DE GESCHIEDENIS VAN HET WATERLOOPLEIN
IH HET VOORMALIG BATAVIA
Het Waterlooplein met op de voorgrond het ter ere van generaal Michiels opgerichte gedenk
teken. Op de achtergrond links het gebouw van het Hooggerechtshof en in het midden het
"Kantor Pales" met ervoor de zuil met de "leeuw van Waterloo"
Alvorens tot de geschiedenis van het Waterlooplein zelf te komen, wil ik in
vogelvlucht de geschiedenis behandelen van het destijds bekende landgoed
Weltevreden waarvan het latere Waterlooplein een deel vormt.
Het was in het jaar 1648 dat er aan
Anthony Paviljoen land werd uitgege
ven in de omgeving van het latere
Waterlooplein. Deze deed het over aan
zijn gelijknamige zoon. Onder de vol
gende eigenaar, Cornelis Chastelein,
ontstond de naam van het landgoed,
namelijk Weltevreden. De zoon van
Chastelein erfde dit goed van zijn va
der en na de dood van de zoon kwam
het in handen van mr. Johan Frangois
de Witte van Schooten, waarmee zijn
weduwe in het huwelijk was getreden.
Hij verkocht het op zijn beurt weer aan
Justinus Vinck alvorens te repatriëren.
In 1749 verkocht Vinck het land aan
Mossel, welke van 1750-1761 Gouver
neur Generaal van Nederlands-lndië
was.
Vanaf deze tijd dateert de eigenlijke
betekenis van het land Weltevreden.
Na Mossels dood ging het land over
naar zijn verwanten en in 1767 kwam
het aan Van der Parra, ook een Gou
verneur Generaal die van 1761-1775
regeerde. Bij de dood van mevrouw
Van der Parra in 1787 waren de gren
zen van het landgoed als volgt:
Aan de noordzijde de voor de oorlog
bekende Post- en Schoolweg, aan de
oostzijde de Grote Zuiderweg tot de
Kramatbrug, aan de zuidzijde de weg
van hier tot aan de Parapatanbrug en
de westzijde werd gevormd door de
rivier de Tjiliwoeng. Daarbinnen lag
dus het gebied van het latere Water
looplein.
Van Overstraten, een G.G. die van
1796-1801 regeerde, kocht het land
goed Weltevreden in 1797. Het land
huis Weltevreden was het neusje van
de zalm voor die tijd en werd de meest
passende woning voor de G.G. van
Ned.-lndië geacht. Er werd bepaald dat
zijn opvolgers het zouden overnemen
en zo kwam Weltevreden te staan in
het centrum van de belangstelling van
de Indische regering.
Het deel van het landgoed ten noor
den van kali Lio werd door Van Over
straten aan het gouvernement verkocht
met het doel daar een kampement te
vestigen. Zo ontstond de militaire stad
Weltevreden rondom de Paradeplaats
die sedert 1829 de naam Waterlooplein
draagt. Deze naam werd gegeven door
de toenmalige G.G. Du Bus de Gisig-
nies ter herinnering aan de beroemde
slag bij het plaatsje van die naam in
1815. De gedenkzuil in het midden da
teert van 1828.
Het was Daendels die zich energiek
zette aan de grootse plannen om Wel
tevreden tot de nieuwe hoofdstad te
maken. Op 7 maart 1809 besloot hij
een nieuw paleis aan de Paradeplaats
te bouwen. Het hiervoor benodigde
bouwmateriaal was het materiaal van
het door hem gesloopte Kasteel Bata
via. Overste J. C. Schultze maakte her
ontwerp in Empire stijl. Dit gebouw is
een der weinige in lnd(ones)ië dat in
zuivere Empire stijl is uitgevoerd, wat
zeker als bezienswaardigheid kan wor
den beschouwd.
De rest van het landgoed was in
middels door Daendels aan het gouver
nement overgedaan.
Daendels heeft zijn bouwwerk niet
zien voltooien. Zijn opvolger Janssens
heeft als noodmaatregel een atap dak
op het niet afgebouwde paleis laten
zetten. Zo bleef het 15 jaar. Onder de
G.G. Du Bus de Gisignies werd het
paleis aan het Waterlooplein in 1826
onder leiding van hoofdingenieur
Tromp voltooid en tot gouvernements-
bureaux ingericht.
Wel nog in Daendels' tijd werden
de officierswoningen aan de zuidzijde
van het plein gebouwd met hierachter
een uitgestrekt terrein met kazernes,
magazijnen en verdere militaire inrich
tingen.
Aan de oostzijde van het plein, op
de zuidelijke hoek, bevindt zich de so
ciëteit "Concordia", van oorsprong een
officiersclub, waarvan later ook bur
gers lid konden worden. Deze sociëteit
verrees in 1836. Het gebouw vertoont
een late Empire stijl, zich voltrekkend
tot een neo-klassieke koloniale bouw
trant. In dezelfde stijl werd in 1848
een afzonderlijk gebouw voor het
Hooggerechtshof aan de noordkant
van de oostzijde van het plein opge
richt. De sociëteit had een prachtige
balzaal die ook als concertzaal werd
gebruikt en een gezellige leeszaal.
Waar momenteel de kathedraal staat
woonde na de Engelse bezettingstijd
(1811-1816) de legercommandant. De
rooms-katholieke Gouverneur Gene
raal Du Bus de Gisignies die de toen
malige commandant generaal De Koek,
grootmeester der Vrijmetselaarsloge,
niet sympathiek gezind was, bestemde
de grond voor een rooms katholieke
kerk, die op 6 november 1829 werd
ingewijd, maar reeds in 1890 instortte.
De huidige kathedraal, in neo gothi-
sche stijl, dateert van het begin van
deze eeuw. Verder wordt de noordzijde
van het plein in beslag genomen door
een aantal officierswoningen en de
voormalige rooms-katholieke meisjes
H.B.S. "Juliana".
De westzijde van het plein bestaat
eveneens uit officierswoningen, waar
van die van de generaal majoor (divi
siecommandant) wel dominerend is.
Schuin tegenover dit huis, op de drie
sprong met de Willemslaan, bevond
zich een in fraaie Gothische vorm op
getrokken monument gewijd aan de na
gedachtenis van Andreas Victor Mi
chiels, geboren in 1797, op 17-jarige
leeftijd in militaire dienst en in Bali in
1849 als generaal gesneuveld.
Aan de overzijde van dit monument,
dus ongeveer in het midden van de
oostzijde van het Waterlooplein, stond
het standbeeld van Jan Pieterszoon
Coen. Oorspronkelijk stond hier in
1806 een officierskoffiehuis. De eerste
steen voor dit standbeeld werd gelegd
op 29 mei 1869 ter herinnering aan het
250-jarig bestaan van Batavia. De
plechtigheid geschiedde door de toen
malige G.G. mr. Pieter Myer in tegen
woordigheid van Pangeran Mangkoe
Negoro, Pangeran Ngabehi, zoon van
de Soesoehoenan van Solo en enige
andere aanzienlijke Javanen. In 1876
werd het standbeeld, vervaardigd door
de firma Van Kempen te Voorschoten,
8