De schat des harten KOKKIE S RIJSTWINKEL Een brief in de bus. Geen afzender-adres. Geen brief in de envelop, alleen een bankbiljet. Soms van een tientje, soms van een ringgit, soms van hon derd pop. Je kan niet eens "dankjewel" zeggen. De milde geefster of gever is t alweer in de nacht, in kou en sneeuw en hagel, ver dwenen... Voor welk doel zullen wij het tientje bestemmen? Voor de Bruine Bus? Voor het Hidoep Teroes Fonds? Voor de vrienden van Tong Tong? Voor de magere kas van ons eigen N.V.-tje? Op de impuls van het moment of na de bestudering van diverse "kas-posities" be palen we snel een goed doel. En maken met onze hand een signaal in de lucht voor de onbekende gever: Dankjewel, sobat! God bless you! Soms zit er toevallig een kennis op bezoek bij ons en ziet dat verbaasd en verheugd aan. En soms zegt hij dan: ajo, Tjalie, doe dit van mij er ook maar bij. Nóg een bankbriefje. "Verrek jij!" mopper ik, want nee zeggen helpt tóch niet. En een hoogst enkele keer zit er ook iemand toe te kijken met een vreemde blik in zijn ogen. En vragen als: "Stop je dat geld zo maar in je zak?" "Ja, ik laat niets op tafel slingeren". "Komt het niet in de kas?" "Ja, straks als ik met de post klaar ben, breng ik het even bij de boekhouder". "Vergeet je dat nooit?" "Nooit". "Hoe verantwoord je dat geld als je niet eens weet van wie het komt en waarvoor het bestemd is?" "Donatie van N.N., gemakkelijk!" "H'm, maar het zou ook spoorloos kun nen verdwijnen...ik vind dat maar grie zelig...hoeveel komt er op deze manier binnen waar nooit een haan naar kraait?" "Nou, volgens de jaarrekening van b.v. 1968 bedroeg het totaal aan donaties zo'n twintig mille! Geweldig, ja?!" "Ja, geweldig..." En ik WEET dat weer opnieuw ver haaltjes de wereld in zullen gaan van zoveel tienduizenden die in de zak van Tjalie verdwijnen. Dat gebeurt al net zo lang als Tong Tong bestaat. Het is een stereotiep verschijnsel van ELKE maatschappij (niet alleen de Indische) dat er erg veel laster en roddel bestaat, waar niets tegen te doen is. Het is een "condition humaine". Wonderlijk blijft dat Tong Tong en Tjalie desondanks (nog) niet vernietigd zijn. Bestaat er dan een soort van tegengif? 7- Als het "gif" genoemd kan worden: het zijn de ontelbare ongesigneerde geldelijke giften, het zijn de niet op houdende vriendelijke gestes en harte lijke brieven, die als een levens-elixer dit werk overeind houden. Tot het de Almachtige believen zal het op te doen houden. Intussen poekoelen we dus teroes. Met een abonnement, een bestelling, een gift. Of zelfs een naamloze envelop met een tientje zonder herkomst of be stemming. Als een mangga van een overladen boom. Als een vis die in onze hand komt zwemmen. Als een symbool van alles wat AL TIJD in de wereld blijven zal als het mooiste wat de mens sieren kan buiten beschaving en verdienste en bereke ning om: de Goedheid des Harten. Al was het alleen daarvoor, ben ik dankbaar dat Tong Tong bestaat. Wij leggen er een boodschap in vast, die ons ver voorbij zal leven als een laat ste saluut uit Indië. Ik begon dit artikel met de gift in de brievenbus en het verdwijnen van de milde geefster of gever in de nacht, in kou en hagel... Eens zullen wij allen verdwijnen in de Vergetelheid, die vanuit dit warme le ven bezien zwart en koud is. Maar NIET verdwijnen zullen zij die een gift hebben achtergelaten voor de genera ties na ons. Door ons Hidoep Teroes Fonds zullen er in later jaren ergens ver weg kinderen of oudjes zijn, die een hapje rijst in een pintjoek zullen hebben of wat boeboer kientjo of een brok getoek. Niet veel. Net genoeg om één dag langer te leven misschien. Net genoeg dus om de Grote Gena de Gods te halen dankzij het kleine brokje genade dat wij voor ze achter lieten. Kan je je voorstellen dat een kakeh in Soerabaja of een weeskind in Djatinegara vijftig jaar later in leven zal blijven door een tientje dat een onbekende meneer (of mevrouw) NU vanuit Den Haag stuurt? Of morgen uit Florida of overmorgen uit Darwin, Au stralia? Het is alsof een schipbreukeling in een woeste nachtstorm op zee in één flits een ster ziet en hoop vindt om nóg een paar slagen te doen tot op eens zijn voeten vaste grond voelen. Dus gered wordt door een ster triljoe nen lichtjaren ver in een universum dat zó groot is dat het hem niet eens ken nen kan! Ah, door ons Hidoep Teroes Fonds zijn WIJZELF een stukje Tijd en Ruimte geworden, een stukje universum. Wij, wegcijferbare Indische mensjes die al "voorbij" zijn!... Voorbij? Hantem Teroes, anak-anak-koe. Want omdat ons leven goed was, zullen wij leven voorbij het Voorbij! T.R. A propos! Vier van de vijf Tong Tong-ers schreven nog niet in met een tientje. Vergeten? Ajo dong! Help vol te maken die zestig mille!! Madjoe! Daar het vinden van een naam in de lijst van stortingen erg moeilijk blijkt te zijn, wordt het alfabetiseren van de namen hoog nodig. We zijn er nu aan bezig, maar door de talrijke stortingen van de afgelopen weken schiet de tijd tekort. Mogen we deze keer verstek laten gaan, dan krijgt U de volgende keer een dubbele lijst. En alfabetisch! In ons nummer van 15 januari jl. maakten wij melding van het plotse linge overlijden van Max Wijnberg, de kranige bouwer van "Kokkies Rijst paleis" in Slotermeer bij Amsterdam. Nu zijn weduwe even kranig "teroes poekoelt" met de enig overgebleven winkel aan de Witte de Withstraat in Amsterdam, en dus de zaak in Sloter meer van de hand heeft moeten doen, vraagt ze ons of het op deze plaats mogelijk is een "vaarwel met alle vrien delijke dank daarna" toe te roepen aan de oude klandizie van de Slotermeer- zaak. Wat wij hierbij gaarne doen. 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 9