SCHOTEN IN DE NACHT Mei NECTAR - essence: Extremisten hielden huis op de on dernemingen in 't zuid-Banjoewangi- sche. Vrouwen evacueerden naar Soe- rabaia, waar ze met de kinderen hun intrek namen in 't Oranje:hotel. Ook wij, uit Noord-Banjoewangi kre gen 't advies: koffers pakken, weg we zen. Maar ik was nog maar net een paar maanden terug uit Holland en voelde er niets voor. De buurvrouwen van Kali Klattak en Paséwaran, al even min. Wij bleven; achter zandzakken. En wachtten op de dingen die komen zou den. Behalve dat er zwaar gepatrouilleerd werd op 't land en in de heuvels en bossen die ons omringden, gebeurde er niet veel. Kali Selogiri lag zeer geisoleerd. De besaran en 't fabrieks-emplacement, lagen in een diepe kuil. Een makkelijk doelwit voor beschietingen uit 't bos. Een paar keer werd in de heuevls een verlaten nest aangetroffen. De sporen wezen altijd op kleine groepjes Pelo- pors; voorlopers, verkenners. De ei genlijke benden hadden 't nog altijd druk in 't zuiden. Onze wacht bestond uit niet meer dan twintig man. Maar, stuk voor stuk, goed getraind. Bovendien hadden we alle medewerking van de bevolking. Wij werkten met eigen koelies, er kwamen geen arbeiders van buiten. Als er al eens een vreemdeling kwam op 't land, werd dit onmiddellijk gerapporteerd. De mensen waren blij dat er aan de opbouw gewerkt werd. Ze liepen niet langer in karongs en arèn-vezels. Ik verzorgde zelf de distributie van textiel en ieder kreeg eerlijk zijn/haar deel. Ook niet-eigen mensen kwamen waar schuwen. Kasim, een mandoer van 't boswezen kwam buiten adem 't erf op rennen. Hij liet een briefje zien, hem in 't bos door een paar gewapende mannen in de handen gestopt. Een lijstje, van levensmiddelen en tabak, die op een bepaalde plaats gebracht moesten worden. "Anders"...een ge baar met de vlakke hand tussen hoofd en romp. Kasim durfde niet terug naar zijn kampong. Hij kreeg asyl op de onderneming. Weer werden in 't bos slechts resten gevonden. Maar enkele weken later, Kasim met een kogel door 't hoofd. Op de bos-weg tussen Kali-Klattak en ons land, werd een mandoer van K.KI. kaal geschoren. "Ga je toewan, die andjing-blanda maar vertellen, dat we gauw komen". Dit waren zo enkele incidenten. De tand des tijds, bijgestaan door miljoenen rajaps, deed op een dag, een deel van ons dak naar omlaag komen. Toen moést ik 't huis wel uit. Mèt de zandzakken die de besaran beveilig den, verhuisden we naar de gorèngan, de koffie-droogvloer op de fabriek. Waar ik me "knus" installeerde. Over dag was 't, zo dicht tegen 't zinken dak, om dood te gaan van de hitte. Dan zocht ik mijn heil in de tuin. Onder de japanse kers, als ik moe was van 't mee-wieden. Daar werden ook onze maaltijden opgediend. Tegen de avond betrok ik 't kamp op de fabriek. Door de zandzakken en veel prik keldraad, een onneembare vesting; voor mijn gevoel. Op een nacht had ik al uren ge slapen, als mijn man zich op zijn ma tras neer liet vallen. Dood-moe, na een zware werkdag en een even zware nachtelijke oefening met een deel van de manschappen. Hij viel onmiddellijk in een diepe slaap. Ik, niet zó gauw meer. En ik luisterde naar alle geluiden van 't bos dichtbij, 't Geritsel van bladeren; 't ...kri-è.è.èt ...kri-è.è.