^Pióancf 3^Ciutuk
als een soort sport beschouwd. En het leverde soms heel
wat sensatie op, Ik ben eens zo brutaal geweest in het
middaguurtje op 10A in te breken. We werkten daar moet
U weten, bij de Japanse automobieldienst. Daar stonden
grote goedangs waar auto-onderdelen op rekken stonden.
Voor deze rekken hingen grote zware gordijnen van 10 m2.
Een zo'n gordijn bracht 250 gulden op. Ik heb daar 's mid
dags enige sloten geforceerd en wist 2 gordijnen te be
machtigen, welke ik met enige vrienden binnenbracht.
Op de buik gesnoerd en in het etensblik. We hadden
de gordijnen n.l. in banen van 1 meter gescheurd. Een
volleerd inbreker was er niets bij. Maakt U zich geen zorgen
hoor, NU ben ik weer eerlijk. Joop en ik leefden er ruim
van en het was m'n grootste genoegen om hem te zien
eten. Hij had het nodig want hij was in Siam, net voor
onze aankomst in Saigon, erg ziek geworden. Wij hadden
het best naar onze zin. Eind juni raakten we door het geld
heen. We waren "blut" en tot overmaat van ramp moest
ik met een tweede tropenzweer het hospitaal in. Ik genas
in 14 dagen, maar kreeg toen door vitaminegebrek uitslag
aan armen en benen. Ook hiervan genas ik spoedig.
1 September werd ik uit het hospitaal ontslagen en de
ontmoeting met Joop was allerhartelijkst. We waren een
maand van elkaar geweest. Ik sloot toen met enige vrienden
een "handelsovereenkomst". Dat ging zo: We waren met
vier man, waarvan er drie in het kamp alles wat goed was,
kochten. Jassen, broeken, hemden, klamboes, enz. Ik bracht
die dingen naar buiten en verkocht ze op het vliegveld.
Aangezien ik de minst bange was, nam ik dat deel van
het werk graag op me. Als ik 's avonds met de "buit" thuis
kwam was er voor koffie, brood en eieren gezorgd en ik
kon doen wat ik wilde. M'n collega's sjacherden en kochten
en ik bepaalde soms alleen maar de prijs. Natuurlijk waren
er meer "handelsvennootschappen" en dus was de con
currentie fel. Er zijn zelfs vergaderingen belegd om de
belangen van het "handelsgilde" te behartigen en vaste
prijzen voor verschillende goederen vast te stellen. Er
waren "grote kangs" met duizenden guldens of piasters
bedrijfskapitaal, maar ik was maar een klein handelaartje
met enige honderden piasters. Je zou toch zo zeggen,
dat het goed eens op zou raken, maar het raakte niet op.
Buiten werd veel gestolen en dat werd naar binnen ge
bracht, dat weer gekocht werd om het dan weer naar buiten
op het vliegveld te verkopen aan de Anamieten. Er was
wel een hoop risico verbonden aan het verkopen van de
rommel. Ten eerste werd je 's morgens voor je de poort
uitging gefouilleerd. Alles moest dan zo onzichtbaar en
onopvallend mogelijk weggemoffeld zijn. Dan ging je op
de auto naar 3A, het vliegveld dat bijna geen grenzen had.
Aan de randen van dit veld lagen kampongs en daar moest
je de barang zien te verkopen. Als je er eenmaal was, ging
het vanzelf, maar je moest wel goed oppassen, want anders
trokken de Anamieten het uit je poten.
's Middags hadden de rust van 12 tot ongeveer half drie
op een schaduwrijk plekje ergens in het midden van het
terrein, vlak bij een startbaan.
Nu was het zaak om van daaruit ineen bosje te komen
dat ongeveer 300 meter ver weg lag en alleen te bereiken
was over practisch open terrein. Als je eenmaal in dat
bosje zat, moest je een brede weg oversteken naar weer
een ander bosje en 200 meter verder naar een andere weg,
waar je vlak bij een kruispunt moest overseken. Hier stond
een Japanse wacht. Ik heb soms behoorlijk in m'n rats ge
zeten, dat kan ik U vertellen!
Maar als ik de Jap verschalkt had en ik was in de kam
pong, dan liet ik meestal een flesje bier aanrukken, want
dat ging toch van de winst af.
