PONTOL Dienstwoningen van de officieren in het kampement Pontjol te Semarang. De volgende gebeurtenissen speel den zich af in het kampement op Pon tjol te Semarang, waar de woonhuizen der gewone officieren en die van de geneeskundige dienst zich bevonden. In 1919 kwam een 1ste luitenant apotheker met zijn jonge vrouw na eerst bij zijn aankomst uit Holland, een halfjaar in Batavia te zijn ingewerkt, naar Semarang voor de leiding van de apotheek in het militaire hospitaal. Zij kregen een dienstwoning toegewezen in het kampement op Pontjol. Daar zij geen kinderen hadden, na men ze voor de gezelligheid een hond. Het was een echte kamponghond met een lange staart, zwart, zodat hij de naam "Blacky" kreeg. Het was een lief dier, maar hij had één slechte eigen schap; hij was n.l. dol op sloffen. Zo lang hij zich vermaakte met de huis- sloffen, was er geen probleem, maar toen hij zijn activiteiten naar het kam pement ging uitbreiden, kwamen de moeilijkheden. Elke dag kwam hij n.l. thuis met een andere slof en keek zijn baas dan triomfantelijk aan. Toen er uiteindelijk 8 verschillende sloffen door Blacky naar huis gesleept waren, be gon de vrouw des huizes erover te piekeren, hoe zij die sloffen aan de rechtmatige eigenaren terug moest be zorgen. Daar zij nogal vindingrijk was, bedacht zij de volgende oplossing: op een groot presenteerblad legde zij een servet en daarop stalde zij die sloffen uit, vervolgens kwam daarover een mooi schoon kleedje te liggen. Zo la gen dan de sloffen van de lager in rang zijnde officieren broederlijk naast de sloffen van de Kapitein, de Majoor en de Overste en .voor die lagere slof fen was dat een hele eer! Nu stelde zij een briefje op met een excuus voor de veroorzaakte last en het verzoek aan de betrokkenen hun eigen slof uit te zoeken. Tenslotte kwam haar moeilijkste taak tot het op stellen van een lijstje van alle officieren in het kampement in hiërarchische volg orde. De djongos kreeg de printah kras, in volgorde van dit lijstje met het blad, waarop de sloffen lagen, langs de woningen in het kampe ment te gaan. Menige officiersvrouw zal gedacht hebben, toen zij de djongos met dit blad zag lopen: "Voor wie zou dat lekkere hapje zijn be stemd? want na het kokkerellen werd het product van de kookkunst ook op deze manier aan de andere dames aan geboden! Het hele geval heeft geen nare ge volgen gehad, maar men heeft harte lijk moeten lachen om de originele wij ze, waarop het probleem werd opge lost. In het militair kampement op Pontjol te Semarang hield één der officiers vrouwen er kippen op na met een haan. Zij kregen toepasselijke namen, zoals "Opoe" (wegens hinken), Kathrien (ba zig), Witje, Broekje (uitstaande veren), Plukje (vechtersbaas), Donsje (zachte veertjes), terwijl de haan als heerser Radja werd genoemd. De eierproduktie van elke kip werd in een werkboekje genoteerd en de kampioene onder hen kreeg dan een extra worm als beloning. Nu was het zo, dat Broekje haar ei alleen wilde leggen op een bepaalde rottanstoel in de achtergalerij. Dat ging goed, totdat op een morgen de buur vrouw een praatje kwam maken en op "haar" stoel kwam te zitten onder het genot van een kopje koffie. Broekje kwam op dat moment de achtergalerij in, vond haar stoel bezet en begon hevig te kakelen. De vrouw des huizes vroeg excuus aan de buurvrouw, en vroeg of zij op een andere stoel wilde gaan zitten, daar de kip haar ei alleen op die bewuste stoel wilde leggen. Dat gebeurde onder grote vrolijkheid. Broekje legde vlot haar ei en kreeg een extra grote worm tot beloning. In datzelfde kampement hielden de officieren van de geneeskundige dienst sommige avonden een koempoelan aan huis bij één van hen. Zij zaten dan gewoonlijk in de ach tergalerij, terwijl de resp. echtgenoten zich met elkaar vermaakten in de voor galerij en erop toe zagen, dat de djon gos hun echtgenoten van voldoende koele dranken voorzag. Flitsen van het gesprek uit de ach tergalerij bereikten de dames en het leek, of zij telkens hoorden vloeken. Na afloop der koempoelan zei dan ook de vrouw des huizes verwijtend tegen haar man: "Waarom moesten je lui zo vloeken?" "Hoe zo", vroeg haar man, niet begrijpend. "Nu, ik hoorde telkens g.v.d.l" "Maar vrouwtje", zei hij lachend, "we hebben helemaal niet gevloekt, maar spraken over de M.G.D. en de D.V.G., dat zijn de afkortingen voor resp. Militaire Geneeskundige Dienst en Dienst Volks Gezondheid". De officieren hebben er nog lang pret over gehad. K. J. E. Kimmijser DENK AAN DE COLLECTIES VAN MUSEUM BRONBEEK! Op verzoek van de beheerder van het Museum Bronbeek, dat over unieke collecties uit Indonesië beschikt, bren gen wij het volgende onder de aan dacht van de lezers. Het is bekend, dat velen met hun verzameling Indische voorwerpen geen raad meer weten en overwegen deze van de hand te doen. Het museum Bronbeek dat nog steeds uitbreiding van speciaal ethnografische voorwer pen beoogt, houdt zich hiervoor te allen tijde gaarne aanbevolen. MOESSON BOEKHANDEL TONG TONG ƒ4,15 0,40 porto 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 16