DE VERDEELDHEID VAN DE INDO Elke Totok uit Indië weet het van de verdeeldheid in de Indo-Europese groep, en de Indo weet het nog wel het nadrukkelijkst van alle: wat de ethnische groep der Indo's het meest dwars zit in de eendrachtelijke ontwikkeling op welk ter rein ook, is zijn ongelooflijk sterke (haast erfelijke) onderlinge verdeeldheid. Men heeft het in psychologische of filosofische studies wel eens over de diverse graden van individualisme in mensengemeenschappen .Wel, er zijn naar mijn inzicht maar weinig mensen zó individualistisch denkend als de Indo (en mis schien ook wel elke mestizo groep). Dit heeft ten gevolge gehad dat elke andere persoon of groep die de Indo- groep wilde overheersen of besturen volgens de leidraad "divide et impera" (verdeel en heers), dit met succes kon doen. Ook in eigen gelederen heeft elke avonturier of tot het leiderschap geroepene gemakkelijk twist en ver deeldheid kunnen zaaien, om dan zijn slag te kunnen slaan. Zelfs het be faamde Harmonie-oproer in 1848, waar de Indo's eventueel een greep naar de macht hadden kunnen doen, ging als een nachtkaars uit, omdat het doodge makkelijk bleek om door zwartmaking van enkele groepen en vriendelijke be jegening van andere, elke vorm van saamhorigheid bij de Indo's te breken. Maar zand erover: verdeeldheid en mis- (of ge-!)bruik ervan kwam en komt in meerdere of mindere mate bij alle volken voor, ook in Nederland met zijn ontelbare partijen, en Indonesië met zijn vele volken en rassen. Hierin staat de Indo per sé niet alleen. Maar terwijl elders in de sub-groepe ringen of fracties nog sterke activitei ten zijn (politiek, sociaal of cultureel) die een markante plaats innemen in de maatschappij, schijnt de doorsnee Indo practisch geen co- of adhesie te heb ben (zoals men dat in de physica zou uitdrukken). Clubs hebben een onop vallend en gezapig leven, waar de Ne derlander niets van merkt. Wat de oorzaak van die verdeeldheid betreft: daar bestaan veel theorieën en hypothesen over, waarvan de aanvaard- baarste lijken: zijn ongelooflijk com plexe oorsprong van twee kanten: aan de Europese kant afkomst van Neder landers, Fransen, Duitsers, Spanjaar den, enz. ,enz. (bekijk een willekeurige greep van Indische naamkaartjes maar eens), en van de Indonesische kant de afstamming van Javaanse, Maleise, Am- bonese, Toradja'se, Balische, enz. enz. moeders. Elke bioloog of student in de erfelijkheidsleer begrijpt dit direct. On ze aard zit niet in de nationale of so ciale richtingsbepaling van nu of mor gen, maar in onze genen en chromo somen van soms eeuwen her. Daarom is elke ruzie over assimilatie doodge woon onzin, want op z'n hoogst is er sprake van "dressuur"! Een andere oorzaak is de aard en afstand van de culturen en geografi sche ligging van de plaatsen waar de Indo "geboren en getogen" werd. Maar alleen Indo's zelf begrijpen ten volle de betekenis van de verschillen tussen opgegroeid zijn in Kutaradja of Timor, in Padang of in Sragèn, ja zelfs in nabije plaatsen als Bogor, Depok en Batavia. De intelligentste en "intuitief- ste" Indo's herkennen zelfs nu, na ruim een kwart eeuw weg te zijn uit Indo nesië, aan naam, spraak of gedrag van andere Indo's uit welke streek van Indonesië zij afkomstig zijn. En men hoeft alleen maar de geografische ver houdingen van Indonesië en Europa te bekijken, om te weten dat Indo's naar herkomst even ver van elkaar af kun nen staan als Roemenen en leren, Zwe den en Spanjaarden. (Het