De Philippijns-Amerikaan
ER ZAL ALTIJD EEN IDENTITEITS CRISIS ZIJN.
door Prof. FRED CORDOVA
Tijdens mijn laatste bezoek aan de Verenigde Staten bij ouwe sobat Remy van
Hout logerend, kreeg ik inzage in een juist in die dagen verschenen artikel in
"The Seattle Times", dat mij enorm interesseerde. We belden de schrijver, Fred
Cordova, professor aan de Universiteit van Seattle, op en kregen prompt een af
spraak "any time". We gingen meteen de volgende dag naar "Seattle U" (spreek
uit: "joe") en het gemak waarmee we als wildvreemden toegang kregen tol deze
prof., was voor mij alweer een verrassing.
Hoogleraren in Europa zijn nog steeds met een aura van deftigheid en zelfs
ongenaakbaarheid omgeven. Deze prof ontving ons zonder jas, alleen in cyclaam-
kleurig overhemdkraag en das los, gemoedelijk en gezellig achteruit zittend aan
zijn bureaustoel, één been over een stoelleuning. Kortom, net als een goede sobat
in Indi'è ons in zijn achtergalerij of bij de koffieboer zou ontvangen, maar met ons
gesprek stortten we ons meteen in al die zéér diepgaande) discussies, die overal
ter wereld gevoerd worden tussen intelligente men.gbloeden, die hun ethnische,
sociologische en politieke identiteit scherper en "eigener" zoeken te bepalen.
Zulk soort gesprekken heb ik nl. ook gevoerd met Eurasians, Anglo-Indians en
toevallige kennissen uit andere landen, ivaar veel mengbloeden leven. En zoals de
lezer merken zal, zijn in bijgaand artikel heel wat uiteenzettingen en zienswijzen,
die ook voor de Indo gelden. Wij kunnen ze lezen met of zonder interesse, maar
leren er in elk geval uit dat een groot aantal ethnische problemen de wereld van
morgen per sé zullen helpen veranderen. Ook al staan wijzelf zoveel mogelijk aan
de kant.
Uit bijgaand artikel zult U begrijpen dat prof. Cordova het probleem van de
Filippino ziet als één van de vele identiteits-crises die in de laatste tijd opstootjes,
revoluties en oorlogen veroorzaken over de hele wereld. Er zijn in de "establish
ment", (ELKE establishment)structuurfouten die de nieuwe generaties proberen
te corrigeren.
Ook het grootste conflict: tussen de vorige generatie en de moderne jeugd, is
een Identiteits Crisis. Negers willen niet als lager geklassificeerde burgers beschouwd
worden omdat zij zwart zijn (en zwart lelijk). De nieuwe neger wil zijn vol
waardigheid niet laten afhangen van zijn kleur (hoe lichter huidskleur van de
neger, boe acceptabeler hij is). Dus iverd zijn nieuwe identiteits-strijdkreet: Black
is Beautiful (zwart is mooi!). En de Filippino wil niet gezien worden als Amerikaan
(al zit hij nóg zoveel generaties in de U.S.), want als gekleurde Amerikaan wordt
hij tóch achtergesteld door zijn blanke mede-burgers.
Hij bepaalt zijn nieuwe koers op eerlijker ivaarheden: de Filippino is BRUIN,
hij is van Maleise herkomst, hij is een rijst-eter, hij heeft een eigen stel van smaken,
moraliteiten en cultuurwaarden, die, al zijn ze niet Amerikaans, in geen
enkel opzicht lager staan dan de Amerikaanse en dus met recht eer
biediging verdienen. Men mag hem spottend "Pinoy" noemen, maar hij is kop
piger dan ooit tevoren wat hij is, en accepteert kalm die spotnaam als een erenaam.
Hij heeft vele typische eigen Filippino-waarden, die leerrijk en nuttig zijn voor andere
ethnische groepen, en wil ze dus per sé bewaren en helpen uitdragen. De Ame
rikaanse Filippino wordt in de laatste tijd in zijn hestaansstrijd geholpen door
tientallen Filippino "Grote Boengs", zoals hoogleraren, grote ondernemers, gegra
dueerden Op elk gebied, sport-kampioenen, enz. enz., dus voelt de Filippino "kleine
boeng" zich niet langer in de steek gelaten en sluit de ethnische groep zich hechter
en constructiever aaneen.
Een opstel waarin de Indo-
Europeaan vele facetten van zijn
eigen problematiek terugvindt.
Veel Amerikanen en niet alleen blan
ken, kennen de Philippino's niet en
verrassenderwijs schijnt het dat de
Philippino's zichzelf ook niet kennen.
