LANGS
TIJGER
PADEN
HET GELUK VAN HETJAGEN
HARIMAU!
Lex Denninghoff Stelling
moessQn
"De jacht behoort tot het zuiverste repertoire
van het menselijk geluk"
JOSé ORTEGA Y GASSET
Inheemse jachtverhalen, door een Minangkabauer verteld.
II) VAN EEN KONINGSTIJGER,
DIE ZICHZELF BEVRIJDDE
Geheel anders onderging een "men
seneter" zijn noodlot in kampong Sen-
sayo, waar hij talrijke mensenslachtof
fers had gemaakt. Sang Harimau was
tenslotte in de val gelopen en wel in
een ijzeren klem, met zijn rechterach-
terklauw. Maar hij was toen nog zo
sterk, dat zijn gebrul van pijn overal
werd gehoord. Op dat gehuil afgaan
de verzamelden zich de kamponglieden
en maakten zij zich gereed met speer
en enkele geweren, om hun gevreesde
vijand te doden.
Ook de controleur en Dr. Hakam
werden toen uitgenodigd om mee te
komen en mede het wilde dier te ko
men vernietigen.
Enige marechaussée-soldaten volg
den ook naar de plaats waar de tijger
nog steeds brulde. Doch, vóórdat de
hele troep de klem bereikte, was de
tijger er niet meer, want hij had de
benen genomen, gedeeltelijk tenminste.
Want wat overbleef in de klem was
slechts de top van zijn rechterachter-
klauw en een grote plas bloed.
De tijger had dus zijn klauw met zijn
tanden afgebeten en zodoende zichzelf
bevrijd en daarna weer de vrijheid ge
zocht.
Het bloedspoor gaf echter de weg
aan, waarlangs hij gevlucht was. Met
jachthonden werd hij daarop gezocht
en opgejaagd, om pas tegen de middag
omsingeld te worden. De tijger had
zich verborgen in een grote bamboe
stoel, maar enige geweerschoten daar
op afgevuurd, veroorzaakten, dat hij
eruit kwam en zich daarbij vertoonde
om te proberen deze omsingeling te
verbreken.
Eerst greep hij daarbij een man, die
slechts met een klewang was gewa
pend, maar hij had gelukkig geen ge
legenheid hem te doden. Andere jagers
kwamen nu te hulp, maar ondertussen
was de tijger naar een andere plek
gevlucht, maar ook daar wachtten hem
weer enige met geweren gewapende
soldaten. Enige van hun kogels raakten
zijn lichaam, maar de tijger was nog
niet geveld, integendeel verbrak hij de
vijandelijke omsingeling door over de
troep van schietende soldaten heen te
springen.
Toen soldaat Sardan daarbij juist nog
besprongen werd en deze in zijn ze
nuwachtigheid eerst niet wist wat te
doen, stak hij maar de loop van zijn
geweer in de muil van de tijger, daarbij
al schietende. Hijzelf werd toen het
struikgewas in geslingerd en was enige
ogenblikken buiten bewustzijn. Maar
toen hij weer bijkwam, zag hij tot zijn
verbazing, dat Sang Harimau omgerold
op zijn zijde lag, dood.
Sardan zelf was gedeeltelijk aan zijn
gezicht gewond, maar zijn leven lang
zou hij later die dag herinneren als de
schitterendste van zijn hele soldaten
leven!
De kameraden van Sardan bleken
zeer verwonderd door het gedrag van
hun collega en droegen hem op hun
schouders juichend naar het ziekenhuis
van Dr. Hakam, waar hij behandeld en
verbonden werd.
En zo werd dus eindelijk de dappere
menseneter toch verslagen.
De gewonde Maleier met de klewang
van zo straks werd door Dr. Hakam
gedurende twee uur geopereerd en
verliet na twee weken weer gezond het
ziekenhuis.
III) DE HOESTENDE TIJGER
Een eigenaardigheid van de konings
tijger is, zegt Dr. Hakam, dat hij als
een oude aambostige man kan hoes-
Sterk verlaagd in prijs
Thans slechts f 4,incl. porto.
ten hetgeen een teken is, dat hij zich
naar zijn jachtgebied begeeft.
Wat de reden van dit hoesten is,
heeft eigenlijk niemand kunnen verkla
ren, maar het vermoeden van de kam
ponglieden is, dat hij zo zijn jachtronde
begint.
Als zij dat midden in de nacht horen,
wijst het erop, dat Sang Harimau pas
het dorp rondtrekt en dan onderzoekt
of er ook een deur van een stal voor
geiten, kippen, of zelfs runderen open
staat.
Dr. Hakam herinnerde zich, dat hij
eens met enige vrienden op de loer
lag voor herten op een pad, dat vaak
werd "gewisseld" door herten, die naar
de ladang gingen, om daar voedsel te
zoeken en dat lag aan de rand van
een uitgestrekte rubbertuin.
Terwijl ze op een grote boomtak
wachtten boven het pad, passeerde
een aantal luidruchtige kampongbewo
ners.
De mogelijkheid bestond nu, dat
wanneer de dorpslieden doorgingen
met lawaai maken, zoals tot nog toe, de
opgewachte herten in het bos niet meer
tevoorschijn zouden komen, vooral ook
omdat zij een heel fijn gehoor bezitten,
behalve hun goede reukzin.
Om die lawaaitroep zo snel mogelijk
te doen verjagen, begon hij onmiddel
lijk het hoesten van Sang Harimau
nauwkeurig na te doen. Zo goed lukte
dat, dat de andere jagers bijna uitbarst
ten in lachen, toen zij het hoorden.
Maar de passerende kamponggenoten
waren toen niet zo vrolijk meer, in
tegendeel, ze keken links en rechts en
fluisterden toen: "dat is het geluid van
"injik", "injik"! Waar is ie? Ajo, laten
wij iets vlugger gaan lopen". Dat iets
vlugger lopen bleek tenslotte hard lo
pen en niet lang daarna waren die
dorpsgenoten niet meer te zien of te
horen. Toen begonnen zij in de boom
pas hard te lachen.
SLOT
Ten slotte nog enkele opmerkingen
van Dr. Hakam, die ik hier en daar
verspreid vond in het boek over tijger
manieren en zo:
1) Als een tijger eenmaal weet, dat de
mens het zwakste schepsel is en niet
hard kan lopen, dan zal hij geen an
dere prooi zoeken dan de mens, en zo
wordt hij een "menseneter".
Maar als de dorpslieden en jagers ho
ren, dat er weer zo'n menseneter is
opgestaan, dan wordt met alle inspan
ning getracht, om hem te doden, b.v.
met vallen en klemmen, soms ook al
leen met speren.
2) Soms hoorde Dr. Hakam, als hij met
zijn vrienden op de hertejacht was, een
jankend geluid als een hertekreet, maar
toch anders dan van een hertebok. Dat
was dan een tijger, die probeerde op
die manier een hinde te lokken. Op
zo'n nacht hadden de mensen echter
op de hertejacht geen geluk, volgens
het geloof der ouden.
lees verder pag. 19
17