Sekali Tetap
WIJ VERGETEN INDIË NIET!
K. J. van Luyk
PROF. OCHSE OVERLEDEN
In "Fischer Weltgeschichte", Deel
18, "Südostasien vor der Kolonialzeit"
van de hand van dr. John Villiers, lazen
wij het volgende fragment:
"In Portugees-Malakka lagen de ver
houdingen echter gelukkiger dan in an
dere delen van het Portugese impe
rium. Er waren veel menghuwelijken en
zowel de kerkelijke als staatkundige
instanties begroetten deze huwelijken
als een middel tot verbreiding van het
Christendom als tot versteviging van
het Portugese element in de bevolking.
Een beroemd voorbeeld gaf Joao de
Eredia, die een Boeginese prinses huw
de en de vader werd van Manuel Go-
dinho de Eredia, de grote ontdekker,
wiskundige en letterkundige".
Indo's die vaak down zijn in Holland
moeten niet vergeten dat er culturen
en tijden zijn geweest die met méér
begrip en mildheid gedacht hebben
over mengbloeden. Er is geen enkele
geldige reden om zich als Indo door
welke volksgroep ook "weg te laten
klaverjassen" en zich voor het Indo
schap te generen. Wat Holland betreft:
ook NU zijn er genoeg ethnologen en
biologen die ervan overtuigd zijn dat
de "injectie met Indisch bloed" een
ZEGEN is voor het Nederlandse volk.
Dit inzicht zal in de toekomst door
veel en veel meer mensen gedeeld
worden. Waarom dan het Indo-schap
weggeworpen uit schaamte of "loyali
teit"? Wat politici ook af te kammen
hebben op de Indische groep, hun
staat van dienst in de historie is een
lange en eervolle. En dat zal zo nog
lang blijven. Vergeef het dus Kleine
Boeng (want Grote Boeng zegt het
nooit) als hij kalm en zelfverzekerd
zegt: "Sekali Indo, tetap Indo!"
Ook Indië bracht tienduizenden offers
in de lie Wereldoorlog. Vergeet ze niet!
STORT OP GIRO 253.000 - COMITÉ
15 AUGUSTUS 1970, VIVIENSTR. 68,
DEN HAAG.
■Qen gouden jubileum
De jubilaris, de Heer A. Fonteijn
Op 1 mei a.s. herdenkt de heer A.
Fonteijn van de Firma Fonteijn Co.,
destijds gevestigd in Djokja, het feit
dat hij vijftig jaar geleden zijn loop
baan als juwelier begon.
Vanaf 1920 was hij verbonden aan
de Firma Fonteijn in Djokja, gelegen in
de winkelwijk Malioboro tegenover het
Grand Hotel.
Grote bekendheid kreeg de Firma
Fonteijn o.a. door het feit dat zij hof
leverancier was van drie opeenvolgen
de sultans van Djokja. Ook voor on
noemelijk vele Indische families in heel
Midden-Java is de Heer Fonteijn een
goede bekende geweest.
De Japanse bezetting maakte ook aan
de activiteiten van de firma voorlopig
een einde; de Heer Fonteijn zelf werd
eerst geinterneerd in het Fort Vreeden-
burg te Djokja, daarna in Tjimahi.
Daar het door de omstandigheden
na de oorlog niet mogelijk was de zaak
in Djokja weer op te bouwen, repa
trieerde de Heer Fonteijn in 1947.
In 1947 vestigde hij zich zelfstandig
samen met de Heer I. Fonteijn; drie
jaar later, in 1950 werd de tegenwoor
dige zaak aan de Vlamingstraat 5 te
Den Haag betrokken.
Dank zij de faam die de Fa. Fonteijn
in Djokja genoot heeft de Fa. nog
steeds talrijke goede Indonesische en
Indische relaties.
Tong Tong wil hierbij graag de Heer
Fonteijn van harte met dit jubileum
gelukwensen en hem en de zijnen nog
vele voorspoedige jaren toewensen!
Ch.M.
"Pfft!" zegt de Wind van het Leven
en is weer voorbij. En heeft weer een
vriend van je weggenomen: Karei van
Luyk, die in het Haagse "lk-vergeet-
lndië-niet"-leven brede bekendheid ge
noot. Hij behoorde bij de Indische Kul-
turele Kring en bij de Vereniging Uit
en Thuis, voor welke beide organisa
ties hij altijd klaar stond met raad en
daad.
Indonesië was zijn grote liefde. Na
de oorlog is hij er nog een paar keer
kunnen terugkeren, en hij stond nu nét
klaar om er voor een veel langer ver
blijf naar toe te gaan, toen de Dood
hem wegnam naar Andere Oorden. Hij
werd zeventig jaar oud.
Uit de "Telegraaf" van 23 maart knip
ten wij het volgende bericht:
De wereldberoemde expert op tro
pisch en subtropisch botanisch gebied,
de in Den Haag geboren en later Ame
rikaans staatsburger geworden prof. dr.
Jacob Ochse, is in het Havenziekenhuis
in Rotterdam op 78-jarige leeftijd over
leden.
Na zijn succesvol werk bij de Neder-
landsche Heidemaatschappij in Arnhem
vertrok hij in de jaren twintig naar het
toenmalige Nederlands-lndië. Onder
luitenant-gouverneur dr. v. Mook was
hij hoofd der afdeling Algemene Zaken
en een der leiders van de plantentuin
in Buitenzorg.
Hij werd in 1946 hoogleraar aan de
Florida-universiteit in Miami en confe-
rent van de regering van Costa Rica
als expert in de Latijns-Amerikaanse
botanie.
Vele standaardwerken in het Engels
en in het Spaans (in Mexico uitgege
ven) over tropische en subtropische
landbouw verschenen van zijn hand.
Prof. Ochse leefde de laatste jaren
in ons land. Bij testamentaire beschik
king schonk hij zijn beroemde biblio
theek aan de universiteit in Miami.
Dit bericht heeft ons om verschillen
de redenen diep geschokt. We wisten
namelijk niet dat prof. Ochse al zo
lang in Holland leefde. Dus schreven
wij (na met moeite zijn adres ont
dekt te hebben) een week terug nog
een brief naar Miami om hem te vra
gen werk van hem over Ind. planten
eventueel weer uit te geven voor onze
lezerskring. En nu bereikt ons dit be
richt.
Zeker kennen we het werk van prof.
Ochse al heel lang. We hebben diverse
werken van hem in onze boekenkast
en hebben ontelbare malen zijn werk
geraadpleegd als wij vage of onjuiste
feiten onder ogen kregen, Indische
planten en vruchten betreffende. In
Prof. Ochse is waarlijk een groot en
nuttig mens voor ons verloren gegaan.
Wij betreuren zijn heengaan zeer.
Het typeert deze ongelooflijk werk
zame en vér vooruit denkende geest
dat hij zijn bibliotheek schonk aan de
universiteit in Miami. Omdat daar im
mers de tropische natuur in veler be
langstelling leeft en nieuwe horizonten
zoekt. In Holland hebben we zoals U
weet afgedaan met alles wat koloni
aal is...Er zal dus wel nooit meer een
Nederlander komen die zulke voortref
felijke boeken schreef als Ochse over
Indonesische vruchten en groenten.
Echt waar, dit verlies treft ons diep.
10