Er zijn twee voor de hand liggende
redenen: het in de blanke maatschappij
ingewortelde racisme en het feit, dat
de bruine mens, wat zijn identiteit be
treft, aan geheugenverlies schijnt te lij
den.
Ja, BRUIN!
In tegenstelling tot een veelverbreid
misverstand, is de Philippino geen oos
terling, zoals zijn Japanse en Chinese
broeders van het gele ras, hoewel zijn
voorvaderlijk land een archipel is van
meer dan 7000 eilanden in Zuid-Oost-
Azië, genaamd de Philippijnen.
De Philippino is van Maleise origine,
zoals de Indonesiër en de Maleisiër. In
tegenstelling tot nog een andere legen
de, spreekt hij inderdaad vloeiend
Spaans, maar, naar gelang van zijn
stam, maakt hij zich bovendien ver
staanbaar door middel van ongeveer
87 voornaamste dialecten een Ma
leis polyglot van Spaanse, Arabische,
Sanskriet, Chinese en zelfs Engelse
woorden. Maar de voornaamste voer
taal, zowel hier als in het buitenland is
Engels.
In het openbare leven, in de statis
tiek en zelfs visueel, is de Philippino
altijd verborgen als zelfstandige een
heid in Amerika. Hij behoort tot een
minderheid in een minderheid.
Jarenlang viel hij onder de statisti
sche categorie: "Oosterlingen en an
deren". Toen het Chinese en Japanse
element duidelijker zichtbaar was ge
worden, werd de Philippino overge
bracht naar de categorie "Indianen en
anderen".
In een onderzoek door het Dept. van
Voorlichting naar de ethnische her
komst van Amerikaanse burgers, raak
te de "wees" Philippino zelfs deze
quaiificatie "anderen" kwijt en werd
weggemoffeld in de rubriek "met
spaanse familienamen".
De Philippino is een zeldzaam en
mooi menselijk wezen.
Als de Amerikaanse volkstelling van
1970 hem niet in zijn overzicht ver
meldt, bestaat de mogelijkheid, dat hij
sociologisch uitgestorven is. Inderdaad
wordt een Philippino gemakkelijk aan
gezien voor een Japanner, een Chinees,
een Hawaiiaan en zo nu en dan voor
een Indiaan of Mexicaan.
Inderdaad kan er een relatie bestaan
met deze ethnische groepen, door ui
terlijke of culturele factoren, en/of hu
welijk door zijn kinderen. Er zou ook
een relatie ontdekt kunnen worden met
de negers vanwege zijn huidskleur en
gelijksoortige smaak b.v. wat betreft
muziek en een relatie met de blanken,
omdat de Philippino, hoewel hij phy-
siek en cultureel tot het Oosten be
hoort, westers is door zijn religie, op
voeding en levensgewoonten.
"Ik heb altijd geworsteld met het
identiteitsprobleem", zegt Val M. Laigo
(40) assistent hoogleraar van de kunst
faculteit aan de Universiteit van Se
attle. "Eerst was ik Maleis-Philippijns,
toen Spaans-Philippijns, vervolgens
Amerikaans-Philippijns. De laatste tijd
is het weer Philippijns Amerikaans.
Maar één feit blijft constant: mijn ou
ders, mijn kinderen, en ikzelf stammen
allen van Adam en Eva af. In de defi
nitieve samenvatting vermoed ik, dat ik
Negrito-Maleis-Indo-Chinees, Spaans,
Amerikaan-Japans-Philippino-Mexi-
caans..menselijk zal zijn!"
Zwierig, gastvrij, tegemoetkomend,
vriendelijk, innemend, al deze eigen
schappen schijnt de geassimileerde
Philippino naar uiterlijk voor de blanke
te bezitten maar gewoonlijk niet voor
zijn eigen soort en andere donkerge-
tinte broeders.
Aan de Noord-West kust van de
Pacific is hun maatschappelijk leven
zeer eensgezind, zoals blijkt uit de ein
deloze reeks feestmaaltijden, dans
avonden, parties en schoonheidswed
strijden, huisfuifjes.
"Onze ouders hebben zich ermede
tevreden gesteld deel uit te maken van
de zwijgende meerderheid", zei een
andere Philippijns-Amerikaan, Robert
N. Santos, (36), lid van de Human
Rights Commission van Seattle en pre
sident van de Catholic Interracial Coun
cil van Seattle.
"Het vagevuur is geschapen voor de
meerderheid, die niets doet en die in
geen geval moeite zal doen om pro-
6