Indischman in Holland Radio Bolland De Dompet van Pih Toen ik Uw oproep in Tong Tong, lang geleden, las over "Mijn Man/mijn Vrouw in Holland", dacht ik meteen aan meedoen, omdat ik het idee zo buitengewoon aardig vind. Al ben ik dan een Hollands meisje met maar en kele jaren tropenervaring, toch voel ik mij door mijn huwelijk met een Indische jongen sterk met de Indische gemeen schap verbonden. Dus interesseerde het mij ook zeer, te vernemen, welke soort veranderin gen en aanpassingen zich wel, of juist niet hebben voltrokken binnen deze gemeenschap, sinds deze in negeri dingin voortbestaat. En U hebt volko men gelijk, Tjalie, dat juist de kleine bijna onopvallende karaktertrekjes en gewoontetjes uit het dagelijks leven beter dan wat ook een beeld geven van de essentie van een bepaald per soon of een bepaalde groep. Toen ik mijn man in Nieuw Guinea leerde kennen, was mijn aanvankelijke mening, dat het eindresultaat van een Indische opvoeding in een tropische omgeving toch niet zo heel veel ver schilde van de Hollandse dito. Maar ik wist toen nog niet, dat de verschil len zich uitten in een groot assortiment van kleine soms grappige, soms las tige, vaak "merkwaardige" gewoonte tjes. Die leer je pas kennen als je eenmaal getrouwd bent, en dan worden ze je dierbaar, omdat ze horen bij hem, die je het liefst is. Toch, over een van die gewoontetjes zijn bij ons meer woorden vuil gemaakt dan de kwestie eigenlijk waard was. Nee, dat ging niet over het eten met de hand, het ver orberen van de meest vreemdsoortige gerechten, het spreken van petjo of het uitschoppen van de schoenen zo dra hij zich ergens op z'n gemak voelt. Integendeel, doordat ik deze ge woonten al gauw van hem overnam, zal hem wel een saai leven beschoren zijn binnen de muren van ons huis. Het ging echter over mijn mans voorliefde voor het dragen van een bepaald kle dingstuk. De eerste keer, dat ik daar over viel, was, toen we nog maar pas getrouwd waren. We zouden op een zondagochtend koffie gaan drinken bij een van mijn nichten, dus in een puur Hollandse omgeving, waar men nog zelden of nooit Indische mensen had ontmoet. Het was guur weer en mijn man zei: "Ik doe m'n trui aan, hoor!" Doe maar, 't is koud", riep ik terug vanuit de keuken. Even later zat hij achter een dampende bak Hollandse koffie in de familie-kring. Het gesprek vlotte goed en men luisterde graag naar zijn verhalen over de verre warme landen. Mijn man werd hoe langer hoe ent housiaster en de gebaren, die zijn ver halen onderstreepten, werden hoe lan ger hoe breder. Toen opeens, bij de aanduiding van de maten van het 20 grootste, ooit door hem geschoten zwijn, zijn trui opschoof en daaronder het groen-grijs-witte streepje van zijn pyamabroek zichtbaar werd. Mijn man was zich van niets vreemds bewust, maar ik wist niet hoe ik kijken moest, toen ik merkte, hoe vooral de vrouwe lijke aanwezigen maar met moeite hun verbazing en hun lachlust konden be dwingen. Thuisgekomen probeerde ik op allerlei manieren mijn man van de onmogelijkheid van dat kledingstuk voor dié gelegenheid te overtuigen, maar hij zei alleen maar: "Ach meis, mijn vader liep vroeger soms de hele dag in z'n slaapbroek rond, en niemand vond dat gek". Ik nam me voor, in 't vervolg een beetje te letten op wat hij aantrok als we uitgingen. Dat ging nog wel, maar thuis stoorde hij zich ner gens aan en trok zijn pyama aan op elk uur van de dag dat hij zich eens lek ker wilde ontspannen. Daarin brachten ook de vragen van toevallige bezoe kers: "Ben je ziek, wat scheelt eraan?" "Zo, nu pas wakker?" geen verande ring. "Och, laat maar, dacht ik, een man moet zich toch ergens senang kunnen voelen. Als hij maar niet