MARIE OORD
En alle mensen die menen dat het in
dit troebele water goed vissen is (naar
vriendschappen of lidmaatschappen)
zal in de practijk merken dat hij (om
in de beeldspraak te blijven) bot zal
vangen.
Diep in zijn hart immers (de Indo
loopt zelden te koop met wat werkelijk
diep in zijn hart omgaat, net als de
Indonesiër) heeft elke Indo een sterk
ontwikkeld gevoel van broederschap,
dat b.v. goed tot uiting kwam in de
IEV-leus: "Eén voor allen, allen voor
één!", die meer een wens bleef dan
een sociale daad, maar in elk geval
een waarde waar oprecht naar ge
streefd werd. Tot mijn verbazing zag
ik op mijn omzwervingen door kleine
dorpjes en volksbuurten van Mexico
deze leus vaak ook op muren gekrast
staan: "Uno por todos, todos por uno"
(als mijn Spaans uit de herinnering niet
goed is, corrigeer mij please!).
Het onzichtbare broederschapsge-
voel zit veel dieper dan zelfs radicale
Indo's beseffen en wordt vaak alleen
op indirecte wijze kenbaar. B.v. als een
Indo door een niet-lndo ge-"batjokt"
wordt. Tegensover de buitenwereld
zegt men dan desnoods: "Eigen
schuld!" en men schijnt aan de kant
van de batjokker te staan, maar het
tegendeel blijkt vroeger of later toch
wel. Om één voorbeeld te noemen: de
TV-serie "Indisch ABC" scheen een
geslaagd huzarenstukje voor het be
trokken omroepstation, maar sindsdien
is ons abonnee-aantal gestegen!
In zulk soort botsingen voelt de Indo
zich voorts het meest aangetrokken tot
de Indo die op scheldpartijen of be
schuldigingen niets terugzegt en liever
blaam of schande wil dragen dan te
"rèwwèl" (bekvechten). Het saamho
righeidsgevoel is verder meestal méér
gebaseerd op moraliteiten dan op
"tastbare waarden", meer op intuitie
dan op logica. Het is b.v. waar dat
veel Indo's gegriefd zijn door de wijze
waarop zij zich door Indonesië aan kant
gezet voelen. Bij scherpe veroordelin
gen van Indonesië door niet-lndisch-
gasten gaat men met deze houding ac-
coord, vaak op bittere wijze. Maar vlak
achter deze uiterlijke houding zit er
toch een merkwaardig gevoel van "me-
de-beledigd-zijn", die maakt dat men
diep binnenin toch aan de zijde van
Indonesië staat. Ik ken geen één Indo
die Indonesië blijvend verwerpt of to
tale ondergang toewenst. Integendeel:
vaak onbewust hopen allen op herstel
van Indonesië en gelukkige en creatie
ve toekomst voor de Indonesiër.
Daarbij ontwikkelt zich tevens een
soort wrok tegen de aanvaller. De In
do vergeet de man niet die zijn vriend
of de groepering die hij liefheeft, aan
gevallen en/of vernederd heeft. En al
zal hij er openlijk nooit een rel van
maken en zich bij een eventuele con
frontatie "neutraal of liberaal verkla
ren", als ooit een confrontatie zou op
dagen waarbij hij "op leven en dood"
zijn solidariteit zou moeten bekennen,
Vlak vóór het ter perse gaan van
ons vorige nummer kregen wij het over
lijdensbericht van Marie Oord, de laat
ste grote "Stamboel-woman" waarmee
het "100% Indo-show-tijdperk" werd
afgesloten dat geopend werd door
August Mahieu. In het kerstnummer van
1967 hebben we aan haar een heel
artikel gewijd. Van haar stamboelge
zelschap was deze merkwaardige
vrouw alles tegelijk: producer, impres-
sario, cabaretier, regisseuse en actrice.
En zonder enige opleiding durfde ze
dit alles aan en beheerde ook de finan
ciën van de onderneming voortreffelijk.