èt... van, in de wind over el kaar schuivende bamboe's. En naar nog veel meer geluiden, die ik méénde te horen. In eens...pang... Een doffe knal. Daar had je 't. Ik vloog overeind, wilde mijn man wekken. Maar dan schoot 't door mijn hoofd, wat betekende één knal? Hij zó zó moe. En als er iets was, dan sloeg de wacht toch direct alarm. Even later...beng...weer een klap. Nu stond ik zachtjes op; van 't andere bed, een sonoor geronk. Onder 't gor dijn door kroop ik naar de wacht op de hoek. Twee man; ze tuurden in de duisternis. "Apa Siama?", fluisterde ik. "Seperti soe'ara sendjata, ndoro; te- tapi.'t Was vreemd. "Djaga ka'ye be'en, Moh", voegde hij zijn kameraad toe. Blijf hier. Zelf sloop hij weg, in de richting van de "stem van 't geweer". De kant van 't rubber-rookhuis. Ik wachtte gespannen. En daar kwam hij al weer terug; met een grote grijns op zijn gezicht. "Tsk...tskkoerang adjar Tahir. Bikin takoet moesoeh, kata'nja". De stoker, Tahir, gooide stukken bamboe in 't vuur, die met een knal explodeerden. Om de vijand bang te maken. Werkelijke schoten vielen er slechts bij ongeluk. B.v. een keer met 't schóón maken van een geweer. Een andere maal, bij mij in de tuin. Altijd n.l. was er een wacht in de buurt, als ik over dag in de tuin was. Hij stond nog geen twee meter bij mij vandaan, als plotse ling een scherpe knal weerklonk. Ik herinner me, dat ik alleen maar stom verbaasd was. Uit welk bos werd er geschoten? Geen schrik, nog minder angst. Gek! Een soort fatalisme. Heeft ieder mens dat misschien in zich? Dan zag ik Salèh, mijn helpertje in de tuin, omrollen van de lach. Met de tranen over de wangen wees hij met zijn arit naar de wacht, achter me. Die stond daar met een doodsbleek, ver trokken gezicht. Of hij de situatie al uit 't rijk der schimmen bekeek. De haan van zijn geweer was aan zijn gordel blijven haken. Vlak langs zijn oor was de kogel de lucht in ge vlogen. Wat gaf 't oude Indië ons toch veel. Veel wel en veel wee; veel lief en ook veel leed...later... Belevenissen die 't leven rijker maak ten. Een boeiend leven, vol afwisseling, vol spanning. Levend. PLANTERSVROUW GROET Telefoon uit Rotterdam: "Hallo Tjalie! Apa kabar?" Telefoon van Tjalie: "Ini sapa ni, hah?" Rotterdam: "Raai maar!" Tjalie: "Apa loe gilè! Geen tijd. Ajo zeggen. Anders ik bel af!" Rotterdam: "Ini Djodji. Peppelweg. Schiebroek". Tjalie: "Djodji?!?! Bangsat loe! Ben je alweer terug uit San Paolo! Bagé mana loe!" Zo schreef Djodji ons in een kort briefje, waarin hij herhaalde wat we gezegd hadden toen hij ons opbelde. Met tot slot de verzuchting: "Hoe heer lijk klinkt zo'n groet na een reis om de halve wereld. Zo echt op z'n oud- Pèh's hartelijk ouderwets en voor meer dan 100% welgemeend! Je bent weer thuis!" Djodji (Betawies voor George) d.S. Tjalie tekent hier gnuivend bij aan: Betawies is een accent (en een taal) uit duizenden. Als je de telefoon op neemt en het eerste het beste woord al hoort, weet je uit welke hoek de wind waait: Krekot-Sawahbesar-Petje- nongan! Hoeie wind, Peh, hoeie wind! maakt U voordelig Uw tamarinde- en rozen- stroop, sorbets, gebak en zeer fijne likeuren I Vraag gratis receptenboekje bij Uw leverancier oeoÉPONeeso of rechtstreeks aan Pharm. fabriek "Phytol" - Afd. Nectar essence Goudm Mtdmlli Dm Haag 1913 Wagenstraat 129 Den Haag. 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 20