J. van der Schot
(Wordt vervolgd)
Vervolg van "Harimau"
Misschien wel de tijger?
3) Er bestaat een Maleise spreekwijze
of "pepatah";. "Gajah mati meninggal-
kan gading, harimau mati meninggalkan
belangnja!"
"Een dode olifant laat zijn ivoren slag
tanden achter, een dode tijger zijn ma
gische kracht".
Tammat.
Samudradatta
Naschrift.
In zijn boek getiteld: "Als jong con
troleur in Indië" (1896-1897) schreef de
resident H. T. Damsté als een staaltje
van wat men zou kunnen noemen "de
tijger in het volksgeloof" van de Mi-
nangkabauers het ondervolgende:
"Als buiten in het donker de gil weer
klonk van de "rimau", kwam het ge
sprek op den tijger en diens vele "il-
moes" (geheime leren). Alle dieren-
stemmen wist hij na te bootsen en van
de kat had hij leren schermen. Maar
één kunst had poes hem niet willen
leren n.l. om hardlopend inééns een
boom in te schieten. Dat had bij de
sterke leerling kwaad bloed gezet.
Sinds had de kat zich in acht te nemen
voor den tijger en de kunst waarvan
hij het monopolie had bewaard, kwam
haar nu best te stade.
De tijger stamde af van Mohameds (De
Profeet) schoonzoon, Baginda Ali en
had te waken tegen diefstal en over
spel, dus was hij gevaarlijk voor wie
's nachts hun woning verlieten en ook
strafte hij het uitbreken 's nachts van
vee uit stal of kraal".
Een speciaal verhaal ging over een
vrouw, Si Kambang Oerai, echtgenote
van Si Toelah, die uit haar huis was
weggelopen naar het bos. Daar werd
zij aangetroffen weken later, zittende
aan den oever van een bosbeek, in de
Rimba Sari, terwijl drie tijgers rustig
om haar heen liepen.
Na gemaakt geraas, door de mannen,
liepen de tijgers weg, maar de vrouw
bleef zitten.
Toen zij verrast werd was zij juist
bezig springlessen te nemen van de
tijgers en zij zag er ook al vrij tijger
achtig uit: behaard, gesnord en weinig
gekleed.
Steun voor de juistheid van deze
beweringen bleef ontbreken. Maar wie
vroeg bewijzen? Men geloofde. Dat een
mens tijger werd, was dat nu zo bij
zonder?"
Aldus mijn oude vriend H. T. Damsté.
Samudradatta
Dat deze vrucht geneeskracht bezit
is slechts aan heel weinigen bekend
en terwille van de maaglijders en men
sen, die darmklachten hebben wil ik
deze voortreffelijke medicijn beschrij
ven.
Ikzelf ben als KREEFT een doorlo
pende maaglijder en tot tweemaal toe
ben ik door deze voortreffelijke medi
cijn genezen.
Het recept is van mijn onvergetelijke
kindermeid "Nenek Uwan" "grijs
grootmoedertje, die op zeer hoge leef
tijd te Modjoagung stierf en die bij elk
werk wat ze deed de Mohammedaanse
geloofsformule uitsprak "Bsm' lllah La
illa lah!"
Het recept:
Hiervoor neemt men 3 rijpe en 3 on
rijpe klutuks, welke laatste me^ schil
en al werden "geparut" en vervolgens
met de 3 rijpe vruchten samen fijnge
wreven. Dit mengsel werd in een ku-
kusan "gedang" (gestoomd) en na ver
loop van ongeveer 10 min. door een
fijne doek gezeefd.
Dit vruchtsap zonder toevoeging
van andere kruiden werd 1 nacht
in de buitenlucht bedauwd (geëmbun)
en 's morgens bij een nuchtere maag
de patiënt te drinken gegeven.
Na 1 week reeds trad herstel in
en bleven de maagkrampen uit.
Het is een oud beproefd recept, maar
doordat deze pisangsoort hoe langer
hoe zeldzamer werd geplant, moest de
ze medicijn wijken voor de meer popu
laire "djampi Ussus" en "seriawan-
producten". Maar voor de mensen in
de jungle moge het enig nut hebben,
hetgeen ik hen ook van harte toewens.
W. F. W. Schardijn
19