PEH TJUN door: Nio Kiem Soei Bijgaand artikel kregen wij toegestuurd en vonden wij zo aardig, dal wij beslo ten het in dit nummer te plaatsen, on danks het feit dat het nu oktober is en Peh Tjun in mei valt. Hoewel Peh Tjun in Indonesië allang niet meer in het openbaar gevierd wordt, zal het gebruik in familiekring wellicht nog in ere worden gehouden. Vandaag is het Peh Tjun. Vele Chi nese huisvrouwen en jonge meisjes zullen thuis de laatste dagen druk be zig geweest zijn met het uitzoeken van de korrels gewone rijst uit de beras ketan (kleefrijst) om zuivere ketan te krijgen voor de bereiding van de bah- tjan, de pyramidevormige koek van kleefrijst verpakt in bambubladeren samengebonden met een dun touwtje zeegras. Die bah-tjan is namelijk een traditioneel gerecht op Go Gwee Go Djit, dat is de vijfde dag van de vijfde maand van de Imlik jaartelling. Deze dag noemt men Pehtjun. Men vertelt, dat in 290 v. Chr. de staatsman en befaamde literator Chu Yuan op die dag zelfmoord pleegde door zich in de Milo-rivier te werpen. De aanleiding hiervoor was het vertrek van de hertog van Chu, ondanks de smeekbeden van Chu Yuan om dat niet te doen, naar Chin tijdens de Chu- Chin oorlog. Chu Yuan was hierdoor zo radeloos geworden, dat hij besloot zijn hertog trouw zijnde zich van het leven te beroven. Hij gooide zich aan een grote steen in de rivier en verdween in de diepte. Op het bericht van het verdwijnen van Chu Yuan zocht men de hele rivier af om zijn stoffelijk overschot te bergen. Tevergeefs ech ter. Ook het uitstrooien van rijstkorrels in de rivier om het lijk van Chu Yuan terug te roepen had weinig gebaat. Uit eerbied voor Chu Yuan gooit men tot heden ten dage bah-tjan in de rivier op de ochtend van Peh Tjun. Voor het geval er geen rivier in de buurt is, maar wel de zee, vaart men de zee op en gooit wat bah-tjan in het water. Vooral de nabestaanden van personen, die op zee of bij overstromingen zijn omgekomen, zullen deze traditie ge trouw vervullen. Naast de algemene nagedachtenis aan Chu Yuan offert men dus hierbij tegelijk aan de ziel der in het water omgekomenen. In Tangerang waar zich veel Chine zen hebben gevestigd wordt elk jaar op Peh Tjun de Tjisedane druk beva ren. De prauwen, die de rivier opvaren worden speciaal versierd. Men noemt ze perahu naga of drakenprauw. Peh Tjun is dus meer een feestdag gewor den dan een rouwdag. In Oost-Java wordt Peh Tjun ook nog wel gevierd, dat wil zeggen men offert bah-tjan aan de voorouders en men eet dus op die dag bahtjan thuis. Bezoe ken aan rivieren of aan zee ontbreken echter. In Makassar waar de dichtstbij gele gen noemenswaardige rivier, de Kali Berang, toch nog altijd een paar kilo meters buiten de stad ligt, gaat men liever de zee op met zijn bahtjan. Wel is er een "riviertje" ten noorden van de stad gelegen, de Tello, maar men gaat daar liever niet heen. Die is na melijk niet al te schoon en de omge ving met de vele tuakwarongs, is ook bepaald niet aar,trekkelijk om met Peh Tjun daar bahtjan te gaan uitwerpen. Voor de in Medan wonende Chine zen is Pantai Tjermin de aangewezen plaats om bahtjan in zee te gooien. In Makassar noemt men de bahtjan kué tjan en de met varkensvlees ge vulde bahtjan wordt eenvoudig kué tjan babi genoemd. Men heeft namelijk twee soorten bahtjan. De zonder vlees gevulde bah tjan wordt met gula pasir (kristalsui ker) of met opgekookte verdunde gula Djawa (bruine suiker) gegeten. Het om de bahtjan gebonden stukje touw van zeegras dient niet alleen om de bah tjan bij elkaar te houden, maar ook om de bahtjan in stukjes te "snijden". Van dat stukje touw maakt men namelijk een lusje en met dit lusje trekt men Als de oogst binnengehaald is en de sawah na een lange rust u eer omgeploegd wordt en onder water gezet voor de nieuwe bibit, dan is het "speeltijd" voor de bèbèks, die echt genieten van deze "grazige modderweiden" De sawah-terrassen op de achtergrond, een karbouw en een vulkaan, en klaar is het "Indonesisch portret", waar wij eigenlijk veel te weinig interesse voor hadden, omdat in het leven van de Indonesische bèbèk onze gedach ten meestal alleen bij de "telor asin" bleven staan (Foto: E. v. Haasen-Boer) door de bahtjan, zodat de koek in plak jes wordt verdeeld. Daar de bahtjan van kleefrijst is gemaakt moet men natuurlijk wel een beetje handig om gaan met het lusje, opdat het niet blijft haken of kleven. In Surabaja is elke dag bahtjan op Pasar Atom verkrijgbaar. Ook op Pa sar Glodok van Djakarta wordt bahtjan op gewone dagen verkocht. In Djakar ta wordt de bahtjan zelfs elke dag langs de straat gevent. Op vele plaatsen echter wordt de bahtjan slechts eens per jaar bereid en wel óp Peh Tjun. Zoals we reeds in het begin zeiden, nemen de voorbereidingen voor Peh Tjun en dus voor het bereiden van de bahtjan een paar dagen in beslag. De avond voor Peh Tjun heeft men alle bahtjans al in de bamboeblaadjes ge wikkeld en netjes met zeegrastouw aan elkaar vastgebonden. Voor de kleintjes heel kleine bahtjans gemaakt, die een diameter van een a twee centimeter hebben. De gewone bahtjan is natuur lijk veel groter, met een diameter van bij de vijf centimeter. Zo kunnen tien tallen bahtjans bij elkaar samengebun deld worden en zo in de kukusan gaar worden gestoomd. Als ze gaar zijn worden ze ergens in de eetkamer op gehangen. Wie bahtjan wil eten, snijdt er eentje van de bundel af. De hele dag snoept men van de bahtjan, waar van natuurlijk extra veel is bereid. Im mers, over een jaar pas kan men weer bahtjan snoepen behalve dan in die steden waar de bahtjan een dagelijkse lekkernij is geworden. Ook geeft men op Peh Tjun elkaar bahtjan, alhoewel men per sé weet, dat ieder toch zelf beslist bahtjan thuis heeft. Men doet dit echter meer voor het "uitwisselen" om dan te weten te komen, wie de lekkerste bahtjan heeft gemaakt. De kleinzoon zal dan "na tuurlijk" het commentaar leveren, dat de bahtjan van oma het lekkerst is. Een aansporing voor moeder de vrouw om volgend jaar meer lekkere bahtjan voor haar kleine te bereiden. Zo gaat de Peh Tjun dan voorbij en evenzo het traditionale bahtjan-eten. Uit: De Vrije Pers NV d.d. 13 juni 1956 Surabaja 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 10