Moet U wat kopen? Altijd ook even denken aan de Tong Tong TOKO en Boekhandel dan! 1001 avonturen met de soetil Na de oorlog Van Jim Hilgers ontvingen u>e deze prentbriefkaart. Na een vluchtige blik erop, lazen we op de achterkant: "Warong in de Preanger!" Leuke groet uit Indonesië dachten we en legden de briefkaart zo lang weg, de rest van de post attaquerend. Maar de postzegel op die briefkaart bleef nog even na hangen in het geheugen. We namen de kaart weer op en keken goed. Te deksel! Het was een briefkaart uit Panama! Pas toen bekeken we de prent en zagen toen pas dat het niet zo'n stalletje langs de grote weg was ergens in Pasoendan! Tsk-tsk-tsk! Typisch "Indisch gezichtsbedrog!" In 1946 werd ik met zoon, schoon dochter en 2 kleinkinderen in gevan genschap ondergebracht in een huis, dat eens toebehoorde aan onze Fam. fabriek Klampok. Op een ochtend stapte in onze af deling een Indonesiër, die ik tijdens mijn werk in de kliniek in Banjoemas, aan werk had geholpen. Hij was een ervaren matrassenmaker. Na zijn werk in de kliniek trakteerde ik hem op kof fie en brood, dat hij altijd dankbaar aanvaardde. Hij herkende mij en groet te lachend met een buiging. "Wat doe je hier?" vroeg ik hem in 't Hoog Ja vaans: "Ik moet op U passen". "Werk je niet meer?" "Als U mij werk wilt geven, graag". Dit nu was een der "spreekwoorde lijke" getrouwe Indonesiërs. Later heb ik hem geheel uit het oog verloren. Op een dag vroegen een paar dames mij, of ik mee wilde naar een dame, die erg goed kon voorspellen. Omdat ik daar geen geloof aan hechtte, weiger de ik, maar liet me door hun aandringen toch overhalen. Genoemde dame had me dadelijk "te pakken" en zei: "Me vrouw, U zult direct, als U het kamp uit komt, in groot gezelschap raken. U zult werk krijgen en verder een goed tehuis vinden en in een groot gezel schap raken. Dan zult U een legaat krijgen en later op reis gaan." Wat het legaat betreft, dat leek me sterk, want geen rijke oom wachtte me in Amerika, noch elders. Wonderlijke vrouw, alles kwam uit, zoals ze me voorspelde. Toen we in '47 bevrijd werden, ging mijn fam. gra tis op 's lands kosten naar Holland. Ik bleef echter achter en kwam in L. Wij- chert in Batavia terecht, waar ik huis- hoofd werd. Ik kreeg dus werk, dat me beviel. Later kwam ik, na vele andere ervaringen, op hun verzoek terecht bij twee oude dames, oud-ingezetenen van Batavia, die me vroegen, geheel gratis bij ze in te trekken, wat ik, o zo graag deed, want ik voelde me, zonder mijn fam. eenzaam en verlaten. Ze be woonden in Assem Lama een groot ouderwets huis en ik voelde me o zo gelukkig bij deze twee engelen, die God op mijn levenspad bracht. Later kwamen zoon, schoondochter en 2 kleinkinderen uit Holland op hun ver zoek zich bij ons voegen. Ach, wat een heerlijke tijd hebben deze beide oudjes ons bezorgd. Op een avond za ten de beide dames en ik alleen in de achtergalerij; alle drie hoorden we de trekker (kèrèkkan) van de emmer, die boven de put hing (de put was in de bijgebouwen) piepen, alsof iemand wa ter putte. Daar alle 5 bedienden naar huis waren, waren we verrast en wilde ik me overtuigen van dit raadsel. De dames waren erop tegen, maar ik ging toch; maar ik zag of hoorde niets. De gang was flauw verlicht, maar toch kon ik alles zien, als er iemand bezig was. Het touw, waaraan de emmer hing, was bewegingloos, dus niets wees op een gebruik van het toestel.*) Toen ik dit aan mijn buurvrouw ver telde, zei ze - maar weet U dan niet, dat het op Uw erf spookt? Gelukkig op het erf en niet in huis, dacht ik en trok me er verder niets van aan. 8 gelukkige jaren hebben wij bij deze twee schatten gewoond en later kregen we inderdaad een legaat van ze: de grondlegger van ons tegenwoordig be staan. Beiden zijn ons reeds voorge gaan. God geve deze twee engelen de eeuwige vrede. Later hoorden we, waarom onze bedienden niet bij ons wilden slapen; zij vreesden het spook. E. V. C v. Z. d. J. De knarsende put-katrol is voor ken ners van Indische bovennatuurlijke ver halen een goede bekende. We hebben ons wel eens afgevraagd hoe de put betrokken kan raken in manifestaties. Kamers, dat zou kunnen, omdat zij im mers door levenden bewoond zijn ge weest. Maar er leefden toch geen men sen in putten? -Red. SAY BAH (Chinese soep) 250 gram varkenslapjes 250 gram varkensdarmen 3 stukken tahoe 1 flinke bos sawi asin 2 tripangs (zeekomkommers) 1 vingerlengte kaneel een mespunt steranijs peper, zout en nootmuskaat naar smaak 2 eetlepels zoute ketjap reuzel Bereiding: Snijd de tahoe in kleine blokjes en bak ze in reuzel of olie. De tripang in water weken (sedoe met kokend water) en als het zacht geworden is, in stukjes snijden. Voeg nu al deze ingrediënten bij elkaar, voeg de kruiden toe, over giet het met de varkensbouillon en kook deze soep tot alles zacht is, en de krui den goed ingetrokken zijn (op klein vuur), zo nodig water toevoegen. Ten slotte kan men de smaak met Vetsin (Chinees zout) afmaken. Men kan naar verkiezing, inplaats van varkensdarmen ook hart, long of lever nemen. 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 16