Als er één persoon was, die aan het
begin van deze eeuw het devies van
Tong Tong ten volle realiseerde,
TROUW, BRANIE en ONDERNEMEND,
dan was dat Marie Oord.
Wonderlijk genoeg werden door on
ze oudste lezers alleen nog herinne
ringen bewaard aan haar partners Ru-
dolf Hoogeveen en Wim Hunter, maar
aan Marie Oord weinig of niet. Daarom
zijn we nog steeds dankbaar dat we
Marie Oord bij leven tijdig ontdekt heb
ben en haar wonderlijke en moedige
levensloop bewaard hebben in onze
jaargangen. Misschien is Marie Oord's
stamboelgezelschap het laatste gewer
den van de vele gezelschappen rond
om de eeuwwisseling, omdat zij haar
ware identiteit té moedig uitdroeg: "De
Indo's Komedie Vereniging "De Een
dracht", want omstreeks die tijd be
gonnen Indo's zich al te schamen voor
deze naam en voor eigen oorspronke
lijk werk.
Daar kwam helaas ook nog bij dat
in deze roddelzieke, kleinburgerijke
maatschappij een andere vrouw leefde
van die naam: Marietje Oord, die bij
de politie een grauwe reputatie had,
en zoals altijd gebeurt in kleinburger
lijke kringen: zonder enig onderzoek
werden al roddelend deze twee zéér
uiteenlopende naturen op lage manier
vereenzelvigd en maakte de "Indo
Vaudeville Kunst" mede verdacht.
Hoe langer men leeft hoe méér men
leert dat kleinburgerlijkheid en roddel-
lust veel authentiek talent in de Indi
sche maatschappij vernield hebben en
"in de geboorte versmoord". We moe
ten niet vergeten dat de Indo-stamboel
eigenlijk de basis heeft gelegd van de
later ontstane Bangsawan en nog later
de Sandiwara, waarmee een eeuwen
oud cultuurkenmerk in de Indonesi
sche "showkunst", de wajang, door
broken werd door een nieuwe en Euro
pees georienteerde toneel-en-cabaret
weet hij intuitief onfeilbaar aan welke
kant hij staat. En menige sociale of
politieke groepering zal dan merken
dat zij zich tragisch vergist heeft.
Op het sociale vlak is immers bijna
elke Indo "even ondoorgrondelijk als
de Indonesiër". Hij houdt niet van ra
dicale beginselverklaringen en zelfs
daar waar hij zich als liberaal bekend
maakt, is hij eerder een toeschouwer
Marie Oord in de prille jaren van baar "Indo's
Komedie Vereniging "De Eendracht"zestig
jaren geleden. De eendracht is er nog steeds
niet
kunst, die hoe primitief ook ge
start, namelijk als "drei Groschen
Oper" een grote toekomst had kun
nen krijgen. Want ook het Europese
toneel en cabaret is eenvoudig be
gonnen als volkskunst in de middel
eeuwen tot en met Shakespeare's tijd
toe!
Marie Oord heeft de gezegende leef
tijd bereikt van 84 jaren, al heeft ze
de laatste tientallen jaren in totale ver
getelheid geleefd, en zóals het over
lijdensbericht meldt:: "na een zwaar
doch blijmoedig gedragen lijden". Het
lijkt alsof origineel leven altijd "ge
kruisigd" moet worden door kudde
maatschappijen. Daarom hopen wij dat
door de aandacht van Tong Tong haar
innerlijke grootheid nog lang bewaard
mag blijven. T.R.
dan een meespeler. Omdat immers zijn
idividualistische instelling hem van na
ture afkerig maakt van politieke of so
ciale dwang. Typisch is, dat de buiten
staander deze ondoorgrondelijkheid
zelden of nooit begrijpt en de Indo
"DUS" onbetrouwbaar vindt.
Hoe hij deze moeilijk te klasseren
houding zélf verklaren moet, weet de
Indo meestal niet. Want als hij een
15