zou de moeite waard zijn de lezers van Tong Tong uit te nodigen om ons te vertellen welke namen onmiddellijk kunnen associëren met b.v. Solo, Bogor, Banda, Ternate, Pa dang, Depok, enz. Er is zelfs een heel artikel van te maken dat voor onder zoekers later van veel waarde kan zijn!) Dat in elk geval de verdeeldheid (en Nog Ie jong om bewust Trouw te kunnen zijn maar welbewust Branie en Ondernemend is hij zeker met zijn snoeptrommel en ijs-lilin méé de kost verdienend voor het gezin thuis. Hoe heerlijk onbekommerd daarentegen leven we hier onder Drees-pensioen en stapels sociale wetten! Waarom lachen we niet méér toch? (Foto E. v. Haasen-Deur) vaak om wissewasjes!) erg groot kan zijn, kan elk ex-IEV bestuurslid getui gen en trouwens elke Indo die zich bezighoudt met het organiseren van groepen van samenwerking voor welk doel ook. Ik ken persoonlijk ettelijke ex-IEV-HB-leden, die zich nog_steeds met grote bitterheid uitlaten over hun mislukt eenheidswerk. En ook heden ten dage en nog vele komende jaren zal dit gebrek aan onderlinge solidari teit zich doen gelden. Merkwaardig is de sterk introvert gerichte be- en ver oordeling van soortgenoten, waarbij op het kleinste slakje zout gelegd wordt (soms zóveel dat het slakje vermoord wordt), terwijl precies dezelfde tekor ten of gebreken en vaak veel ergere nog in niet-lndo's niet gezien of niet begrepen worden, in elk geval niet ver oordeeld De Indo betaalt in elke Europese winkel zonder aarzeling of zonder twij fel elke prijs die gevraagd wordt, maar in Indische winkels worden hoge (of vermeend hoge) prijzen met achter docht bekeken en soms zelfs hardop veroordeeld. Geen enkele Indo wordt goed genoeg geacht voor welk leider schap ook (dus van jaolitieke, sociale of sportverenigingen), maar soortgelij ke Nederlandse of Amerikaanse (bui tenlandse) leiders worden zonder aar zeling of protest aanvaard, terwijl ze soms dictatoriaal of ondeskundig of corrupt zijn. Zó klein zijn soms de gebreken die in eigen leiders veroordeeld worden, dat we denken dat elke Indo van va ders zijde een Messias-complex ge- erfd heeft en van moeders zijde een Ratoe-adil-complex, dus generaties lang blijft wachten op een mens aan wie geen kleinste smetje kleeft, die hem verlost van alle tekorten en ang sten, die dus super-rijk, super-wijs en super-machtig is. Aangezien zo'n mens wel nooit zal komen, zal de Indo eigen lijk in het normale menselijke vlak moeten zoeken naar een saudara, die met veler hulp en veler opbouwende critiek metterdaad bouwt aan een maat schappelijke structuur die ook zonder Uebermensch een eendrachtige, sterke en bruikbare kracht kan vormen. Het is in Indië niet gelukt, maar misschien in Holland? Of Amerika?... Elke Indo is eigenlijk een uitgespro ken individualist en is het haast "uit principe" (sic) met zijn soortgenoot niet eens. Het aantal brieven dat ik bij Tong Tong ontvangen heb, gebaseerd op de aanhef: "Ik ben het met U niet eens!" is elke andere soort brieven verre vooruit. Soms loopt dit "niet- eens-zijn" uit op blijvende verwijdering en zelfs diep ingewortelde rancune, soms gaat het toch weer voorbij. Maar in elk geval zijn 99 van de 100 Indo's het eens (in inzicht of leefwijze) met de "leus": leder voor zich en God voor ons allen". Wie echter te gauw denkt dat deze "er dik bovenop liggende" uitspraak en sociale gedragslijn de Indo ten voe ten uit tekent, heeft het totaliter mis. 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 14