar een dergelijke plaats te begeven.
Hij wilde echter met alle genoegen de
sigaren voor de controleur kopen en
verzocht hem het zo lang met zijn voor
raad te doen. De prijs was heel laag.
Bij een volgend bezoek drong de
bestuursambtenaar er bij de mantri
echter sterk op aan hem het verkoop
adres van de sigaren te noemen. Toen
kon de mantri er niet meer onder uit.
Hij moest bekennen hoe hij tegen zo
lage prijs aan sigaren kon komen van
zulk een hoogwaardige kwaliteit, 's-
Avonds legde hij de sigaren namelijk
losjes tussen de afgekeurde ampullen
met opium, die in een kistje bewaard
bleven om bij een volgende inspectie
afgeschreven en daarna vernietigd te
worden.
Nadat de controleur dit gehoord had,
stapte hij zonder commentaar in zijn
wagentje om niet meer terug te komen.
D.
15