Jristina Flores parmsüta Rams AifrBöo !>iofi Bétiïtëz Jose Anton'ü blemen als minderwaardige werkgele genheid en begrip voor minderheden, speciaal de onze, te onderzoeken. On ze jonge Philippino's schijnen alleen aan zichzelf te denken, hoe aardig ze in de ogen van anderen ook zijn. Ze kunnen er net zo aardig uitzien terwijl ze meelopen in een demonstratie om de druiventeelt te boycotten. Anthony Ogilvie Jr. (24), leraar so ciale studies aan de Blanchet High School zei: "Het is makkelijk te begrij pen waarom er bij de meeste Philip pino's een sterke tendens is om de situatie te accepteren en om te berus ten in het bijzonder lage peil van het geen ze in onze maatschappij hebben bereikt. "De Philippino's hebben juist 400 jaar kolonisatie onder Spanje en de Verenigde Staten achter de rug. In deze onderworpen positie heeft het de Philippino's, evenals de negers, histo risch ontbroken aan enig verlangen om méér te bereiken dan hun koloniale weldoeners. Men lette slechts op het geringe aantal Philippino's, dat naar college gaat en het nog lagere aantal van hen, dat vooraanstaande posities bekleedt of op een bepaald gebied uit blinkt. Het is duidelijk, dat we onze rol goed geleerd hebben". Laigo, Santos en Ogilvie vertegen woordigen een nieuw soort Philippino- Amerikanen. Ze groeiden op in Seattle en waren bezield met een heilige wed ijver om mee te dingen in een veel "be Philippine) is een zeldzaam en mooi menselijk wezen"aldus Fred Cordova. We voegen enkele portretjes hieraan toe, geknipt uit 'n programma van het Philippijnse folklore- gezelschap dat destijds tournee's maakte om de hele wereld. Overal waar dit gezelschap niet zijn zang, muziek, dansen en ethnische kleder drachten optrad, voelden toeschouwende Indo's zich letterlijk thuis, omdat vele Indonesische cultuurkenmerken direct herkend werden, maar toch actueel Philippijns-folkloristisch waren. Nevenstaande rij portretten was geknipt uit een volle portrettenpagina. Door een jout van de clichemaker zijn de namen der onderste twee personen weggelaten. Het zijn Alberto Liwanag en Jaime Pabalandie direct herkend worden als Menadonees-verwant. Verder waren er ook namen als Jesus Tan en Maria Lim (Chinese oorsprong)Tirso Ynciong (Vietna mees), Yabut (Malaysisch), enz. waaruit de veelsoortige afkomst van de Philippino blijkt EN WAAROP HIJ TROTS IS, terwijl me nige Indo met zijn bruine vel het liefst in zo blank mogelijke kruising zou willen weg vluchten. Wat die bruine huid betreft, niet alleen streven alle Noord-Europeanen in de zomer naar een zo bruin mogelijke huid, ook in Amerika is dit het geval en er zijn overal verspreid reclame-affiches (zo groot als de grootste bioscoop-affiche) van "bruin-zonder- zon"-olie van een bepaald merk, dat als slogan voert: Bruin Is Mooi. We vragen ons dan toch weer in verbijstering af, waarom zoveel "bruintjes" wit willen worden, en blanken discriminerende spotnamen hebben voor ge kleurde mensen...het is betoel de gekke, om gekeerde wereld! belovende Amerikaanse maatschappij. Er zijn allerlei soorten Philippino's met tegenstrijdige opinies onder de naar schatting 9000 aan de Noord-West kust en de 6000 van Seattle en omstreken en geen van hen kent persoonlijk alle andere Philippino's of heeft maatschap pelijk omgang met hen allen. "Pinoys", zoals Philippino's in de Volksmond he ten, kunnen ruwweg in vier hoofdgroe pen ondergebracht worden: 1. De "eerste generatie" zij, die hier (in Amerika) permanent wonen sinds de late 20-er jaren en begin 30-er jaren en die de Amerikaanse levensgewoon ten hebben, aangenomen en de Philip pijnse taal hebben behouden. 2. De "tweede generatie" de in Amerika geboren kinderen en kleinkin deren, die noch het land van hun va deren hebben gezien, noch enig Phi- lippijns dialect hebben leren spreken. 3. Degenen, die kort na de Tweede Wereldoorlog gearriveerd zijn meestal oorlogsslachtoffers en vetera nen en hun gezinnen, die vergeten Philippijnse goede manieren meebrach ten. 4. De nieuwe immigranten in meer derheid jonge vaklieden, van wie een groot aantal naar de Philippijnen hoopt terug te keren. In hoge mate verdeeld als zij zijn door verschil in taal en verschillen in levenshouding, naar gelang de stam waartoe zij behoren, hebben de in de Philippijnen geboren volwassenen zich alleen al in Seattle in zo'n 35 verschil lende organisaties ondergebracht. Er bestaat een populair "Pinoy" ge zegde: "Breng twee "Pinoys" bij elkaar en je hebt al een vereniging". Daar vandaan ook de felle disputen, niet ter zake doende verdeeldheid en twisten bij die grote "Pinoy" sport: de strijd om het leiderschap. Philippino's hebben geen sterke eco nomische, politieke of sociale basis. Er is gebrek aan gekozen topfiguren, practiserende juristen en doctoren, za kelijke en industriële leiders enz., om een solide plaats in de sleutelposities van de Amerikaanse maatschappij in te nemen. Toch is er ondanks hun schijnbare geduld en wachten en ho pen op enige erkenning van de zijde van blanken en negers een bewe ging gaande van een "politiek van zelf behoud", veel gelijkend op de houding van de oosterlingen in het Westers koloniale kader van weleer. Die komt neer op het "cultiveren" van "super- Philippino's" schrander, ijverig, goedgemanierd, volgzaam, vriendelijk en academisch geschoold om met suc ces te wedijveren in betrekkingen, bij het onderwijs en andere bestaanskan- sen. "Bij de Philippino's in Seattle, die een beroep uitoefenen", zei Mrs. Ro- sario de Gracia, "hebben verpleeg sters er toe bijgedragen om het beeld van de Philippino te verbeteren". Deze 39-jarige assistent docente in de ver pleegkunde aan de Universiteit van Seattle voegde eraan toe: "Bij hun werk in diverse ziekenhuizen, kregen de Philippijnse verpleegsters gunstige beoordelingen zowel van de directie als van patiënten over het feit dat ze efficiënt, ijverig en toegewijd hun werk verrichten". Het succes komt langzaam voor deze verpleegsters en voor hen, die in een ander beroep werken en goed ge schoold zijn. Maar er is veel zorg voor anderen die niet weten, hoe ze vooruit moeten komen in de Amerikaanse maatschap pij. Ze moeten een duwtje krijgen en dit moet, gezien de machtsverhoudin gen, vooral van blanke zijde komen. Veel blanken, en ook anderen, be seffen niet, dat Philippino's tezamen met hun Aziatische broeders, werkelijk gediscrimineerd worden, eenvoudig, omdat ze allen aangeduid worden als "eens behoord hebbende tot de zoge naamde vervolgde minderheden". Wat moet een minderheidsgroep zich allemaal laten welgevallen, voordat ze beschouwd wordt als "vervolgd", zal men zich afvragen? Gene Navarro (64) voorzitter van af deling 37 van de Internationale Unie van Kust- en Veemarbeiders, zegt, dat er ongeveer 150.000 Philippino's op het vasteland van de Verenigde Staten waren, voordat de Philippijnse immi gratie verboden werd door de wet van lees verder pag. 15 1

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 7