i TANGAN DINGIN lant-aóóimi latie Dit lijkt een emotionele discussie tus sen twee van planten houdende huis vrouwen, maar het is véél meer: zo lang de mensheid bestaat, ja zo lang de natuur bestaat, zijn planten, dieren en mensen "verbannen" geraakt in kli maten of omgevingen waar zij niet thuis hoorden. Zij zijn soms kwijnend gestorven, soms hebben zij zich ge handhaafd en in hun nieuwe omgeving welvaart en gezondheid, ja, nieuwe mooie variaties, gebracht. Boven dit alles schijnt een Goede Herder te zijn met wonderlijke be stieringen van het lot...en de hele wereld heeft er zijn rijk gevarieerde aanzien door verworven...gedrochtelijk in het oog van de één, lieflijk in het oog van de ander, maar boven alles: DE NATUUR, óók in zijn "onnatuur lijke gedaanten"T.R. Uit een brief van "Plantersvrouw": Sommigen van ons verwachten dat tropische planten ons in de oude sfeer brengen. En, misschien is de één er gevoelig voor, en de andere niet. Wie weet, voelt een Japanner zich hier al leen thuis, als hij op zijn kamer tegen zo'n gedrochtelijk dennetje aan kijkt, in een schaal. Knap, dat ze die dingen zo kunnen "misvormen"; maar je kan toch moeilijk meer praten over natuur. Bij één van mijn kennissen vult een waringin de halve kamer. Nog even en ze moeten zelf buiten wonen, in de kou. Mooi, erg mooi. Maar zelfs de geur van menjan, een horentje met rozen blaadjes en pandan en bordje gekleur de pap, zouden mij niet in de seréne stemming kunnen brengen, passend bij elke waringin. En een ander misschien wel. Waarom, waarom toch, kan een kof- fie-plantje mij niet "dichter bij huis" brengen? Of de grevillea, die ik angst vallig uit de zon houd. Toch gaf die plant ons, als boom, zulk prachtig hout voor ons huis op Bermé. Of de ananas voor een tientje; met een "eetbare" vrucht er aan, zo groot als een belo- loh. (Klappertje, eerste fase). En ook niet de medinella magnifies, die ik op mijn laatste verjaardag kreeg. Een plant, erg "in" op 't ogenblik. Met "hippe" bloemen. Ge'aderde schutbla deren als een rokje, over een waterval van pareltjes en topazen. Een verademing in een wereld van misvorming, leugens en verkramptheid, onze planten. Ja, maar eigenlijk, we staan er niet bij stil, eigenlijk zijn we hard bezig, om er ook misvormingen van te maken, leugens; kleine en gro tere. Wij voelen sommige plantjes als "schakels met 't grijs verleden". Zoals de lantana. (Rendèt'an, tembelè'an). Maar 't enige, dat er, hier, nog "waar" aan is, is de geur. Die veran dert niet, of 't nu één bloem is, of duizend, in een potje of op kale rotsen. Laten we ze zien, zoals vroeger. In grote bossen, onbedwingbaar zich wringend uit elke spleet, in elke rots. Waar ze 't vandaan haalden, mag Joost weten. Maar ze kregen genoeg om duizenden en duizenden bloempjes te maken; warm-oranje, zacht-roze. Van de zon. Want ze waren in de droge tijd 't mooist. En die warmte kunnen we ze hier niet geven. Toch blijven we proberen, met zaden, met miniscule stukjes hout. En we zijn blij met, en trots op de resultaten, die we bereiken. Maar 't zijn...kleine leugentjes. Leugentjes om bestwil, zullen we maar zeggen. Want ze moeten ons 't gevoel geven van "vroeger, in Indië". Op gezette tijden brengen kwekers een plantje in de mode. Gebruik-, of liever misbruik makend van onze senti menten. Jaren geleden was 't het sol daten-bloempje; vinka rosea. Ineens waren zij er, bij de bloemisten, op de markt; overal. "Adoe...zo lief toch"... En mensen die niets om bloemen geven, want die zijn er ook, kochten zich tóch wel zo'n schatje. Om in wee moed naar te kijken, twee, drie dagen. Of misschien een week. En toen...al; bossen. Ik ben erg benieuwd naar de widoeri van mevrouw van den Bosch. Als 't de echte is, een mooi contrast, zeer decoratief voor mijn rode canna's. Mans-hoog, als we een beetje verder zijn. In de volle grond. Ruilen mevr. v. d. Bosch? Met een alamanda? Of een canna? Of toch maar liever een kaaps-viooltje? Zegt u 't maar. Misschien als u zo'n stuk wor tel een zetje geeft in de goede richting, loopt ie deze kant uit. Maar wel een verre wandeling. Plantersvrouw Vorig jaar in een "kopi tubruk" schreef ik hetzelfde wat Plantersvrouw hier als 'n verwijt neerschrijft. Wie de schoen past trekke hem aan! Het komt Cp/ttiMV- r.SvFp'1 i Ujl/fw er wel op neer dat het even harteloos is een zeehond in een badkuip te laten opgroeien als een waringin in de huis kamer. Verschil is dat de zeehond piept, de waringin gaat zwijgend dood. Of groeit en bloeit dat het een lieve lust is, net als de duizenden kladies, chevelures, sokkas, bougainvilles, pa- re-pare's etc. etc. En nog eens honder den lieve hang-klim- en vensterbank plantjes waarvan we in de heilige ver onderstelling zijn dat ze in Lisse, Hille- gom en Aalsmeer geboren zijn maar die oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, Zuid-Afrika, Azië en de Pacific komen. Kijk er het plantenboekje maar eens op na lieve Plantersvrouw, je zou schrikken van al die lieve leugentjes om bestwil (of onwetendheid) die we plegen! Als we Hollands-eerlijk willen zijn, houden we ons uitsluitend aan gras, paardebloemen en treurwilgen. Zelfs de tulp is immers maar een Turkse gastarbeidster die het goed doet? Misschien is dit soort van assimi leren de ware levenskunst. Als het waar is dat planten kunnen voelen en reageren dan loopt het met die ver kramptheid wel los hoor. Geen warin gin, soekoen, of manggaboom, maar wel een chevelure, een kemangi, een sokka. Wist je dat tangan dingin ook genegenheid, menselijkheid is? Kassian blijf ik het altijd vinden dat ik mijn melatti geen Indisch achtererf kan ge ven, maar als ze bloeit en geurt, dan heb ik het gevoel dat ze het bij mij ook wel prettig vindt. We proberen er samen wat van te maken. Verder, ik heb geen tropische plan ten nodig om naar "vroeger in Indië" te verlangen. Integendeel, laat me langs de keurig gecultiveerde perkjes en artistieke droomtuintjes in de Keu kenhof wandelen, laat me een paar minuten dwalen in de tulpenkassen vol opzienbarende kweekproducten en ik huil van heimwee naar mijn tjabe rawit- plant die tegen het droogrek onder de emperan groeide en tjabe's spóót, het hele jaar door! Ik ben deze rubriek begonnen om met de vele liefhebbers en liefhebsters van planten prettige en nuttige erva ringen en wetenswaardigheden te kun nen uitwisselen, niet om er een bio logische huil-pagina van te maken. Dat wij van tropische planten houden, komt misschien omdat we ze als eenvoudig en ongecultiveerd kennen. En in ons hart hopen dat we dat beetje Indië in onze huiskamer mogen piara, met be hulp van "tangan dingin". Lilian Ducelle 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 12