bui tenshuis in z'n pyama rondloopt". En dat deed hij ook niet meer dacht ik. Tot hij een paar maanden geleden aan een nieuwe pyama toe was. Ik kocht een degelijke, extra war me voor hem, die dan ook meteen werd ingewijd. De volgende dag lag hij in de wasmand bij het vuile goed. Dat verwonderde me een beetje, maar door mijn drukke bezigheden schonk ik er verder geen aandacht aan. Pas dagen later, bij het strijken, zag ik de grote scheur, die dwars over het zitvlak liep. "Hoe kom je daar nu aan?" vroeg ik mijn man, en plotseling ging me een lichtje op: "Heb je toch buiten...?" Ja, maar daar kon jij niets van zien. Ik had 'm onder m'n ketelpak en de pijpen zaten goed weggestopt in m'n kousen. Maar ja, toen ik ging djongkok om kool te planten...krrrr-kapot". Ik bleef maar stil, en als hij tegen woordig vraagt: "Tjoba schat, jij haalt even mijn pyama", dan doe ik het zon der argumenteren, want er zijn van die gewoontes die gewoonweg onuitroei baar zijn. Mevr. X. Noot van de Redactie: Wie heeft nog meer van die "kleine trekjes" waargenomen bij echtgenoot, vriend of zichzelf die "door en door de Indischman" verraden ook al zit hij nog zó lang in Holland? Red. Stationsweg 143 tel. 070 60 17 03 DEN HAAG Herenstraat 157 tel. 070 86.32.01 VOORBURG Half april verwachten wij een nieuwe zending import L.P.'s uit Indo nesia o.a. Salina, Isnarti, Ernie Djohan en vele nieuwe. Prijs stereo f 19,50 p. stuk. Zo juist binnen: Krontjong L.P. Suara Bintang Baru, stereo en mono f 3,75 I en Ambonnese L.P. door Aloha Singers stereo en mono f 3,75 I Sinar Surya L.P. van f 7,50 met rudjak Ulek wordt niet meer gemaakt Beperkte voorraad NU nog leverbaar. Als jongeman had ik een vriend met wie ik letterlijk ALLES deelde. Van het zelfde pakje shag tot onze motorfiets toe, van onze studieboeken tot onze beurs. Die jongeman heette Pih (Frits) Vodegel. Waarin hij in zijn leven ook tekort geschoten mag zijn, in essentie is hij een prachtkerel. Nu nog. Zoals gezegd: wij beschikten over en weer over elkanders beurs, telden nooit na wat eruit ging, noch wat erin kwam. We hadden het goed als de dompet vol was, en we leden opge ruimd gebrek als de dompet plat was. Gezegende tijd. Gezegende vriend schap! Dezer dagen kreeg ik van F. in Ame rika zo maar een credit card toege stuurd, die ik kon gebruiken zoveel ik wou als ik in Amerika zou komen. F. is niet rijk. Evenmin ben ik het. Wij zijn bij wijze van spreken even arm als Pih-en-ik een halve eeuw geleden. Dit lijkt dus zo'n beetje op "Spaanse Bra bander rijkdom" (kale bluf), maar ik weet dat als ik in Amerika ben en betoel blut ben, zijn kaart gebruiken kan zonder hem zelfs op te zoeken of dankjewel te zeggen. Het is op zijn minst een symbolische geste van vriendschap van een heel apart soort. Een beetje romantisch misschien, maar toch ook zo sterk als een bastion. Ik hoop dat ik de kaart nooit nodig hoef te hebben, Njo, maar ik weet wel dat ik de hele wereld duizend zulke vriendschappen toewens. Het is ge noeg om de wereld te redden! Klontongs Bij een bestelling uit Singapore kre gen wij een proefzending klontongs als kinderspeelgoed, U weet wel: die pa pieren trommeltjes-op-een-steeltje met djalipitten aan een koordje, die snel roterend een trommelend geluid geven, ledereen lachte ons uit omdat wij deze "kindse herinnering" een kans gaven, maar...begripvolle Oma's en Opa's in onze toko waren er do! op, en zo ook hun tjoetjoeks, want de klontongs ver kochten bij dozijnen en zijn practisch op. In vele zaken zijn niet WIJ de maat staf, maar KINDEREN. En kinderen ont dekken altijd beter wat "lakoe" is dan volwassenen bedenken kunnen.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 20